maandag 30 oktober 2006

Boeken die je als (computer) researcher zou moeten lezen ...

Volgende boeken staan alleszins in mijn top lijstje van wat een beginnend researcher zou moeten lezen om de spirit van onderzoek te pakken te krijgen. In geen specifieke volgorde:
  1. The Double Helix - -James. D. Watson
    Het verhaal over hoe de structuur van DNA werd ontdekt door Watson, Crick en Franklin. Het is een zeer goed geschreven boek, en leest bijna als een detective-roman. Het boek onderwaardeert wel de rol die Rosalind Franklin gespeeld heeft, maar dat doet niets af van het vlotte verhaal.

  2. The Idea Factory -- Pepper White
    Het persoonlijk relaas van een student op de ingenieursschool bij uitstek, MIT. Het begint in Belgie, waarin de verteller op het von Karman insttituut werkte, en het hele boek schets op een goede manier hoe je als ingenieur en wetenschapper leert denken. Ik heb mijn copie trouwens zelf in de MIT bookshop gekocht in april 2005 toen ik daar vertoefde voor de Program Commitee Meeting voor SIGGRAPH 2005.

  3. Surely you're joking Mr. Feynman -- Richard Feynman
    Dit boekje illustreert perfect de spirit waarin wetenschappelijk onderzoek zou moeten gebeuren. Written by the master prankster en nobelprijswinnaar himself. Bovendien nog gevolgd door het eveneneens goede What do you care what other people think?

  4. A Ph.D. Is Not Enough -- Peter Feibelman
    Een boekje waarin wordt uitgelegd hoe je je eigen Ph.D. kan sturen en er het maximale uithalen. Denk niet dat je carriere binnen is eens je Ph.D. klaar is!

  5. The Soul of a New Machine -- Tracy Kidder
    Het ontwerp van de PDP-11 computer gepresenteerd als spannend verhaal. Vooral de proloog is prachtig: een party zit midden in de storm op de zeilboot. Iedereen in paniek, maar 1 man, Tom West, bewaart zijn kalmte en houdt de boot onder controle.
    The people who shared the journey remembered West. The following winter, describing the nasty northeaster over dinner, the captain remarked, "That fellow West is a good man in a storm.". The psychologist did not see West again, but remained curious about him. "He didn't sleep for four nights! Four whole nights." And if that trip has been his idea of a vacation, where, the psychologist wanted to know, did he work?
    Bleek nadien dat Tom West de ingenieur was die het team leidde dat de legendarische PDP-11 gedesigned heeft.

  6. Hackers -- Steven Levy
    Geschiedenis van de eerste dagen van personal computing, en de hacker-cultus die eruit gegroeid is. Je snuift praktisch de sfeer die op het AI-lab van MIT hangt als je het eerste derde van het boek leest. Mijn promotor Yves Willems vertelde me later dat hij een aantal personages uit het boek nog persoonlijk gekend heeft toen hij als doctoraatsstudent op MIT zat. Het laatste deel gaat over de opkomst de personal computer met o.a. Bill Gates en Steve Jobs.

  7. Godel, Escher, Bach -- Douglas Hofstadter
    Een must-read voor alle computerwetenschappers. Zelf gelezen toen in 18 of 19 was, en een echte verrijking over hoe je kan denken over het verband tussen wiskunde en informatica.

  8. Cosmos -- Carl Sagan
    Nu natuurlijk outdated, maar in 1981 was dit de tv-serie waardoor ik besloot exacte wetenschappen te studeren en onderzoeker te worden. Eerder een nostalgie-trip dus.

Vrouwen en Wetenschap

Regelmatig wordt er in onze faculteit nagedacht over waarom we er zo weinig in slagen meisjesstudenten aan te trekken die voor ingenieur willen studeren. Steeds worden er allerhande verklaringen verzonnen, maar eigenlijk wordt er weinig creatiefs aan gedaan. Onlangs stelde ik voor om een aparte sessie in te richten voor meisjes-abiturienten op de jaarlijkse infodag, en te proberen op die manier, met specifieke informatie, enkele misverstanden of vooroordelen weg te nemen. Deze maand starten de voorbereidingen van de infodagen voor 2007 (ik verzorg meestal het luikje voor computerwetenschappen), dus we zullen afwachten of we dit jaar meer succesvol zullen zijn in onze recruiting campagnes.

