woensdag 19 december 2007

K.U.Leuven beste, maar wel saaiste ...

BRUSSEL 19/12 (BELGA) = De KU Leuven staat bij de laatstejaars uit het secundaire onderwijs te boek als de universiteit met de beste lessen en het meest waardevolle diploma. Maar de KUL is meteen ook de meest conservatieve én de saaiste. Dat blijkt uit een enquête van de Cel Marketingdevies van de KU Leuven bij 1.500 laatstejaarsleerlingen, aldus De Standaard, Het Nieuwsblad en Het Volk woensdag. De Universiteit Gent is de progressiefste van de Vlaamse universiteiten, maar minder goed dan de KU Leuven. Ook zijn haar diploma's minder waard dan de Leuvense, aldus de respondenten. Dat de Leuvense universiteit een imago van degelijk conservatisme heeft, zou gedeeltelijk met de traditie te maken hebben. "We zijn nu eenmaal de oudste universiteit van het land", zegt Isabelle Van Geet, celhoofd marketingadvies van de KU Leuven, in het universiteitsblad
Campuskrant./.SVR/TVP

Project Lego Mindstorms

De laatste week voor de kerstvakantie zit traditioneel redelijk vol gepland met projectpresentaties allerhande. Zo ook voor het vak 'Probleemoplossen & Ontwerpen' voor het 3de bachelor-jaar computerwetenschappen dat ik coordineer.

De opdracht dit jaar was om m.b.v. Lego Mindstorms een autonome robot te ontwerpen die in staat is om vanuit een onbekende startpositie in een hindernissenveld een garage te ontdekken, en er zich te parkeren (zie foto).

Dit semester was de eerste maal dat we een P&O met Lego Mindstorms organizeerden, dus waren er wel wat kinderziektes aanwezig. Zo hadden we als didactisch team toch wel de tijd onderschat die de verschillende groepen nodig hadden om tot een werkend ontwerp te komen. Dit heeft er toe geleid dat voor het tweede semester, waar we een analoge opdracht aan de nevenrichting CW zullen geven, reeds hertekend werd.

Wat de opdracht wordt voor de studenten van de hoofdrichting staat nog niet helemaal vast, maar het zou wel eens de richting van Robocup kunnen uitgaan ;-)

Afgaande op reacties die ik van studenten gekregen heb (en desondanks het vele werk), bleek deze P&O echter wel geslaagd. De meesten vonden wel dat ze iets bijgeleerd, en als het hele project fun is, is dat uiteraard mooi meegenomen.

woensdag 12 december 2007

Universiteit moeten meer uitmuntendheid nastreven ...

... niet mijn uitspraak, maar een uitspraak van professor Emile Boulpaep, professor aan Yale University, en voorzitter van de Belgian American Educational Foundation.

In een interview met De Standaard van 10 december, is professor Boulpaep zeer kritisch over het universiteitssysteem zoals dat in Belgie bestaat. Enkele uitspraken (Copyright DS, 10 december 2007):
'Ten eerste aanvaardt men in België niet dat een universiteit beter kan zijn dan een andere. Hier is dat geheel normaal. Men weet dat een MD van Harvard of Yale beter is dan van een van de universiteit van Arkansas. In België kan dat niet, want alle diploma's zijn officieel van de staat, nu van de gemeenschappen.'

...

'In België werkt men van onder af, met verkiezingen. Zelfs de rector wordt verkozen. In verkiezingen geeft academische uitmuntendheid niet noodzakelijk de doorslag. En ook de studenten worden niet gerekruteerd op verdienste.'

...

'Ze moeten ook voldoende werkingsmiddelen krijgen. Als ik hier als hoofd van een departement een assistent-professor wil aanwerven, dan moet ik hem of haar niet alleen een loon garanderen, maar ook een budget van tenminste een miljoen dollar voor onderzoek. En dat gaat dan over iemand die op de laagste sport begint.'
De verschillen die er zijn tussen het Noord-Amerikaanse model om universiteiten te financieren, en het model dat in een aantal Europese landen gebruikt wordt, zorgt mijn insziens inderdaad voor grote ongelijkheden in een steeds toenemende globaliserend onderwijslandschap. Men kan hier nog steeds niet luidop zeggen dat deze of gene universiteit beter werkt levert dan een andere, terwijl iedereen die verschillen wel degelijk zeer goed kent.

vrijdag 7 december 2007

We're back again... (en citaties once more)

Een blog op een goede manier onderhouden (lees: regelmatig interessante berichten posten), is toch iets tijdrovender dan gedacht. Bijna 4 maand zonder bericht, en geloof het of niet, maar ik word er door sommigen op aangesproken. Ik blijk dus toch een kleine fan-base te hebben. Maar genoeg met de egotripperij!

Om terug in de stemming te komen, iets over wetenschappelijke citaties. Eerder heb ik geblogd over hoe citaties gebruikt worden aan de K.U.Leuven (eerder bericht), en regelmatig wordt er aandacht aan besteed in verscheidene discussiefora. Kern van het probleem is dat beleidsmakers graag citaties tellen, wat dan als graadmeter kan beschouwd worden voor hoe goed je bent als wetenschappelijk onderzoeker. Onafhankelijk van het feit of citaties nu al dan niet een goede graadmeter zijn, stelt zich natuurlijk het probleem hoe te tellen: dubbels vermijden, alles tellen, wat precies tellen, e.d. Misschien onbelangrijk, maar er hangt veel van af. Geldstromen voor wetenschappelijk onderzoek zijn immers in niet onbelangrijke mate gebaseerd op dit soort tellingen.

Een tooltje dat er bij kan helpen is Publish or Perish, dat dan ook nog allerhande statistieken berekent. Een van die statistieken is de h-factor: je h-factor is x, als je x publicaties die minstens elk x maal geciteerd zijn.

Voor de nieuwsgierigen: op dit moment blijkt mijn h-factor 14 te zijn (na een ietwat snelle analyse via Publish or Perish, en hier zijn de bewuste 14 publicaties (met telkens aantal getelde citaties, auteurs, titel, en jaartal). Vermoedelijk ligt het aantal nog ietsje hoger, wegens sommige papers die als verschillende entries in de databases zitten...
  • 74,"P Dutré, P Bekaert, K Bala","Advanced Global Illumination",2003,
  • 64,"B Adams, P Dutré","Interactive boolean operations on surfel-bounded solids",2003
  • 39,"V Masselus, P Peers, P Dutré, YD Willems","Relighting with 4D incident light fields",2003
  • 38,"F Suykens, K Berge, A Lagae, P Dutré","Interactive Rendering with Bidirectional Texture Functions",2003
  • 37,"P Dutré, E Lafortune, YD Willems","Monte Carlo light tracing with direct computation of pixel intensities",1993
  • 34,"M Pauly, R Keiser, B Adams, P Dutré, M Gross, LJ …","Meshless animation of fracturing solids",2005
  • 33,"D Hart, P Dutré, DP Greenberg","Direct illumination with lazy visibility evaluation",1999
  • 27,"P Peers, P Dutré","Wavelet environment matting",2003
  • 22,"V Masselus, P Dutré, F Anrys","The free-form light stage",2002
  • 22,"P Dutré, YD Willems","Importance-driven Monte Carlo Light Tracing",1994
  • 21,"P Dutré, YD Willems","Potential-driven Monte Carlo Particle Tracing for Diffuse Environments with Adaptive Probability …",1996
  • 20,"P Dutré","Mathematical Frameworks and Monte Carlo Algorithms for Global Illumination in Computer Graphics",1996
  • 18,"R Keiser, B Adams, D Gasser, P Bazzi, P Dutré, M …","A Unified Lagrangian Approach to Solid-Fluid Animation",2005
  • 14,"B Adams, M Wicke, P Dutré, M Gross, M Pauly, M …","Interactive 3D painting on point-sampled objects",2004
  • 14,"A Lagae, P Dutré","A procedural object distribution function",2005
Qua aard splitst het zich op als: 1 boek, 1 Ph.D. thesis, 4 SIGGRAPH papers, 1 ACM TOG paper, 1 Computer Graphics Forum, 4 EGSR papers, 2 PBG papers, en 1 Compugraphics paper .

vrijdag 24 augustus 2007

Tradities

The Great Court Run, een traditie waarbij studenten aan Trinity College in Oxford rond The Great Court proberen lopen binnen de tijd van de klokslagen van 12 uur, kwam onlangs ter sprake naar aanleiding van een speech van Sebastian Coe waarin hij hierop allusie maakte (*). Dit is de wedstrijd die ook getoond werd in de film Chariots of Fire uit 1981, alhoewel die blijkbaar niet in Oxford werd opgenomen.

Dit soort universiteitstradities is in Vlaanderen een beetje uitgestorven, voor zoverre ze al bestaan hebben. Misschien dat door de modernisering- en democratiseringsgolf van de jaren 50 en 60 dit soort folklore is verdwenen, en het is misschien allemaal wat oubollig en uit de tijd, maar het geeft toch een zeker cachet aan een universiteit.

Het enige wat op onze campus een beetje in de buurt komt zijn de jaarlijkse studentenevenementen zoals de 24 uur loop (die in de jaren 80 trouwens telkens werd afgesloten met de theme song uit Chariots of Fire, misschien nu nog?) of de verschillende verkiezingsstunts, maar zelfs dit zijn relatief nieuwe gebeurtenissen.

Zijn er op onze universiteit tradities die teruggaan tot bvb. voor de tweede wereldoorlog -- opening van het academiejaar e.d. uitgezonderd?


(*) Ik was zelf niet aanwezig, maar iemand die ik zeer goed ken wel ;-)

dinsdag 21 augustus 2007

Creationisme

Ik had nooit gedacht dat de onzin van het creationisme tot in Belgie zou geraken, maar blijkbaar wel. De afgelopen week zijn er verschillende opinie-artikels over verschenen naar aanleiding van een stellingname van Luc Van den Brande en Cathy Berx (CD&V), die beiden meenden dat er in het onderwijs plaats moet zijn voor alternatieve visies naast de evolutietheorie van Darwin. Toen de discussies wat uit de hand begonnen lopen, deelden ze mee dat ze misbegrepen zijn.

Zelf ben ik van mening dat creationisme, al dan niet vermomd als het idee van intelligent design, in de sterkst mogelijke bewoordingen moet bestreden worden. Het kan gewoon niet zijn mythologische verhalen, zelfs als zijn het christelijke, onder het mom van 'een andere kijk' als pseudo-wetenschap in ons onderwijs gesmokkeld worden. Dan kunnen we evengoed de poort openzetten naar handlezen, sterrenwichelarij, glazen-bol-kijken, en alchemie ook. En in dezelfde beweging een aantal scholen omdopen tot Hogwarts.

maandag 20 augustus 2007

Nieuwe Ranking van Universiteiten

De nieuwe Shanghai ranking van universiteiten is weer gepubliceerd, en er is hier en daar over bericht in de Belgische pers. Blijkbaar scoren de KUL, UCL, ULB en UGent het beste van de Belgische universiteiten. Ze staan allen ergens tussen plaats 102 en 150. (Mijn eerdere blog-entry over rankings is hier te vinden).

De Vlaamse Vereniging van Studenten reageerde door te stellen dat de rankings geen maat zijn voor onderwijskwaliteit (volledige reactie, en uitgebreid standpunt), en dat het gevaarlijk is om het beleid dat gevoerd wordt t.a.v. universiteiten op deze rankings af te stemmen. Het is ongetwijfeld zo dat de rankings voornamelijk kijken naar geleverd onderzoekswerk. Stellen dat bepaalde disciplines in deze tellingen ondervertegenwoordigd zijn, zoals de VVS zegt, is ongetwijfeld waar, maar dat geldt evengoed voor de andere universiteiten, wiens ranking dan eveneens hierdoor beinvloed wordt.

Fundamenteler is echter de kritiek dat goede onderzoeksoutput (zoals de rankings weergeven) niet zou leiden tot een goede onderwijskwaliteit. Hiermee ben ik het niet eens. Als je een goede universiteitsopleiding wil aanbieden, heb je goede wetenschappers nodig. Hoe exellenter die wetenschappers, hoe beter studenten van hen kunnen leren. Anders kom je in een situatie waarin docenten weinig voeling hebben met het vakgebied waarover ze doceren, en de leerstof zelf 'ook maar uit een boekje hebben'. Dat laatste model is misschien goed als je een universiteitsopleiding enkel ziet als een middel om diploma's uit te delen en iedereen op te tillen tot een gemiddeld niveau; maar als je universiteiten ziet als een centrum waar kennis vergaard wordt, en dooorgegeven wordt aan volgende generaties, heb je mensen nodig die zelf kennis creeeren, en niet enkel navertellen.

Natuurlijk, dit laatste is een misschien hoogdravend statement, en het verhelpt weinig aan het probleem van de briljante wetenschapper die er niet in slaagt op een deftige manier les te geven of op een adequate manier examens af te nemen. maar dat wil niet zeggen dat rankings nietszeggend zijn. Als een universiteit die kwaliteit hoog in het vaandel voert, moeten we de rankings ernstig nemen, en ervoor zorgen dat we beter zijn dan onze onmiddelijke concurrenten op korte termijn, en onze positie op wereldschaal verbeteren op lange termijn.

Voor de nieuwsgierigen, de Shanghai ranking plaats de volgende universiteiten in de top-10: Harvard - Stanford - Berkeley - Cambridge - MIT - Caltech - Columbia - Princeton - Chicago - Oxford. Leuven staat binnen de Europese universiteiten ergens tussen plaats 35 en 56 gerangschikt.

zaterdag 18 augustus 2007

Cult of the Amateur

Op mijn vliegtuigtrip terug van San Diego, heb ik een leuk boekje gelezen, The Cult of the Amateur, geschreven door Andrew Keen. De ondertitel van het boek, "How Today's Internet is Killing Our Culture and Assaulting Our Economy" vat goed samen waar het over gaat. Keen ontwikkelt de stelling dat als gevolg van de steeds toenemende trend waarbij iedereen zijn schrijfsels, muziek, of filmpjes op het internet ter beschikking plaatst, onze cultuur langzaam maar zeker verloren gaat, en in dit kielzog een deel van onze economie mee vernietigt wordt.

Alhoewel zeker niet elk deel van het boek qua argumentatie even goed onderbouwd is, zet het toch aan tot redelijk wat kritisch nadenkwerk. Een aspect wat zeker tot nadenken stemt, is wie nog zal filteren wat 'goed' en 'slecht' is op het internet. Traditionele media hebben steeds die taak voor ons verricht, door ervoor te zorgen dat de boeken of muziek of films die je als consument kan lezen, beluisteren of bekijken, toch minstens een zekere kwaliteitsfilter hebben doorlopen. Maar als letterlijk iedereen een artiest wordt, en iedereen zijn creaties vrij kan verspreiden, hoe kunnen we dan als consument in die kakafonie van creaties nog kwaliteitsvol werk vinden? Zal het nog mogelijk zijn om pareltjes te ontdekken? En worden die artiesten daar dan ook nog financieel beter van?

Niet dat ik het pessimisme van Keen helemaal deel, maar mijn eigen ervaringen met sommige van de zogenaamde Web 2.0 applicaties zijn toch niet altijd even hoopvol. Zo loop ik ook niet al te hoog op met toepassingen zoals Wikipedia, waar gewoon foute informatie staat over heel wat zaken, en dus absoluut niet gebruikt kan worden als ernstige bron van informatie zonder zelf extra opzoekwerk te verrichten.

In elk geval is dit boekje een aanrader voor wie eens eventjes een andere mening wil horen over de triomfantelijke verhalen van de internetcultuur.

Addendum 20/8/2007: Naar aanleiding van de reactie van Erik Duval hieronder, heb ik op de site van David Weinberger een goede kritiek en analyse gelezen op het boekje van Keen.

maandag 13 augustus 2007

SIGGRAPH 2007 Report

De jaarlijkse hoogmis van de computer graphics wereld -- SIGGRAPH -- is weer voorbij. Dit jaar in San Diego, het zuidelijkste puntje van California.

Om allerhande redenen was ik niet aanwezig op de voorbije 2 edities, maar de conferentie is nog steeds wat ze moet zijn: een volledige onderdompeling van een week in alles wat CG te bieden heeft: goede research-talks, een grote trade-show, ontmoeten van collega's die je al enige tijd niet meer gezien hebt, en elke avond wel een of andere leuke receptie of party waar je naartoe kan.

Mijn persoonlijke fun-highlights:

Als eerste kan ik uiteraard niet nalaten onze eigen paper-presentatie te vermelden. Zowel de fast-forward door Jurgen als de presentatie zelf door Peter verliepen zeer vlot en goed. We hebben ook redelijk wat positieve commentaar op ons paper gekregen.

Andere papers (full list met links) die op een of andere manier leuk opvielen:
  • Plushie, een systeem waarbij kinderen hun eigen plushen knuffel kunnen ontwerpen.
  • Scene Completion using Millions of Photographs gebruikt Flickr als database om gelijkaardige foto's te zoeken aan diegene die je aan het editen bent, en dan gewenste delen te vervangen door iets gelijkaardig. De kracht van mass databases aan het werk!
  • Eikonal Rendering is een goed solid paper, dat me nieuwe inzichten gaf in hoe lichttransport kan berekend worden. Coole prentjes!
Talk door Scott McCloud, auteur van Understanding Comics. Deze kerel kan talks geven! Ongelooflijk hoe vlot hij spreekt en het publiek echt kan meenemen in een meeslepend verhaal.

Elk jaar geeft Pixar een versie van zijn fameuze wandelende Utah teapot weg. Dit jaar had, ter ere van de nieuwe Pixar film Ratatouille, de teapot een koksmuts op. En ja, ik heb dus eventjes staan aanschuiven om ook een teapot te bemachtigen voor mijn prive-collectie.

De bilaterale filter wordt belangrijk in graphics. Fredo Durand heeft in de betreffende course alleszins het nut van de bilaterale filter grondig duidelijk gemaakt.

In de exhibition, op de stand van ActiVision, was er een setup voor Guitar Hero 2. Heb ik natuurlijk eventjes uitgeprobeerd, en heb er zelfs een andere conferentieganger verslagen op Who Was In My Room Last Night van de Butthole Surfers.