Interessant hierbij is dat uit onderzoek blijkt dat rolmodellen wel degelijk een belangrijke invloed kunnen hebben. Dit weekend heb ik 2 boeken gelezen van bekende Vlaamse vrouwelijke wetenschappers, Christine Van Broeckhoven (Brein en Branie, Houtekiet) en Catherine Verfaillie (Van Cellen tot Daden, Lannoo). Beiden beschrijven in hun respectievelijke boeken welke moeilijkheden ze hebben moeten overwinnen om tot de wetenschappelijke top te behoren, gemengd met uitleg over hun specifieke onderzoeksdomeinen (Alzheimer en Stamcellen). Het is zeker inspirerende literatuur voor jongere wetenschappers, en speciaal voor jonge vrouwelijke wetenschappers kan het een extra stimulans betekenen om in het nog te mannelijke bastion van de exacte wetenschappen hun plaats te veroveren. Aanraders!

Addendum: op de eerste vergadering m.b.t. het organiseren van de infodag voor toekomstige ingenieursstudenten die plaatsvond op het decanaat op 10 november, is beslist om geen aparte sessie op te zetten die zich specifiek zou richten op meisjesstudenten. De aanwezige vrouwelijke collega's vonden dat een dergelijke sessie een te sterk stigmatiserend karakter zou kunnen hebben en eerder tegengesteld zou kunnen werken dan wat de bedoeling is. Bij nader inzien ben ik akkoord met deze zienswijze.

vrijdag 27 oktober 2006

Skelet van een walvis

Gisteren, op de Dag van de Docent (zie onderstaande post), volgde ik een sessie in het Zoologisch Instituut. Ik was, denk ik, nog nooit eerder in het Koningscollege geweest. Groot was dan ook mijn verbazing toen ik plots het skelet van een walvis zag hangen (foto genomen met GSM). Zelfs na bijna 20 jaar aan de KUL rondgehangen te hebben zijn er dus nog steeds gebouwen waar je onverwachte dingen aantreft ...

donderdag 26 oktober 2006

Dag van de Docent

Op 26 oktober heb ik, net zoals 650 andere docenten, deelgenomen aan de Dag van de Docent van de associatie van de K.U.Leuven. De bedoeling van deze studiedag is voornamelijk om de associatie wat meer inhoud en gestalte te geven, en een gelegenheid te vormen om kennis te maken met collega's uit de geassocieerde hogescholen.

De dag begon met een plenaire zitting, waar, ingeleid door associatievoorzitter Andre Oosterlinck, minister Frank Vandenbroucke een toespraak hield (volledige tekst). Hij zoomde o.a. in op het financieringsmodel voor het hoger onderwijs, wat deels gebaseerd zal zijn op meetbare kwaliteit en andere criteria. Hij werd hiervoor geloofd door Oosterlinck en nadien ook door rector Vervenne. Tijdens de toespraak (tekst) van rector Vervenne stelde hij expliciet dat bij de bevordering van het ZAP er niet enkel gekeken wordt naar onderzoek, maar ook naar onderwijs-prestaties. Dit leidde tot enig gekuch in de zaal, en gelijktijdig met een collega naast mij moesten we beiden een grimlach onderdrukken. Dat is misschien wel zo op papier, maar de harde realiteit (of beter: de gepercipieerde realiteit onder het ZAP) is nog vaak anders.

Na de plenaire zitting was het de beurt aan enkele parallelle sessies, waarbij ik wat ging opsteken over inovatieve werkvormen. Uit geneeskunde kwam er een mooi voorbeeldje hoe ouderjaars-studenten ingeschakeld worden in het leerproces van jongere studenten, een praktijk die op Amerikaanse universiteiten reeds lang gebezigd wordt.

Al bij al een leuk initiatief, maar na de lunch in de universiteitshallen skipte ik het namiddagprogramma wegens nog redelijk wat werk op mijn eigen departement op de campus in Heverlee.