Parties en recepties genoeg op SIGGRAPH. De Chapters-party vond plaats in een nachtclub, inclusief zwoele danseressen die de horde geeks op de dansvloer moesten krijgen. Ik bleef uiteraard aan de diverse bars hangen, cocktails drinkend, terwijl de fijnere punten van de bilaterale filter besproken werden.

vrijdag 3 augustus 2007

De grootste buisproffen

In Het Laatste Nieuws van 28 juli 2007 staan enkele interviews met de zogenaamde 'grootste buisproffen'. Toch wel grappige quotes (volledige teksten op persoverzicht K.U.Leuven)
"Over zijn hele carrière kan hij zich één moment herinneren waarop hij 20 op 20 punten kon geven."
Kijk, dit vind ik nu onzin. Als docent kwoteer je van 0 tot 20, niet tot 15 of tot 18. De slimste student voor een vak in een bepaald jaar krijgt voor mij vaak een 20. Het doet me een beetje denken aan de uitspraak dat "niemand behalve Einstein op mijn examen een 20 kan halen.". Ten eerste is dat geweldig arrogant, want het impliceert dat je in staat zou zijn om Einstein te kwoteren, en ten tweede is dit een scheeftrekking van wat examenresultaten moeten zijn: een relatieve kwotering van studenten onderling, maar vooral geen ranking van absolute kennis over alle studiejaren heen. Zelf ben ik groot voorstander van een kwotering waarbij bij voorbaat het gemiddelde pakweg op 13 ligt, en waarbij de percentielen op voorhand gekend zijn (bvb. de slimste 1% haalt 19 of 20). Dat schept een veel klaardere situatie wat punten betreft, die voor een groot deel nu arbitrair of helemaal niet gekalibreerd worden.
"Misschien is het de blokkers een troost, maar ook ik zit het grootste deel van de zomer aan mijn bureau. Ze denken wel 'ns dat proffen twee maanden vakantie nemen. Maar een beetje moderne prof is een KMO'er, die een onderzoeksgroep met een heleboel medewerkers managet, ook 's zomers."
Ha, daar ben ik nu eens wel mee akkoord :-). Het is inderdaad verbazend hoeveel mensen denken dat de unief 2 maand plat ligt tijdens de zomer. BTW, als de hogescholen willen of moeten academiseren, mogen ze al beginnen met 's zomers niet de boel dicht te doen, zoals nu in sommige instituten gebeurt.
"De sociale vorming van studenten onderling komt in het gedrang als je 8 uur per dag les hebt. We kweken van buiten blokkende papegaaien, die maandagmiddag aankomen en vaak vrijdagmiddag al weer weg zijn, 'spoorwegstudenten.' Het Amerikaanse systeem is beter voor de menselijke vorming: weken tot maanden samenhokken. 15 jaar geleden gebeurden de meeste examens mondeling, oog in oog met de prof. Nu verbetert een legertje assistenten veelal schriftelijke examens. Nog erger zijn multiplechoice-examens, het toppunt van luiaardij en afstandelijkheid. Ik betreur dat. Ik zóng met de studenten in de les."
Nou ja, een hoop meningen op een hoop. Toen ik zelf 20 jaar geleden in de kandidaturen burgerlijk ingenieur zat, hadden we soms van 8 tot 13 uur les, en dan van 14 tot 19 tekenweek. Dat was lang, maar dat ging.
Het persoonlijk ondervragen is leuk als je daar de tijd voor hebt. Voor een examen in 1ste bachelor met 500 studenten is die tijd er voor jonge docenten gewoonweg niet meer. Bovendien zijn mondelinge examens fundamenteel oneerlijk: elke groepje krijgt veelal verschillende vragen, en je stemming van de dag kan hier en daar wat bepalen. Als punten (zoals de trend is) zo eerlijk en nauwkeurig moeten gegeven worden, dan zijn multiple-choice examens de enige mogelijkheid.

maandag 30 juli 2007

APGV 07

De afgelopen dagen heb ik doorgebracht op APGV 07 (voluit Applied Perception in Graphics & Visualization), in Tuebingen. Ik heb er een invited talk gegeven over ons opkomend SIGGRAPH paper, dus dat was weer een mooie gelegenheid om de voordracht nog eens te oefenen en te testen voor een groter publiek. Tevens ook interessante discussie gehad met onderzoekers die bezig zijn met perceptie, eerder dan computer graphics.

Keynote speaker was Greg Ward (foto), die een voordracht gaf over de uitdagingen van High-Dynamic Range Displays. Ik heb Greg de eerste maal ontmoet op een van de allereerste Eurographics Rendering Workshops in de vroegere jaren negentig, waar hij toen vrij bekend was omwille van zijn RADIANCE software, die door velen nog steeds gebruikt wordt om foto-realistische beelden te genereren. De laatste jaren werkt hij voornamelijk rond HDR imaging, en ontvangt dit jaar zelfs de SIGGRAPH Computer Graphics Achievement Award.

Anyway, het gebruik van perceptuele technieken in computer graphics heeft de laatste jaren een hoge vlucht genomen. Aanvankelijk werd er voornamelijk gefocuset op psychofysische perceptie. Het menselijk oog (het instrument waarmee we naar beelden kijken), is gelimiteerd, en dus kunnen we die limitaties inbouwen in de beeldgeneratie-algoritmen. Hoever moeten we gaan in het accuraat berekenen van texturen of belichting als we die toch niet kunnen waarnemen?

Ik meen dat de tijd echter gekomen is om de focus te verschuiven naar het cognitieve aspect van perceptie. Is een schaduw of een highlight in een scene noodzakelijk om de scene als realistisch te ervaren of juist te interpreteren? Indien niet, dan hoeven we die volledige schaduw misschien niet te berekenen, en kunnen we sneller beelden maken die op een cognitief-perceptueel niveau niet te onderscheiden zijn van de radiometrisch correcte beelden. Tot zover de gedachtensprongen, dat allemaal omzetten in werkende algoritmen is uiteraard een ander paar mouwen. Maar dat is research natuurlijk :-)

vrijdag 20 juli 2007

Strategisch plan

De K.U.Leuven heeft een strategisch plan voor de komende jaren:
http://www.kuleuven.be/strategie/

Ik heb het nog niet helemaal gelezen, maar ondertussen kan u al meegeneiten van de commentaar van collega Rik Torfs:

(Copyright De Standaard, 19 juli 2007)

DE UNIVERSITEIT IN SPREIDSTAND
Kan een universiteit tegelijk tot de Europese top behoren en aan volksverheffing doen?

Twee jaar na haar aantreden publiceert de bestuursploeg van de KU Leuven een geïntegreerd strategisch plan 2007-2012 (DS 14 juli). Sommige stukken werden overgenomen uit de in gedragen volzinnen geredigeerde tekst die rector Marc Vervenne naar aanleiding van de verkiezingen in het voorjaar van 2005 publiceerde. Er staan ook nieuwe dingen in het plan, doorgaans kort en schematisch geformuleerd in het hedendaagse bestuurlijke jargon. Eenheid van stijl ontbreekt. Maar wie een overzicht wil van de activiteiten van de KU Leuven, wie peilt naar de verzuchtingen van haar bestuurders, of wie zich afvraagt hoe een universiteit vandaag reilt en zeilt, kan uit de lectuur van het beleidsplan lering trekken. Het is een interessant tijdsdocument. Toch mis ik een scherpe analyse van de positie die de universiteit vandaag bekleedt, waardoor een heldere toekomstvisie uiteraard moeilijk wordt. De universiteiten hebben de jongste jaren macht en aanzien verloren. In het plan is daar even sprake van. De 'afkalving van (de) bevoorrechte maatschappelijke positie' komt ter sprake. Ze wordt in verband gezien met 'de afbrokkeling van hun levensbeschouwelijke en morele gezag', wat ik een beetje flauw en algemeen vind klinken. Dat de universiteit onder zeer sterke controle van de overheid staat en haar beleidsopties zonder meer volgt, blijkt vooral tussen de regels door. En dat de laatste jaren de associaties (waarin naast een universiteit ook hogescholen hun plaats hebben) machtiger zijn geworden dan de universiteiten zelf, is een realiteit die wordt verdrongen. Het beleidsplan heeft het weliswaar over een bestuurlijke vervlechting tussen universiteit en hogeschool die stapsgewijs zal verlopen, maar verzwijgt dat de associaties en hun sterke leiders nu al grotendeels de dienst uitmaken. Het lijkt wel dat mijn universiteit zich neerlegt bij dit gegeven dat zij tegelijk niet onderkent. De dominantie van de overheid is ook op een ander vlak zichtbaar. Voor onze politici is de universiteit niet op de eerste plaats een kenniscentrum, maar een instrument om de maatschappelijke integratie te bevorderen. Zoveel mogelijk jongeren moeten participeren (denk maar aan het begrip outputfinanciering), allochtonen en vrouwen dienen uit hun minderheidspositie te worden gehaald. Dat zijn natuurlijk nobele doelstellingen, maar ze mogen de eigen aard van de universiteit niet verdringen. Hetzelfde gebeurt trouwens in andere sectoren van de samenleving. Neem nu cultuur: ze moet zodanig toegankelijk zijn voor iedereen, dat ze niet langer confronterend werkt, en precies op dat ogenblik houdt ze ermee op cultuur te zijn. De universiteit is steeds vaker een middel in plaats van een doel op zich. Daar moeten we ons over bezinnen. De consequenties van de overheidspolitiek zijn immers groot. Ze dwingt universiteiten om onverenigbare dingen na te streven. Ons onderzoek zou tot de 'Europese top' moeten behoren, en tegelijk moeten wij (al te veel) hogescholen op een academisch niveau helpen hijsen. Dat is onmogelijk, tenzij sommige richtingen resoluut voor de kwaliteit mogen gaan, terwijl andere zich vrijwel exclusief op volksverheffing moeten richten. Een derde acuut probleem komt in het Leuvense beleidsplan niet echt boven water: het beeld van de student als consument. In verschillende Vlaamse decreten vormt deze gedachte het impliciete uitgangspunt. De student sluit een contract met een universiteit en wil waar voor zijn geld. Hij wil kristalhelder weten wat hij moet doen om zijn diploma te behalen. Verder geen flauwekul. Dat is, vrees ik, een desastreuze gedachte, die aan het algemeen vormende karakter van de universitaire opleiding voorgoed een einde maakt. Het beleidsplan onderkent dit probleem niet, maar blijft het hebben over de 'ontwikkeling van een eigen levensvisie en levensproject' bij de student. Mooie woorden, een fraaie gedachte ook, maar een gedachte die niet spoort met de positie van de student als contractant. Die heeft perfect het recht om voor een diploma te gaan, zonder dat hij ook maar enigszins een algemene vorming beoogt. Wil de universiteit het anders, dan zal ze daarvoor moeten vechten. De universiteit van vandaag heeft minder macht, is een instrument in handen van de overheid, sluit contracten met de consumerende student. Die analyse moeten wij durven maken, dat is het uitgangspunt. En vervolgens mag de moed ons niet ontbreken om daaruit conclusies te trekken. Dat alles even waardevol is en wederzijds bevruchtend, kwaliteit en kwantiteit, doel en instrument, is een al te gemakkelijk besluit. Die gedachtegang ligt wel in de lijn ligt van het nieuwe beleidsplan, een document waarin pijn ver weg is, wat alleen kan door een heldere visie te vermijden. De veranderde positie van de universiteit leidt overigens tot nog andere vragen, die in het beleidsplan niet aan de orde zijn. Wat is de cruciale vraag in verband met het personeelsbeleid? Wie aan de universiteit werkt, wordt niet rijk. Het is moeilijk om op een krappe arbeidsmarkt goede mensen (niet alleen professoren!) aan te trekken. Zeker, voor artsen, ingenieurs of juristen zijn er mogelijkheden om hun inkomen via klinische praktijk, spin-offs of adviezen wat op te krikken. Maar de kloof met andere sectoren is groot zodat de slimste mensen aan de universiteit houden op een aantal gebieden niet langer mogelijk is. Daarbij komt nog dat een oude troef wegvalt. Vroeger stond tegenover minder geld een pak vrijheid. Vandaag heeft het geen zin om voor een universitaire carrière te kiezen als je niet van administratie houdt. Minder briljante professoren die graag papieren invullen: dat mag de toekomst toch niet zijn? Een beleidsplan moet daarover een visie ontwikkelen. Het profiel van de hoogleraar bepaalt immers hoe de universiteit in de toekomst zal worden bestuurd. Ondersteunt de academische overheid vooral initiatieven van onderuit, of probeert zij zelf de lijnen uit te zetten? Het beleidsplan blijft ook hier rijkelijk vaag: het heeft het over een 'goede balans'. Waarom niet durven kiezen? Creativiteit laat zich niet kooien. De universiteit staat of valt met het charisma en de inspiratie van concrete personen. Een slim beleid is nederig. Het ondersteunt veel, en legt weinig op. Vernieuwing onderkennen is moeilijker dan haar zelf tot stand brengen. Intelligentie is nederig.