Addendum: In het nummer van 13 november 2006 komt Veto ook even terug op de Dag van de Docent. In de rubriek Taxi's Kenny wordt wat lacherig gedaan over proffen die anderen zeggen hoe ze les moeten geven, maar er zelf niet veel van bakken (volledige tekst). Spits geschreven stukje! De sessie die ik zelf bijwoonde over innovatieve werkvormen wordt ook even onder de loep genomen:
Professoren werden tot nog toe niet getoetst op hun vaardigheid om vakkennis aan studenten door te geven. Pijnlijk tekenend voor de leemte was de sessie ‘Innovatieve werkvormen’ op De dag van de docent. Enkele docenten kwamen overenthousiast uitleggen op welke originele wijze zíj hun lessen gaven en hoe zij hun studenten wisten te boeien. Het overgrote deel van de tips die ze met onverholen fierheid meegaven (“Kraak je studenten niet af!”) was terug te brengen tot zelfs maar de basisrichtlijnen die leerkrachten in spe meekrijgen tijdens elke Academische LerarenOpleiding (ALO) van pakweg de K.U.Leuven.
Er is nood, onder welke vorm dan ook, aan een soort ALO op maat van professoren. Doceren kan je leren.

(foto van http://associatie.kuleuven.be/bezoeker/fotos/fotos.htm#dvdd)

dinsdag 24 oktober 2006

Faculteitsraad Oktober

Vandaag, 23 oktober, was er de eerste faculteitsraad (FR) van FirW. De FR komt een 4 tot 5 maal per jaar samen, en tenzij ik andere dringender afspraken heb, ben ik meestal wel aanwezig.

Een aantal indrukken, sommige van anekdotische aard:
  1. Het is de gewoonte dat de departmentsvoorzitters vooraan plaatsnemen. Een departementsvoorzitter vond dat dit niet hoefde, en zocht een plaats achteraan in de vergaderzaal, zelfs na een opmerking van de decaan :-) .
  2. Weinig volk op de FR, de studenten waren bijna in de meerderheid, zeker op het moment dat de FR begon. Naarmate het later werd, daagde er meer en meer ZAP op.
  3. Er is tegenwoordig nog weinig echte discussie. De FR bestaat voornamelijk uit mededelingen (beslissingen en discussies op Acamdische Raad, Groepsraad, verscheidene POCS en didactische commissies, e.d.)
  4. Het enige echte moment waar er discussie was, was bij de voorstelling van het opzet van de Arenberg Doctoral School. Maar zelfs na toelichtingen van prof. Josse Debaerdemaker, die het initiatief kwam toelichten, was het de vergadering niet helemaal duidelijk wat het opzet was:
    1. Een nieuw doctoraatsreglement?
    2. Een aanzet om meer doctoraten te behalen? Een reden die hiervoor werd opgegeven is dat het allocatiemodel op niveau universiteit rekening houdt met aantallen doctoraten.
    3. Internationale recrutering van doctoraatsstudenten?
    4. Betere PR ivm doctoreren naar de industrie en grotere publiek (ondermeer naar aanleiding van vrij negatieve pers de voorbije maanden)?
Het is duidelijk, naar aanleiding van de vele vragen en opmerkingen, dat er nog redelijk wat over de Arenberg Doctoral School en het nieuwe doctoraatsreglement zal gediscussieerd worden -- tenzij de ingangsdatum van 1 januari 2007 absoluut moet gehaald worden.

vrijdag 20 oktober 2006

Eindwerken


Deze week was er een meeting van de Onderwijscel van het departement. Deze cel bespreekt regelmatig knelpunten ivm. onderwijs, en welke oplossingen we als docenten zullen voorstellen via de verschillende POCs waarin we actief zijn. Omdat Computerwetenschappen in verschillende POCS actief is, is enige coordinatie op voorhand wel aangewezen.

Een agendapunt dat ter sprake kwam is de vaststelling dat een groot aantal studenten uit de richting licentie informatica er niet in slagen hun thesis tijdig af te werken, zelfs niet voor de septemberzittijd. Vorig academiejaar is we een kleine enquete gehouden om te peilen waarom dat zo is. Het merendeel van de studenten gaf aan dat ze het werk dat met de thesis geassocieerd wordt, of de hoeveelheid werk die verwacht wordt, zwaar onderschat hebben, alsook te weinig tijd gespendeerd hebben als gevolg van 'andere activiteiten'. Bottom line, in beide gevallen, is dat studenten te weinig tijd spenderen aan hun eindwerk.