dinsdag 17 juli 2007

Game Design

Op 5 juli meldden verschillende kranten dat de Provinciale Hogeschool Limburg start met een opleiding Game Design:

(Uit De Standaard:)

De Provinciale Hogeschool Limburg start volgend academiejaar met een unieke opleiding Gamedesign.

HASSELT De Provinciale Hogeschool Limburg (PHL) in Hasselt start volgend academiejaar met een opleiding 'Game and Digital Design'. Een dergelijke opleiding binnen het departement Beeldende Kunsten is uniek in België, zo claimt departementshoofd Rob Cuyvers van de PHL. Met de nieuwe opleiding wil de PHL inspelen op de leefwereld van jongeren en vooral ook op de digitale markt. De sector van de computerspelletjes is wereldwijd goed voor een miljardenomzet. Analisten verwachten dat de sector tegen 2011 een explosieve groei zal kennen met een omzet van 44 miljard dollar. De opleiding zal focussen op het conceptuele en het vormgevende aspect. De opleiding Game and Digital Design situeert zich naast de illustratieve, interactieve, reclame en grafische vormgeving van de PHL en zal ondersteund worden vanuit andere opleidingen en instituten, zoals het Benelux Game Initiative op C-Mine in Genk, de opleiding Toegepaste Informatica van de PHL en het Expertisecentrum Digitale Media van de Universiteit Hasselt. Nog volgens Cuyvers biedt de opleiding mogelijkheden voor projecten die de grenzen van de departementen overschrijden. Hij denkt daarbij aan virtuele tests en simulatieomgevingen. (pdp)

De Provinciale Hogeschool Limburg mag dan al claimen de eerste te zijn, dan moet dit toch een beetje genuanceerd worden. Zo is er reeds een opleiding Digital Arts and Entertainment aan de Hogeschool West-Vlaanderen. Misschien dat beide opleidingen de accenten wat anders leggen, maar over de opleiding aan het PHL was bitter weinig informatie te vinden.

Alleszins is het goed dat er wat meer aandacht komt voor opleidingen die zich orienteren naar digitaal entertainment in Vlaanderen.

Flanders Mini-Symposium on Computer Graphics

Donderdag 12 juli vond het derde Flanders Mini-Symposium on Computer Graphics plaats in het Expertise Centrum Digitale Media aan de Universiteit van Hasselt. Dit symposium, dat tot nu toe afwisseld georganiseerd werd in Hasselt en Leuven, is een initiatief van de beide onderzoeksgroepen computer graphics in de respectievelijke universiteiten.

Aanvankelijk was onze bedoeling om de onderzoekers van zowel Leuven als Hasselt samen te brengen, en voordrachten te verzorgen over de eigen research. Sinds de 2de editie nodigen we ook telkens mensen uit de industrie en andere onderzoeksgroepen uit. De bedoeling op langere termijn is om tot een jaarlijks event te komen waar mensen die bezig zijn met computer graphics in Vlaanderen elkaar kunnen treffen, en waar er bruggen kunnen gelegd worden tussen bedrijfs- en academische wereld. De aanwezigen uit de industrie waren alleszins vol lof over dit initiatief.

Dit jaar hadden we voor het eerst ook een gastspreker, Marcus Magnor van de T.U.Braunschweig, die een zeer interessante voordracht gaf over Visual Computing (foto).

Indien je volgend jaar ook een uitnodiging wil krijgen om aan de 4de editie deel te nemen (die normaliter aan het Departement Computerwetenschappen van de K.U.Leuven zal plaatsvinden), let me know.

woensdag 11 juli 2007

SIGGRAPH 2007 Preview Videos

SIGGRAPH 2007 nadert met rasse schreden. Deze hoogmis van de Computer Graphics community belooft weer een geweldig event te worden. Hier alvast de preview -video's van de verschillende programma-onderdelen:

http://www.siggraph.org/s2007/media/preview/

En hier een paar leuke activiteiten die de vorige jaren op SIGGRAPH te beleven waren ... Etch-A-Sketch zelf jammer genoeg niet meegemaakt, maar SquidBall wel.



dinsdag 3 juli 2007

Grafieken

De examens zijn weer voorbij, dus weer tijd om even te reflecteren over hoe het er aan toe gaat op mondelinge examens. Ik zal me beperken tot wat in deze zittijd de meeste studenten punten heeft gekost op het examen van Computer Graphics (en dit zijn hints voor diegenen die dit examen de volgende jaren wensen af te leggen).

Ondanks alle databases die studenten bijhouden om na te gaan welke vragen nu uiteindelijk gesteld worden op de examens, halen deze blijkbaar niet veel uit. De laatste 2 jaar stel ik op elke sessie van het examen Computer Graphics de vraag om het XYZ kleurenmodel uit te leggen (of iets gelijkaardig: 'Wat is het chromaticiteitsdiagramma', 'Wat zijn color-matching functies'). Je zou denken dat dit langzaam aan bekend begint te worden, maar dat is alleszins toch niet te merken in de kwaliteit van de antwoorden. Een enkeling slaagt erin deze vraag correct te beantwoorden. Nu, het is best een moeilijk stuk, dat weet ik ook wel. Maar dat is precies de reden waarom ik het vraag op het examen. Misschien staat het slecht uitgelegd in het boek, of is mijn uitleg in de les totaal verwarrend. Maar waarom stelt er dan niemand een vraag over via TOLEDO? Het blijft voor mij een vreemde vaststelling ...

Ik vraag soms ook wel om bvb. een grafiek te maken van het chromaticiteitsdiagramma, of de color-matching functies. Volgens mij zijn enkele dingen noodzakelijk als je een grafiek tekent: Uiteraard is er de curve of functie zelf, die (liefst) een benaderende juiste vorm heeft; maar een grafiek heeft ook assen, en deze assen hebben grootheden! Op de vraag 'Kan je eens het verloop van ... of ... schetsen', tekenen de meeste studenten wel min of meer een curve die lijkt op het gevraagde, maar weinigen kunnen dan ook de assen juist benoemen. Dat lijkt me echter essentieel, dat je weet wat er geplot wordt vs. wat. Als je dat niet weet, wat voor zin heeft die grafiek dan?

Dit laatste doet me denken aan een anecdote die ik ooit gelezen heb in het boek 'Science with a Smile' van Robert L. Weber, en die wordt toegeschreven aan Enrico Fermi (zie ook hier, en daarom de foto aan het begin van dit artikel):

Another Fermi Tale During a lecture at Los Alamos around 1945, Enrico Fermi was at the chalkboard discussing how a dependent variable--it may have been a cross section--varied with the independent variable, which may have been energy. Initially, the independent variable rose steeply, but when a criterion was satisfied, the steep rise ceased and the dependent variable thereafter remained approximately constant. To show this graphically, Fermi drew an x-axis and a y-axis on the chalkboard. He then drew the curve, which initially rose steeply and then leveled off. Thus far, Fermi had drawn three lines to illustrate his point and had given them no markings of anything quantitative.

He then stepped back from the board, thought for a moment, took a six-inch slide rule from his shirt pocket, and did a quick calculation. The result of the calculation prompted him to say that the level part of the curve was not as high as he had drawn it. Going back to the board, he used his fingers to erase the horizontal part of the curve and then carefully redrew it an inch or two lower than it had been initially. The room was silent for a moment, and then laughter erupted. Fermi smiled and continued the lecture.

Albert A. Bartlett
University of Colorado Boulder

Het is echter niet omdat Fermi hier mee wegkomt dat je daar mee kan wegkomen op het examen Computer Graphics! Alhoewel, de eerste die mij op een mondeling examen meldt dat Fermi het ook niet zo nauw nam met de labeling van zijn grafieken, krijgt een extra punt :-) !

maandag 2 juli 2007

K van K.U.Leuven

In De Standaard verscheen dit weekend (30/7/2007) een artikel over de mogelijke intrekking van het predicaat 'Katholiek' van de universiteit door het Vaticaan (artikels via intern persoverzicht K.U.Leuven). Dit naar aanleiding van het werk dat aan de universiteit gebeurt omtrent in-vitro-fertilizatie en gebruik van embryos. Een gevolg van het verlies van naam Katholiek zou ondermeer betekenen dat de opleidingen in de faculteiten Theologie en Kerkelijk Recht niet meer erkend worden door het Vaticaan, wat een significante daling van het aantal (vooral buitenlandse) studenten zou betekenen.

Ik zie echter niet in waarom werk dat gebeurt in de faculteit Geneeskunde een invloed zou kunnen hebben op de opleidingen in de faculteiten Theologie en Kerkelijk Recht. Ik zou veronderstellen dat als het Vaticaan bepaalde accreditaties moet verlenen, ze dit doet op basis van individuele opleidingen, en niet op basis van wat er gebeurt aan een volledige universiteit.

Ik vermoed dat het eventuele verlies van de K van de K.U.Leuven weinigen aan deze universiteit echt zorgen zal baren. Integendeel, het zou onze universiteit een beetje moderner maken en een overblijfsel uit de 19de eeuw wegwerken. Het woordje 'katholiek' in de naam van onze Alma Mater dateert immers van de heroprichting in 1834, na het opheffen van de Rijksuniversiteit die ontstaan was na de Napoleontische periode, en niet uit 1425.

Het is met die K een beetje als met de kleren van de keizer. Het mag niet luidop gezegd worden, maar iedereen weet dat het met het katholieke karakter van de universiteit en haar personeelsleden niet beter gesteld is dan met het katholicisme in de rest van Vlaanderen. Waarom zou het ook? De tijd van de verzuiling ligt al een tijdje achter ons, en bovendien lijkt het niet onlogisch dat er aan de K.U.Leuven verhoudingsgewijs meer atheisten voorkomen dan in andere segmenten van de samenleving. (Exacte) wetenschappers staan nu eenmaal niet bekend voor hun overdreven geloofsovertuiging. In elk geval zou ik niet weten hoe het al dan niet aanwezig zijn van die K mijn werk als docent en onderzoeker zou moeten beinvloeden.

Als het Vaticaan de kwestie toch op de spits drijft, hoop ik in elk geval niet dat de universiteit krampachtig reageert en allerlei toegevingen begint te doen. Pas dan zullen we in de pulieke opinie als een wat achterhaalde universiteit bekeken worden. Laat de K dus maar geruisloos verdwijnen. Veel tromgeroffel hoeft daar niet aan te pas te komen.

(Cartoon Copyright Zaza & De Standaard)

Naschrift 11 juli 2007:

Ondertussen zijn er ook enkele opinie-artikels van collega's verschenen omtrent dit onderwerp (alle links naar intern persoverzicht K.U.Leuven):

DS 5/7/2007: Rik Torfs en Philippe Van Parijs vinden dat de tijd gekomen is voor een lossere band tussen hun universiteiten en het kerkinstituut. 'Alleen op die manier kan een einde komen aan het wederzijdse wantrouwen.'

DS 6/7/2007: Misplaatst hokjesdenken, zo omschrijft Jurgen Mettepenningen het pleidooi van Rik Torfs en Philippe Van Parijs, om de K los te koppelen van de U. 'De K van KU Leuven is geen attribuut dat je zomaar van je af kunt schudden.'


maandag 18 juni 2007

Waarom Computer Graphics?

Soms wordt me wel eens gevraagd hoe ik geinteresseerd ben geraakt in computer graphics. In de jaren 80 toen ik student was, was het immers niet evident om met (3D) grafische technieken en algoritmen in contact te komen. Maar voor de nieuwsgierigen, hier mijn inspiratiebronnen die me aangezet hebben om de graphics-wereld te verkennen.

Cosmos

Cosmos is de legendarische documentaire-reeks die begin jaren 80 werd uitgezonden, en die gepresenteerd werd door prof. Carl Sagan (die trouwens prof was aan Cornell University). Ik denk dat vele jongeren die toen de serie gezien hebben (waaronder ikzelf), sterk geïnspireerd zijn geweest door Cosmos om een wetenschappelijke carriere te beginnen. Een van de aspecten aan Cosmos die me voornamelijk intrigeerde was het gebruik van grafische technieken, tot dan toe praktisch ongezien op televisie. Zo is er de evolutie-sequentie, die de evolutie van eencellige tot mens laat zijn d.m..v. naar hedendaagse normen primitieve key-frame animatie. Maar op mij maakte dat een geweldige indruk.



Knight Lore

Een andere invloed waren de computerspelletjes op hobby-computers zoals de ZX-Spectrum of Commodore-64. Alhoewel graphics toen natuurlijk al lang bestond als discipline (ray tracing dateert van 1981 ...), waren 3D graphics op dergelijke hobbymachines toch nog steeds iets speciaal. Vooral het spelletje Knight Lore, met een isometrisch 3D perspectief, sprak tot de verbeelding.



Newman & Sproull

Het boek dat me definitief op het pad van 3D graphics zette, was Principles of Interactive Computer Graphics, de 'bijbel' voor 3D graphics voor het boek van Foley & Van Dam. Vooral de zwart-wit prenten van volledig ingekleurde 3D objecten zoals de teapot of de VW beetle, of zoals hieronder de vrouw van Gouraud himself, spraken sterk tot de verbeelding.


Examenstress

Uit De Standaard, 18 juni 2007:

Meer ouders kampen met examenstress


Teleblok, de hulplijn voor blokkende studenten, krijgt dit jaar opvallend veel telefoontjes van ouders. 'Ze leven heel erg mee, maken zich zorgen over stimulerende medicatie en hebben vaak zelf last van examenstress', zegt Veerle Aerts, coördinator bij Teleblok.
'We noteerden een echte piek nadat kranten geschreven hadden dat drie procent van de studenten stimulerende medicatie gebruikt', zegt Aerts. 'Ouders waren toen behoorlijk ongerust. Mijn zoon zit op kot, hoe kan ik achterhalen of hij iets gebruikt? Of: welke vitamines kunnen we onze kinderen wél geven?' (aeg)

Dit doet me een beetje denken aan de indruk die we op de unief ook hebben dat ouders meer begaan zijn met de studies van hun studerende kinderen dan de studenten zelf.

Op info-dagen bijvoorbeeld is een duidelijke toename in de aanwezigheid van ouders te zien de laatste jaren. Vaak zonder de laatstejaars uit het middelbaar, want die werden verwacht op een kamp, een festival, of een ander event. Dus stellen de ouders maar de vragen i.v.m. studiekeuze i.p.v. de toekomstige student.

Een ander fenomeen is de toenemende vraag van ouders naar uitleg over de behaalde studieresultaten. Regelmatig krijg ik telefoontjes van bezorgde ouders die wensen te weten waarom zoon of dochter gebuisd is. Dergelijke telefoontjes wijs ik echter resoluut af. Studenten ouder dan 18 zijn juridisch volwassen, en dus is het niet aan mij om uitleg aan derden te verschaffen, ook niet als die derden hun ouders zijn. Ook in de studieresultaten geldt er de privacy-wetgeving ;-)

donderdag 14 juni 2007

Mondelinge examens revisited

Gedurende de januari-zittijd had ik reeds enkele bedenkingen over mondelinge examens gepost. Sinds ongeveer een week zijn we terug bezig, en alhoewel ik weliswaar nog maar een beperkt aantal studenten ondervraagd heb, toch reeds een aantal vaststellingen:
  1. Het valt me op hoe weinig moeite studenten doen om een antwoord goed te stofferen. Een vraag die gemakkelijk zou kunnen resulteren in enkele pagina's schriftelijk antwoord, wordt beantwoord op een halve pagina met enkele lijntjes: geen enkele wiskundige uitwerking, geen nuances, geen details ... zelfs bij het mondeling deel komt er dan dikwijls niet meer uit. Mijn vermoeden is dat dit dan meestal studenten zijn die enkel de slides gestudeerd hebben, en niet eens de moeite gedaan hebben om het boek dat hoort bij het vak te lezen. Ik zeg bij het begin van elk vak dat slides er vooral niet zijn om te studeren, enkel om wat makkelijker les te kunnen geven (bvb. voor visuele hulpmiddelen) of als hulpmiddel om nota te nemen.

  2. Wat in les als leerstof mondeling vermeld wordt, daar schiet op het examen niets van over. Niemand neemt nog nota (heeft misschien iets te maken met het lesgeven a.d.h.v. slides?), en bijgevolg kent ook niemand de denkwijze, nuances, problemen die bepaalde technieken of algoritmes opduiken. Niet alles staat op de slides of het boek, er is ook veel relevante info die enkel door mezelf mondeling verteld wordt. Daarvoor dient een les toch?
    Je zou als tegenargument kunnen aanhalen dat je ook een vak moet kunnen blokken zonder naar de les te gaan. Dat is uiteraard waar, maar dan zeker mag je je niet beperken tot summiere informatie op slides, waarvan je de context niet kent. En in dat geval zoek je best ook informatie in meer dan 1 boek, kwestie van beide kanten van een verhaal te kennen, dat je in de les gemist hebt.