Dat laatste is iets wat ik eigenlijk niet goed begrijp. Een eindwerk zou toch het hoogtepunt moeten zijn van de studies, iets waar je kan bewijzen dat je al je opgedane kennis uit de voorbije jaren nuttig kan gebruiken en aanwenden. Het is meer dan gewoon een extra vak dat je opneemt omdat 'het moet'. Bovendien is een enidwerk bij utistek iets waar je je persoonlijke interesses in kwijt kan, en kan gebruiken als eigen resultaat om nadien voor bepaalde niche-jobs te laten zien dat je wat meer kan dan de gemiddelde student.

Maar blijkbaar is er toch een discrepantie tussen hoe docenten en studenten tegen eindwerken aankijken. Tot we dit wat meer in detail bekijken kunnen we enkel maar de druk op de ketel houden en studenten aanmoedigen om effectief de nodige tijd aan hun thesis te spenderen.

woensdag 18 oktober 2006

Rankings van Universiteiten

De laatste dagen is er, naar aanleiding van de speeches die gegeven werden bij de diverse openingen aan de universiteiten, weer redelijk wat discussie over rankings van universiteiten (o.a. lezersbrief in Veto). Blijkbaar herhalen discussies zich, want ook in 2002 vond dergelijke discussie plaats, waarbij Veto (nummer van 7 oktober 2002) een lezersbrief van mij opnam:

"De reakties van zowel rectoren en politici op de openingsspeech van rector Oosterlinck getuigen van weinig inzicht en zelfs enige afgunst ten aanzien van de KU Leuven.
Bijna allen verwerpen ze het idee om een ranking te maken van Europese universiteiten. "Ik geloof niet dat een ranking van universiteiten zelfs maar mogelijk is," zegt Luc Martens. Vreemd toch, dat deze zogenaamde onderwijsspecialisten blijkbaar nog nooit het Amerikaanse ranking-systeem van nabij hebben bestudeerd. In de jaarlijkse publikatie van U.S.News "America's Best Colleges, 2003 Edition" (vrij te verkrijgen in de handel voor slechts 8 dollar), wordt uitvoerig ingegaan op het rankingsysteem en hoe het tot stand komt. Elke universiteit wordt gerangschikt op basis van een gewogen gemiddelde van o.a. hoe anderen de universiteit inschatten, slaagsijfers, ratio studenten/professoren, kwaliteit van inkomende studenten e.d. Bovendien wordt er aangegeven welk percentage van de vakken gegeven wordt aan minder dan 20 studenten, hoeveel vakken aan meer dan 50 studenten en nog meer nuttige informatie. Ook vindt men terug voor welke disciplines welke universiteiten de beste zijn, omdat het inderdaad vrij logisch is dat een universiteit nooit de beste kan zijn in alles.
Uiteraard geven deze "droge" cijfers nooit een volledig overzicht van een universiteit, en is het belangrijk dat een student zich op meer manieren informeert om een universiteit te vinden die het beste bij hem past. Echter, beweren dat alle universiteiten "even goed" zijn, is toekomstige studenten en de buitenwereld een rad voor ogen draaien.
In het toekomstige Europese onderwijslandschap zal de naam van de instelling waar je afstudeert een belangrijke faktor zijn in de kwaliteitsbeoordeling van je diploma. De KU Leuven heeft er dan ook alle belang bij ervoor te zorgen dat ze bij de top van Europese universiteiten behoort. Als dat de afgunst van andere Vlaamse universiteiten opwekt, dan zij dat maar zo.