  3. En om af te sluiten: blijkbaar werden de vorige tips goed opgevolgd. Tot nu toe heeft nog geen enkele student namen van personen of algoritmen hopeloos verkeerd uitgesproken :-)

dinsdag 12 juni 2007

Citaties

De beslissingen voor benoemingen voor het ZAP zijn voor dit jaar genomen, en vermoedelijk zijn de meeste collega's reeds voor een bespreking bij hun respectievelijke decanen langsgeweest. Een van de aspecten waar naar gekeken wordt in de beoordeling van dossiers is de wetenschappelijke output. Dat meet zich natuurlijk in aantallen papers in journals, conferenties e.d., maar evengoed in citaties (anderen die naar jouw papers refereren). Dit klinkt allemaal zeer aannemelijk, maar er zitten toch enkele adders onder het gras, die het niet makkelijk maken om verschillende dossiers met elkaar te vergelijken. Ik wil hier niet ingaan op het beslissingsproces zelf (het is niet gemakkelijk om appels met peren en met citroenen te vergelijken), maar wel op de manier waarop men nagaat hoeveel citaties behaald zijn.

Zo werd gevraagd aan kandidaten om citaties van hun eigen papers te geven die gerapporteerd worden via Citeseer. Citeseer is, ten minste voor computerwetenschappen, al enkele jaren niet meer ge-updeet. Mijn meest recente publicatie die door Citeseer gerapporteerd wordt dateert van 2003. Niet erg relevant voor een snel evoluerend domein als computerwetenschappen. Ik hoop dan ook dat de beoordelingscommissie de Citeseer resultaten met een grote korrel zout nemen.

Heel wat betrouwbaarder (en waar trouwens ook naar gevraagd werd), en zeker voor computer graphics waar ongeveer alle papers online beschikbaar zijn, is Google Scholar. Een goede tool om te zoeken a.d.h.v. data in Google Scholar is Publish or Perish. Niet enkel worden de aantallen citaties weergegeven, maar ook allerlei indicatoren zoals de h-factor of g-factor van een wetenschapper. Een h-factor die gelijk is aan x, betekent dat je x papers gepubliceerd hebt die elk tenminste x citaties halen. De achterliggende redenering is dat veel papers publiceren goed is, maar die moeten ook gerefereerd worden. Een boel papers die elk slechts eenmaal gerefereerd worden stellen weinig voor.

Het is vrij leuk om eens te spelen met de Publish or Perish tool en na te gaan hoeveel citaties collega's effectief halen. Perceptie en realiteit liggen soms ver van elkaar verwijderd ...

SIGGRAPH 2007

Binnenkort komen de grote graphics conferenties er weer aan. Voor computer graphics is het top-event ongetwijfeld SIGGRAPH. OP deze jaarlijkse conferentie komen vele aspecten die met graphics te maken hebben aan bod, maar de parel in de kroon is toch nog steeds het Papers Program. Hier worden de beste wetenschappelijke onderzoeksresultaten van het afgelopen jaar voorgesteld.

Dit jaar is er van onze groep 1 paper aanvaard: The Influence of Shape on the Perception of Material Reflectance. We stellen enkele resultaten voor waarbij we nagegaan hebben hoe de vorm van een object onze indruk van het materiaal waaruit dit object bestaat beinvloedt. Dit paper heeft reeds heel wat reactie losgeweekt in de academische wereld. Op een eerste voorstelling in april in Dagstuhl werd het vrij positief onthaald, en we mogen het zelfs als invited speaker voorstellen op het Symposium on Applied Perception in Graphics and Visualization, in Tuebingen deze zomer. Tegelijkertijd wordt er op SIGGRAPH ook een paper gepresenteerd door de graphics groep in Cornell (waar ik zelf een aantal jaren gewerkt heb) dat een gelijkaardige aanpak volgt: Visual Equivalence: Towards a New Standard for Image Fidelity. De moeite waard om beide papers eens uit te checken.

Wat ook leuk is, is dat ex-doctorandi van de groep in hun jobs als post-docs ook dit jaar papers hebben op SIGGRAPH. Pieter Peers (University Southern California) met Post-production Facial Performance Relighting using Reflectance Transfer; en Bart Adams (Stanford) met Adaptively Sampled Particle Fluids.

Leuven Graphics Rulez!

We're back

De vorige post op deze blog dateert van 22 februari 2007, dat betekent dus een hiaat van bijna 4 maand, en dit ondanks mijn voornemen om hier regelmatig wat ervaringen uit het leven aan de K.U.Leuven weer te geven.

Nu, er zijn wel enigszins verzachtende omstandigheden in te roepen. Het tweede semester is qua lesgeven meestal zeer druk, met 2 vrij omvangrijke vakken (Methodiek van de Informatica in 1ste bachelor burg. ir., en Computer Graphics, voor ir.cw. en bachelor informatica). Dat slorpt dus al een deel van de tijd op. Bovendien is de stroom van onderzoekspapers die moeten gereviewed worden voor de belangrijke conferenties in maart op zijn hoogtepunt. En last but not least, zijn er ook wel een aantal veranderingen in mijn prive-leven gebeurt die mijn tijdsbesteding min of meer grondig veranderd hebben.

Maar goed, nu alles een beetje op zijn pootjes gevallen is, zal ik proberen terug wat regelmatiger te posten, De examens zijn daar nu natuurlijk de geschikte tijd voor, met allerhande sappige verhalen van studenten die ofwel brilliant ofwel totaal ondermaats presteren.

donderdag 22 februari 2007

Geen examen op 11 juni?

10 juni zijn er verkiezingen. 11 juni begint aan de K.U.Leuven de examenperiode, althans volgens de academische kalender.

Afgelopen dagen werd er gepleit (door o.a. politicus Stijn Bex) om op 11 juni dan maar geen examens te organiseren. Gaan stemmen op 10 juni en een examen op 11 juni zou is blijkbaar een onoverkomelijk probleem. In alle verkiezingen die ik al heb meegemaakt kost gaan stemmen me tussen een kwartier en een halfuur. Het onoverkomelijke zie ik dus niet dadelijk in. Nu, ik begrijp wel dat er zwaardere logistiek achter zit dan enkel maar gaan stemmen. Vele studenten moeten stemmen in hun thuisgemeente, en een eventuele extra verplaatsing vanuit Leuven kan redelijk wat tijd kosten.

De oproep om geen examens te organiseren op 11 juni lijkt me echter een overroepen probleem, en staat in contrast met andere gewoontes. Zo is de aanwezigheid in lessen en oefeningen op vrijdagnamiddag en zelfs maandagmorgen beduidend minder dan op andere dagen. Blijkbaar is de aanwezigheid in de thuishaven wel een belangrijk gegeven, behalve dan toevallig de dag voor de verkiezingen.
Stijn Bex haalt ook op zijn website aan: "Het kan toch niet zo moeilijk zijn om op één dag geen examens te plannen. Op sommige faculteiten aan de KULeuven gebeurt dit nu reeds naar aanleiding van het patroonsfeest op 2 februari." Hmmm, toch even nuanceren: op 2 februari zouden er de facto geen examens mogen zijn. Dit jaar vroegen studenten om WEL examens te organiseren op vrijdag 2 februari zodat iedereen tijdig op ski-vakantie kon vertrekken. En in praktijk is het wel moeilijk als er een dag examens tussenuit valt, omdat zowat elke student eist dat er minstens een volledige dag tussen 2 examens valt.

Nu, ik gun de studenten natuurlijk wel dat extra dagje uitstel. Het is enkel dat het allemaal vrij hol klinkt, alsof studenten het ganse jaar door elke morzel tijd minutieus gebruiken ... :-)

maandag 19 februari 2007

Master Informatica

De kogel is door de kerk. De opleiding informatica telt in de toekomst 5 jaar ipv. 4 jaar. Bij de Bachelor-Master hervorming werd o.a. Informatica niet weerhouden om van 4 naar 5 jaar te verlengen. De 5 universiteiten die deze studierichting aanbieden hebben dan in allerijl gedurende de zomer van 2006 een capaciteitsplan ingediend bij minister Vandenbroucke om aan te tonen dat de 5 jaar wel degelijk nut heeft en haalbaar is. En nu is die 5-jarige opleiding er dus ook gekomen.


Bericht uit De Standaard van 19 februari 2007:

Nog zes masters van vijf jaar

Brussel.

Aan de universitaire studierichtingen in de Wetenschappen waarvan al eerder beslist werd dat ze vijf in plaats van vier jaar mogen duren, zijn er vrijdag nog eens zes toegevoegd: master in de Sterrenkunde (KU Leuven), master in de Fysica en de Sterrenkunde (UGent), master in de Wiskunde (UA en VUB), master in de Fysica (VUB), master in de Geomatica en de Landmeetkunde (UGent) en master in de Informatica (computerwetenschappen), een opleiding die de vijf Vlaamse universiteiten samen organiseren.

Dat betekent dat het curriculum van die opleidingen voortaan 300 studiepunten mag en moet omvatten.

De meeste studierichtingen omvatten maar 240 studiepunten. (g.teg.)

gteg
© 2007 Vlaamse Uitgeversmaatschappij NV

Tweede semester

Het tweede semester is een weekje oud, en na de gebruikelijke chaos gedurende de eerste week, tijd om eventjes op adem te komen :-)

Dit semester geef ik mijn gebruikelijke vakken, Computergrafieken (hogere jaren burg.ir.computerwetenschappen en informatica), en Methodiek vd Informatica (1ste bach. burg.ir). Daarnaast nog wat gastoptredens hier en daar, en dat zorgt voor een redelijk gevuld lessenroosters.