Philip Dutre

docent Toegepaste Wetenschappen, departement Computerwetenschappen"

European Institute of Technology

Op 18 oktober kondigde de EU de oprichting aan van het European Institute of Technology (tekst). Blijkbaar zal dit EIT voornamelijk de oprichting stimuleren van kennisgemeenschappen, die de inovatie in Europa moeten stimuleren: "Het instituut zal als vlaggenschip fungeren voor topprestaties op het gebied van innovatie, onderzoek en hoger onderwijs in Europa. Het zal een referentiemodel zijn in die zin dat het de academische en de onderzoekswereld en het bedrijfsleven bijeenbrengt zodat Europa slagvaardiger kan reageren op de uitdagingen van een globaliserende, op kennis gebaseerde wereldeconomie." In de pers werd tevens de vergelijking gemaakt met het befaamde Massachussets Institute of Technology (MIT) in de USA.

Toch enkele bedenkingen:
  • Blijkbaar beseft de EU nog altijd niet dat vooruitgang in wetenschappelijk onderzoek niet ontstaat door telkens maar partners (universiteiten, bedrijven, ...) in grote netwerken samen te brengen. Huidige EU programma's trachten dit reeds, maar het resultaat is voornamelijk dat er mega-projecten ontstaan met 20+ partners, waarbij vlotte samenwerking niet meer mogelijk wordt. Veel geld gaat dan naar allerhande coordinatiemeetingen ipv naar feitelijk onderzoek. Het EIT lijkt nu dezelfde richting op te gaan.
  • De successtories zoals die komen uit MIT, Stanford of de Ivy League universiteiten zijn er voornamelijk omdat er ook zeer begaafde studenten zijn, omdat deze universiteiten een strikte selectie hanteren. Als je begaafde mensen elkaar laat ontmoeten, is de kans op creatieve en innovatieve ideeen groter dan als dat niet gebeurt. De politieke keuzes in Europa zijn dusdanig dat iedereen toegang heeft tot praktisch elke universiteit. Selectie bij de toelating van studenten, of minstens gedifferentieerde studieprogramma's zijn nodig om jong talent ten volle ten late ontwikkelenen te laten bijdragen tot de kenniseconomie in Europa.
Ik vrees dat het EIT, zoals het nu wordt voorgesteld, eerder een extra laag van overhead zal creeren om geld bestemd voor onderzoek, ontwikkeling en onderwijs tot bij de universiteiten te krijgen.

zaterdag 14 oktober 2006

BMGO


Vrijdag 13 oktober was er ook een kleine opendeurdag (met bijhorende receptie) in de afdeling Biomechanica en Grafisch Ontwerpen, naar aanleiding van de inrichting van hun nieuwe locatie. BMGO zat tot voorheen in gebouw C200A, maar omdat het departement Computerwetenschappen steeds op zoek is naar extra ruimte (de wet van Moore zet zich ook door in locatienoden voor IT-gebaseerde departementen :-)), en het departement Werktuigkunde extra ruimte had bijgebouwd, verhuisde de afdeling BMGO naar C300. Hun nieuwe locatie en labo's zagen er zeer goed uit, en dergelijke opendeurdagen zijn steeds een goede manier om wat te netwerken en tegelijkertijd iets bij te leren over onderzoek dat in andere afdelingen van onze faculteit gebeurt.

Leuk detail: een doctoraatsstudent die momenteel werkt op de afdeling Industrieel Beleid, maar die zijn master-thesis in mijn onderzoeksgroep heeft gemaakt, vertelde me tijdens de receptie dat de computergraphics groep een goede naam heeft, omdat we de studenten hard voor hun thesis leren werken. Noot aan de huidige studenten: zo hoor je ook eens van een ander dat al uw harde werk niet voor niets zal zijn! :-)

Commissie Examenregelingen

Vermits ik lid ben van de examencommissie van 1ste bachelor burgerlijk ingenieur, was ik op vrijdag 13 oktober uitgenodigd voor de Commissie Examenregelingen van de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Deze commissie komt slechts eenmaal per jaar samen, en overloopt o.a. de rapporten van ombudspersonen van de afgelopen zittijden, en stelt de kalender op voor de zittijden van het huidige academiejaar 2006-2007.

Een aantal aspecten die aan bod kwamen gedurende de verslagen van de ombudsen vond ik interessant genoeg om even te vermelden:
  • Blijkbaar zijn er studenten die zich niet informeren wanneer de examenzittijden precies beginnen, en nog op vakantie zijn als de examens al begonnen zijn. Met alle gevolgen vandien, zoals vragen om bepaalde examens toch nog opnieuw te mogen doen. Misschien een domme opmerking, maar hebben we hier niet te maken met volwassen mensen die zelf verantwoordelijkheid moeten opnemen over het inwinnen van correcte informatie?
  • Een aantal studenten dagen op 'willekeurige' data op op mondelinge examens, omdat hen dat beter uitkomt voor hun examenregeling. Fair enough, maar sommige proffen werden dan geconfronteerd met een tiental extra studenten op een halve dag, wat de kwaliteit van de ondervraging dan ook niet ten goede komt. Dit wordt natuurlijk in de hand gewerkt door allerlei individuele programma's, waarbij centrale regeling van examenroosters niet evident is, en initiatief aan individuele studenten wordt overgelaten. Maar even checken of er wel plaats is op de dag dat je graag examen zou doen, lijkt met toch evident?
Er was dan ook even discussie of de regeling van de examenroosters niet vroeger op het jaar kan gebeuren. Immers, juni en juli zijn conferentiemaanden bij uitstek, en het is minder en minder vanzelfsprekend dat docenten 6 ononderbroken weken in hun agenda kunnen vrijhouden tot eind april. Het faculteitsbestuur zal zich verder beraden over wat er kan gedaan worden -- waarschijnlijk wordt er een werkgroep opgericht die een en ander in detail zal bekijken.

woensdag 11 oktober 2006

Multi Agent Systems

Vandaag woonde ik een symposium bij over "Engineering Decentralized Multiagent Systems". Ik probeer regelmatig dergelijke symposia bij te wonen, als een manier om op de hoogte te blijven van evolutues in computer science die niet dadelijk in de sfeer van computer graphics liggen.

Er kwamen 3 sprekers aan bod, die elk een verschillend aspect over multi-agent systemen toelichten:
  • "Polyagents: Rationale, Results, and Recommendations", Van Parunak, Chief Scientist NewVectors LLC, USA
  • "Delegate MAS: Beliefs, Desires and Intentions Through the Environment", Tom Holvoet, Professor Katholieke Universiteit Leuven, Belgium
  • "Autonomic Communication Services for Browsing the World", Franco Zambonelli, Professor University of Modena and Reggio Emilia, Italia
Het topic van de drie talks was best interessant, maar het blijft moeilijk om de contributies in te schatten voor een domein dat buiten je eigen specialisatie ligt. Zo was ik helemaal niet overtuigd door de eerste spreker over zijn poly-agents. Het leek me eerder een gimmick dan wel een fundamenteel nieuw inzicht. Bovendien leek het me dat hij een aantal technieken uit numerieke optimizatie duidelijk niet kende, zoals bijvoorbeeld problemen duaal formuleren, wat leidt tot bidirectionele oplossingen van een probleem. Dat zou mijn insziens alleszins al een betere oplossing produceren voor de voorbeeldjes die hij aanhaalde.

An sich zijn agent-systemen interessant, maar het blijft gissen in welke mate ze nu beter zijn dan andere methodes om het probleem op te lossen. Ergens wordt er impliciet de veronderstelling gemaakt dat vele autonome agenten een systeem maken dat intelligenter is, of zich beter gedraagt, dan een massief centraal gecontroleerd systeem. Of die stelling waar is, is onduidelijk. Alleszins is het een het topic in computer science research. Zo wordt deze week ook het Centre for Collective Intelligence op MIT geopend. Ik zal dan ook proberen evoluties in dit gebied te blijven volgen.

maandag 9 oktober 2006

SIGGRAPH mode

Every graphics researcher knows this dreadful period, in which you undergo a metamorphosis from a care-free person during the late summer to a nervous wreck by the end of January. It's known as SIGGRAPH-submission time! And slowly but surely we are starting to feel the changes around this time of the year.

For people outside of the graphics community this is something that's hard to imagine, but SIGGRAPH is the nec plus ultra in graphics land. Your professional career is often measured by the number of SIGGRAPH papers, and a good paper by a Ph.D. student can land him a good post-doc position. And, your face gets projected on a huge screen in front of thousands of computer graphics nerds, as shown here (that's me during the SIGGRAPH Papers fast forward in 2003). These are of course the goodies dealt out after your paper got accepted.