Vorige week heb ik mijn promotiedossier ingediend, en een item dat beantwoord moest worden was hoe en op welke manier aan onderwijsvernieuwing gewerkt wordt, en op welke manier men zichzelf bijschoolt voor de vakken die men doceert. Nu, dat laatste is voor Computergrafieken alleszins geen probleem. We staan met de onderzoeksgroep Computer Graphics aan het departement Computerwetenschappen internationaal redelijk goed, dus ik maak we weinig zorgen over het feit dat deze cursus snel zou verouderd raken. Het is wel iets wat studenten niet altijd beseffen: er zijn aan onze faculteit onderzoeksgroepen van wereldniveau (en daar reken ik Graphics even niet bij), en dus krijgen ze ook les van toponderzoekers. Studenten zouden daar tijdens hun studies veel meer gebruik van moeten maken!

Voor Methodiek vd Informatica ligt het wat moeilijker. Beginselen van object-georienteerd programmeren zijn nu eenmaal minder onderhevig aan onderzoeksresultaten. De vernieuwing en aanpassingen zitten daar meer in de onderwijskundige aanpak. Later daarover meer ...

vrijdag 2 februari 2007

Patroonsfeest 2007


Traditioneel reikt de universiteit op 2 februari de eredoctoraten uit. Ook dit jaar is er een volledig programma rond opgebouwd. Altijd leuk om naar toe te gaan, ware het niet dat er op 2 februari ook nog examens doorgaan.

Kan toch niet volgens de academische kalender? 2 februari geen examens, en 3 februari in principe wel. Ware het niet dat de studenten gevraagd hebben om toch op 2 februari examens te mogen doen, zodat iedereen op 3 februari op ski-vakantie kan vertrekken ... Nou moe! :-)

zondag 28 januari 2007

BlueJ & 'Objects First'

Deze week twee events te melden m.b.t. tot het boek dat ik gebruik in 1ste bachelor burgerlijk ingenieur, nl. Objects First with Java, door David J. Barnes & Michael Kölling. Enerzijds heb ik de voorbije weken de eerste draft van de Nederlandse vertaling van de 3de editie nagelezen, anderzijds heeft Microsoft blijkbaar een patent aangevraagd voor de 'Object-bench', een feature dat al jaren in BlueJ (de teaching tool die samen met het boek ter beschikking wordt gesteld) aanwezig is, en dat nu door Microsoft geclaimd wordt als een eigen uitvinding.

Nieuwe Nederlandstalige 3de editie

De aanpak die gevolgd wordt door Barnes en Kölling in hun boek is tot nu toe een zeer succesvolle aanpak geweest om studenten te laten kennismaken met object-georienteerd programmeren in het algemeen, en Java in het bijzonder. In de meeste andere inleidende boeken wordt de focus nogal zwaar gelegd op syntax-constructies (de 23 manieren om een if-then-else te schrijven bvb.), maar ik ben er dus van overtuigd dat dat geen goede aanpak (meer) is. Mijn opinie is dat studenten zo snel mogelijk met objecten moeten kunnen werken, en allerlei finesses van de taal zelf hoeven niet noodzakelijk in een eerste cursus aan bod komen.

Het gebruik van BlueJ als ontwikkelingsomgeving vind ik zelf ook zeer positief. Weiliswaar is BlueJ beperkt in mogelijkheden in vergelijking met andere IDE's zoals JCreator, Visual Studio of de omgeving van Sun, maar didactisch gezien is het een hit: geen honderden opties en buttons waar studenten die nog nooit zelf geprogrammeerd hebben hun weg niet in terugvinden, en redelijk wat didactische ondersteuning voor debugging en het inspecteren van objecten bvb.

Sinds we dit boek, samen met BlueJ gebruiken (sinds 2005-2006), hebben we alle materiaal van het vak 'Methodiek van de Informatica' ook terug op 1 lijn gebracht, wat ik denk een goede zaak is. Er was een beetje een wildgroei ontstaan m.b.t. slides en oefeningenbundels, wat vanuit didactisch oogpunt nooit echt een goede zaak is.

Ondertussen is de Engelse versie van dit boek aan zijn derde editie toe, en volgt de Nederlandse vertaling binnenkort. Deze week was ik net klaar met het nalezen van de vertaling, die zeer goed gedaan is. Weliswaar stoot je hier en daar op grappige, in sommige gevallen, te letterlijke vertalingen, maar het is afwachten of de uitgever een aantal van mijn suggesties zal opvolgen.

Microsoft Patent

En in ander BlueJ nieuws:
Blijkbaar heeft Microsoft het idee van de Object-bench zoals die in BlueJ bestaat, ingebouwd in zijn eigen producten (geen probleem ...), maar tracht er nu ook een patent op te verwerven. Zie o.a.:

http://www.bluej.org/mrt/?p=21

http://digg.com/software/Microsoft_copies_features_attempts_to_patent

Ik ben voorstander van patenten te kunnen nemen op software (uiteindelijk is software ook maar een stuk techniek, dus waarom niet -- Pixar heeft ook patenten op grafische algoritmen die zijzelf ontwikkeld hebben zoals stochastische ray tracing, geen probleem), maar wat Microsoft hier doet gaat toch veel te ver. Patenten nemen op dingen die je zelf niet hebt uitgevonden .... Het is natuurlijk niet de eerste keer dat Microsoft dit doet, maar hopelijk wordt deze keer het patent niet goedgekeurd.

dinsdag 23 januari 2007

S***t

Ik heb niet de gewoonte om op deze blog veel details uit mijn priveleven neer te schrijven, maar toch even dit. De combinatie van SIGGRAPH deadline-stress, samen met andere deadlines zoals FWO projecten, reviewing die ik moet doen als associate editor van IEEE TVCG, examens (Januari is elk jaar opnieuw de drukste maand van het jaar, en dat gaat nog zo vlotjes door tot half februari) begint zijn tol te eisen. Waarschijnlijk door een gebrek aan slaap (4 uur per nacht de laatste dagen -- en ik ben natuurlijk niet meer zo kwiek als de doctoraatsstudenten :-) ), een gebrek aan deftig en regelmatig voedsel voelde ik mij vanorgen letterlijk sh***t. Gelukkig zijn er dingen zoals Tylenol en Red Bull als ontbijt om er in een mum van tijd terug bovenop te komen.

Onwillekeurig moest ik terugdenken aan een quote uit de film 'The Devil Wears Prada" van enkele maanden geleden. Een conversatie tussen 2 characters Nigel en Andrea:

"How do you know you're doing well working for Miranda? Your personal life falls apart," Nigel explains. "When your whole life goes up in smoke, that's when it's time for a promotion."

Klinkt een beetje als werken aan de KUL. Wat er mij aan doet herinneren dat het tijd is om promotiedossiers in te dienen ...

maandag 22 januari 2007

Zijn professoren lui?

Deze week was er op SlashDot een discussie over het kraken van het SHA-1 data-encryptie schema. In de marge ervan ontspon er zich een discussie over het feit of dat professoren als academische researcher nu al dan niet lui zijn (dit soort off-topic discussies is typisch voor SlashDot natuurlijk). Maar de volgende comments vond ik wel grappig ... en nu hoor je het ook eens van een ander :-)

(Comments copyright original authors)

http://it.slashdot.org/comments.pl?sid=217942&cid=17697140

There is no other way to protect unpopular views. The whole purpose of tenure is to allow scientists with new or minority ideas that are outside of the scientific/political/economic orthodoxy to continue to do research in spite of the fact that their work can't get wide publication. We make them prove that they are competent by meeting the extremely high standards of the tenure review process - getting tenure is no cake walk - then we give them the freedom to follow research avenues without regard to how popular that area of research is, and without fear that unconventional avenues or conclusions will cost them their job.

Part of the price we pay for this is that some people will be lazy. Academia as a whole feels that this is worth the risk because:
1. The tenure review process will screen out the overwhelming majority of the lazy people - you simply can't get tenure if you're lazy - it's too damn hard.
2. Carrying a few lazy professors is more than worth the benefit of having a faculty that is unafraid to voice the truth as they see it without fear of reprisal from administration, established researchers in their field, powerful alumni, government, etc.
3. Knowing what work will lead to something "useful" is tantamount to being able to predict the future. The idea that one can tell in advance where important breakthroughs will come from or where they will lead is a bean counter's fantasy. Therefore we have to trust that extremely competent scientists when allowed to follow their own chosen research paths without coercion will come up with important results. It's worked for us so far.

http://it.slashdot.org/comments.pl?sid=217942&cid=17699538

The argument I hear implicit in your words, that professors should be compensated for their research activities, is one I support. However, as I mentioned below, this is often not feasible because the "worth" of one's research is not always immediately apparent. Additionally, you are referring to tenured academics as lazy, which I simply cannot countenance. You glorify something that you do not understand. Therefore, though I am only a Ph. D. student at the moment, I wish to share my view (doubtless with its misconceptions) of the career as an aspiring academic:

Becoming a professor is not a career decision to be taken lightly and it is not for the lazy; it truly is something that must be born of a devotion to the pursuit of knowledge to the exclusion of almost everything else. The training process required to get a Ph. D. is lengthy, difficult, and generally unrewarding. True, we are generally funded while graduate students, but the funding is paltry, requires a TA or RA position at the institution unless you are fortunate enough to obtain a fellowship, and carries an expectation to devote every moment of our time to our studies and research. Even fellowships contain clauses prohibiting us from working without permission of the dean. Following a successful defense, most professors must undergo a more difficult and only slightly more rewarding postdoctoral position. These do not necessarily lead to tenure-track positions; approximately 10% will be offered assistant professorships, which carry an average salary of $44,939. In other words, after I complete my Ph. D. and a postdoc, I can look forward to starting at about $10,000 less per year than I would with most jobs I could attain right now with only a bachelor's degree in CS if I happen to be in this fortunate 10%. This is despite all of the work I have published without demanding anything in return (indeed, such work is expected). If I please my superiors and bring lots of grant money in for my institution (which involves writing a lot of proposals I'd rather not be bothered with, as they interfere with my research and other duties), I may eventually be granted tenure and perhaps rise in academic rank.