But in the mean time, you will go through a horrible time of cheap food, endless discussions, tuning colors for the ultimate video, and frantic paper-writing. Every year many vow not to do it again, or at least start sooner. But the whole process is so addictive it's hard to give it up. I guess that's what research is all about!

Opening in Gent

Vorige week was er uiteraard ook de opening aan de universiteit van Gent. In de openingstoespraak (volledige tekst) pleitte rector Van Cauwenberge een beetje verrassend voor de oprichting van een enkele Universiteit Vlaanderen. Als argumenten haalt hij o.a. aan dat de ranking van alle Vlaamse universiteiten er alleen maar wel bij kan varen, en vergelijkt met universiteiten zoals State University of New York, of de University of California, die ook meerdere vestigingen hebben.

Deze vergelijking met UC loopt natuurlijk mank. Alle UC universiteiten voeren een zeer verschillend beleid qua toelatingseisen, en hebben duidelijke verschillen in onderzoekskwaliteit. Zo is UC Berkeley helemaal niet hetzelfde als UC Stanislaus. Het enige wat ze gemeenschappelijk hebben is dat ze beide gefinancierd worden door de staat California. En dat gemeenschappelijke aspect hebben we in Vlaanderen al. Bovendien is de gepercipieerde toename in kwaliteit helemaal niet bewezen. Een belangrijke factor waarom Leuven zich alert houdt en de beste universiteit van Vlaanderen is, is de steeds terugkerende vergelijkingen die te pas en te onpas met Gent gemaakt wordt. Stijgen of dalen de studentenaantallen? Moeten we onze programma's zus of zo aanpassen? Wat kunnen we als inhoud van deze of gene cursus definieren? Hebben we meer of minder FWO projecten dan vorig jaar? De eerste reactie is steeds, wat is de situatie in Gent? Ik denk dat we sommige studieprogramma's van Gent al beter kennen dan mensen van Gent zelf :-) . Dit maar om te illustreren dat gezonde concurrentie een voordeel is, en geen nadeel.

Ook als reactie op de toespraak van rector Van Cauwenberge verscheen een opiniestuk van prof. Paul De Grauwe (artikel in De Standaard archief), die stelde dat grote universiteiten per definitie geen excellente universiteiten kunnen zijn. Kijk naar de top Amerikaanse universiteiten, en stuk voor stuk voeren ze een strenge selectiebeleid voor studenten en professoren, wat haaks staat op de gangbare praktijk in Vlaanderen. Natuurlijk is deze Angelsaksische (of Noord-Amerikaanse) manier om talent bij elkaar te plaatsen en daardoor excellentie te creeren een idee dat nog steeds ver staat van wat men in Vlaanderen en Europa als sociaal rechtvaardig acht. Zolang we dat niet veranderen, vrees ik dat we nooit een top-10 plaats in de fameuze rankings zullen behalen.

(foto van http://www.beeldarchief.ugent.be/reportages/oa2006/)

zondag 8 oktober 2006

Doctoraat in de Kunsten & Multiperspectief beelden


Op vrijdag 29 september woonde ik de doctoraatsverdediging van Maarten Vanvolsem bij, het eerste doctoraat in de kunsten in Vlaanderen (artikel campuskrant). Zijn werk handelt over foto's die een tijdsopname weergeven, in tegenstelling tot snapshots, die een enkel moment in de tijd proberen vastleggen.

Dir gebeurt door gebruik te maken van een slit-camera, dezelfde techniek die ook bij een foto-finish gebruikt wordt. Op elk moment wordt slechts een verticale beeldlijn op de film belicht. Door de film voor de slit verder door te draaien, verkrijgt men een (lange) foto, waarbij elke verticale beeldlijn telkens een ander moment in de tijd voorstelt (zie foto). Door de snelheid van rotatie van de film aan te passen en/of de camera te bewegen, kunnen extra effecten verwezenlijkt worden. Tot 29 oktober loopt er nog een tentoonstelling in het STUK over zijn werk.