We are not compensated for publishing our research, so unless we choose to patent our innovations, our salary is our sole source of income.

A lazy person would not get this far. Anyone capable of enduring that much to reach this point is dedicated enough to the pursuit of knowledge to continue of his own accord because it is truly what he wishes to do.

zondag 21 januari 2007

SIGGRAPH ... laatste dagen



Iedereen die in het resaerch-wereldje van computer graphics zit is vertrouwd met de SIGGRAPH-deadline in januari (zie ook eerdere post), die steeds zeer veel stress met zich meebrengt. Ook met de Leuvense graphics-groep zijn we uiteraard hard bezig om onze papers tegen de deadline op tijd klaar te krijgen.

Speciaal voor mijn doctoraatsstudenten zeer herkenbaar sfeerbeeld (hierboven). BTW, voor wie onze SIGGRAPH publicatie van vorig jaar wil zien, kan nog steeds hier terecht.

(cartoon copyright Ph.D. Comics)

Mondelinge Examens

De januari-zittijd is ondertussen een weekje oud, en ik heb dus ook het genoegen mogen hebben om een aantal studenten mondeling te ondervragen. Nu, mondelinge examens vindt ik zelf echt niet meer van deze tijd. Het is gigantisch tijdsopslorpend, het is zeer moeilijk om een consistente kwotering te geven over verschillende groepen, en de 'added value' van de mondelinge uitleg vindt ik meestal niet zo groot. Dat vanuit het standpunt van de prof. Maar ik kan wel ergens begrijpen dat studenten er zich gemakkelijker bij voelen. Er is immers steeds het gevoel van 'ik kan het allemaal nog mondeling toelichten'. Het zal dus wel voor een zekere gemoedsrust zorgen.

Gegeven dat mondelinge examens bestaan, toch de volgende tips voor studenten die bij mij mondeling examen komen afleggen (in willekeurige volgorde):
  • Je hoeft niet naar mijn lessen te komen. Wie wel of niet naar de lessen komt interesseert me eigenlijk niet -- ik hoop enkel dat studenten die wel naar de les komen het de moeite waard vinden door de 'extra stuff' die ik daar laat zien of vertel. Maar, als je niet komt, wil dat wel zeggen dat je op z'n minst aan je medestudenten vraagt hoe je namen van algoritmen of personen uitspreekt. Ik heb soms moeite met ernstig te blijven als een student een naam volledig verkeerd uitspreekt, wat hij onmogelijk van mij in de les kan gehoord hebben. Nu, dat kost je natuurlijk geen punten, maar je slaat in mijn ogen wel een belachelijk figuur.

  • Neem een douche voor het examen! Als je een volledige dag studenten moet ondervragen die naast je zitten, en de helft heeft zich duidelijk niet gewassen die morgen, dat is niet van die aard om mij gunstig te stemmen. Als je de tijd niet hebt, eet dan snel wat kauwgum om een eventueel riekende adem te camoufleren. Hetzelfde geldt trouwens voor zware rokers. Ik weet wel dat sommigen van nature uit een zekere lichaamsgeur hebben -- daar kan niemand iets aan doen -- maar er bestaan hulpmiddeltjes voor. Gebruik ze dan ook.

  • In dezelfde categorie: probeer er een beetje deftig voor te komen. Het is helemaal niet nodig om in business-suit op te dagen, maar een verzorgd uiterlijk (en dat kan jeans en t-shirt zijn, waarom niet) is gewoon een teken van beleefdheid. En om populaire mythes te ontkrachten: korte rokjes voor de meisjesstudenten helpen absoluut niet om meer punten te halen. Het is ongelooflijk hoeveel mensen mij over dat laatste punt aanspreken, met ' Zeg daar nu eens echt de waarheid over...'.

  • Het is jouw taak om mij ervan te overtuigen dat je de examenstof kent, het is niet mijn taak om kost wat kost in je hersenen elke bit informatie te ontfutselen. Als ik dus een vraag stel, antwoord dan niet met een one-liner, of met 'ja' of 'nee'. Ik wil een uitleg horen, het is immers een examen, we zitten niet in kwis als Blokken. Als je 2 'bijvragen' op deze manier beantwoordt, dan is mijn besluit dat je ofwel de vraag niet kent, ofwel dat je geen moeite wil doen. Mij goed, lage score en op naar de volgende vraag!

  • Niet rond de pot draaien! Professoren zijn geen idioten (denk ik toch :-) ), we hebben allemaal een doctoraat behaald, publiceren wetenschappelijke artikels, en zijn gewoon om praktisch dagelijks met andere wetenschappers te discussieren. We hebben het dus wel door als een student er zich probeert 'uit te lullen'. Als je een antwoord niet weet, zeg dan gewoon eerlijk 'ik weet het niet', en geef geen halfbakken uitleg van iets wat er niets mee te maken heeft. Tijd gewonnen voor jou en voor mij.

  • Hoe stem je dan wel de prof gunstig? Wel, vrij eenvoudig: door je leerstof geblokt te hebben! Dat is nog altijd de beste garantie voor een goede score op het examen. Ik heb er geen problemen mee om studenten te laten zakken op een examen. Maar ik heb er ook geen probleem mee om iemand een 20 te geven als die alles perfect kent. Er is niets zo leuk als een student te ondervragen die laat zien dat hij alles door en door begrepen heeft. Daar gaat het uiteindelijk toch om?
Alleszins hoop ik dat iedereen succesvolle examens in deze zittijd aflegt! Good Luck!

woensdag 3 januari 2007

Middelmaat aan de universiteit?

In De Standaard van 28 december 2006 verscheen een artikel over ingenieurs-studenten van onze faculteit die onderzoek verricht hebben naar de werking van de power-ball. Prof. George van der Perre, van de afdeling BMGO, was vol lof over het project, en stelde dat de studenten op deze manier boven zichzelf konden uitgroeien. Interessanter was echter de volgende quote:
George van der Perre, begeleidend hoogleraar mechanica aan de KU Leuven, vindt dat de universiteit de beste studenten de meeste kansen zou moeten geven. ,,De case van de powerball blijkt een dankbaar studieobject om tweedejaarsstudenten die soms in een impasse raken, opnieuw te stimuleren'' verklaart hij. ,,Ik vind dat we goede studenten in de gaten moeten houden, en ze bijvoorbeeld bij hun maatschappelijke carrière moeten helpen of voorrang geven bij een promotieplaats.'' Volgens Van der Perre is dat principe te lang onbespreekbaar geweest: ,,Middelmaat regeert nu op de universiteit.''
Ik ben ook de mening dat middelmaat regeert op de universiteit, het is zelfs een van mijn steeds terugkerende stokpaardjes...

In Vlaanderen is er de optie genomen dat zo veel mogelijk studenten zonder voorwaarden aan het hoger onderwijs moeten kunnen deelnemen. Die 'zonder voorwaarden' zijn vrij letterlijk te nemen: Je kan bij wijze van spreken de dag voor het academiejaar begint je inschrijven in om het even welke studierichting. Filters zoals het toelatingsexamen bij de burgerlijk ingenieurs moesten van Minister Vanderpoorten absoluut verdwijnen. Nu, op zich is dat een politieke keuze die te verdedigen is. Deze keuze is echter niet verenigbaar met de ambitie om een (Europese) topuniversiteit te worden.

Het is geen toeval dat belangrijke spin-offs zoals Google starten aan elite-universiteiten die niet enkel de beste studenten recruteren, maar ook de beste studenten aanmoedigen hun talenten maximaal te ontplooien. In ons systeem zetten we allerlei voorzieningen op (monitoraten, ruime faciliteiten en een soepel deliberatie systeem) om de minder goede studenten te laten slagen. Maar de beste studenten blijven vaak in de kou staan. Er zijn te weinig incentives voor hen boven het gemiddelde uit te stijgen gedurende hun studies. Uiteraard zijn die incentives er later wel (bvb. bij FWO aanvragen), maar amper tijdens de studies.

Zelfs indien de docenten dit willen, is het niet eenvoudig. Enkele jaren geleden speelde ik met de idee om studenten in het vak 'Methodiek vd Informatica' in de 1ste bachelor burg.ir. op vrijwillige basis een niveautest te laten afleggen. Het is immers zo dat er velen reeds weet hebben van informatica-technieken. Als je dan een bepaald niveau zou halen, dan zou je geplaatst worden in een speciale reeks voor de oefenzittingen, waar aan een versneld tempo de stof wordt behandeld, en zelfs eventueel extra stof kan aangesneden worden. Dergelijke voorstellen stuiten op een boel praktische bezwaren. Uiteraard is er de logistieke kant van de zaak, maar ook examen-juridische. Geef je dan aan beide groepen hetzelfde examen? Wat als een student uit de geselecteerde groep zou zakken op een examen dat 'moeilijker' is dan dat van de andere studenten? Etc.

De bekende Amerikaanse Ivy League universiteiten hebben dikwijls speciale programma's voor briljante studenten. Zie o.a. het Cornell Presidential Scholar Program. Ik denk dat het tijd wordt dat de K.U.Leuven ook in deze richting begint te denken.