Het interessante is dat er redelijk wat parallellen zijn met werk dat gebeurt in Computer Graphics. Ook in CG wordt onderzoek verricht naar multi-perspectief beelden. Zie bijvoorbeeld de A Framework for Multiperspective Rendering papers General Linear Cameras, of Photographing Long Scenes with Multi-viewpoint Panoramas. In CG is er deels het extra voordeel dat de scene en de camera virtueel zijn, en dus nog meer controle over de beweging van de camera mogelijk is.

Dit sluit deels ook aan bij multi-perspectief mosaics zoals bvb. door David Hockney werden gemaakt (met Pearblossom Highway als bekendste voorbeeld). Het moet me dan ook mogelijk lijken om op een gegeven virtuele scene een Hockneyfication filter toe te passen, die dergelijke multi-perspectief mosaics automatisch zou kunnen genereren. Inspiratie in CG zou ondermeer kunnen komen van Stylized Video Cubes.

Breder bekeken lijkt het me interessant om de raakvlakken tussen de engineering wereld van computer graphics en de artistieke wereld die gebruikt maakt van digitale media verder te exploreren. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

(foto van http://associatie.kuleuven.be/ivok/docindekunsten.htm)

zaterdag 7 oktober 2006

Opendeurdag AVNET

Vrijdag 6 oktober woonde ik de openduerdag van AVNet en het bijhorende mini-symposium “Interactieve multimedia in het hoger onderwijs: presentatiemogelijkheden in auditoria” bij. Er werd ons wegwijs gemaakt in de verscheidene types van Audiovisuele en Multimedia ondersteuning in de diverse auditoria. Alhoewel ik al zelf een jaar lesgeef in een zogenaamd type 3 auditorium, is het toch nog altijd interessant om een globaal overzicht te krijgen.

Zelf geef ik al sinds mijn Cornell-dagen enkel nog les met powerpoint-presentaties, aangevuld met filmpjes e.d. Maar er zijn blijkbaar ook nog steeds collega's die enkel les geven op de klassieke manier, aan het bord met krijt. Dit verbaasde me wel. Blijkbaar is de IT-revolutie nog niet overal doorgedrongen ;-)

Opening van het academisch jaar.


Ook vorige week, woonde ik de opening van het academisch jaar bij. Normaal ben ik er altijd, en kon de speeches van rector Oosterlinck altijd wel best smaken. Vorig jaar kon ik er echter niet zijn, en was dus nu wel enigszins benieuwd naar wat rector Vervenne te vertellen had. Zijn speech (volledige tekst) vond ik zeer geslaagd, en zal hem zeker in detail nog wel opnieuw lezen en eventueel hier commentaar schrijven.

Het meest was ik onder de indruk van minister Moerman. Ik had haar nog nooit eerder horen spreken, maar ben wel onder de indruk geraakt van zowel de content als de manier waarop. Casual vermeldde ze dat Harvard haar 2de Alma Mater was. Klasse :-) .

(foto van http://www.kuleuven.be/openingacademiejaar/0607/fotos.htm)

Eerste les & boeken vs. cursussen

Afgelopen week heb ik mijn eerste les van dit academiejaar gegeven: Computer Graphics 2, vooral handelend over advanced rendering technieken en global illumination. De eerste les was vrij aangenaam; ik heb geprobeerd wat discussie uit te lokken bij studenten over de voordelen van ray tracing vs. rasterizatie, ik hoop dat ze er iets aan gehad hebben. Ik hoop nu enkel dat ze de volgende weken ook wat actief gaan deelnemen aan de lessen en niet enkel passief gaan luisteren.

Het handboek dat ik gebruik voor dit vak (Advanced Global illumination, geschreven door Kavita Bala, Philippe Bekaert en mezelf, en uitgegeven door A K Peters), is dit jaar aan zijn 2de editie toe. De eerste editie, gepubliceerd in 2003, is uitverkocht op 2000 examplaren. Dit succes is voornamelijk te danken aan het feit dat het boek ook gebruikt wordt als textbook aan een groot aantal buitenlandse universiteiten voor hun vakken over geavanceerde computer graphics.

Het nadeel van een cursus als boek uit te geven bij een internationale uitgever is natuurlijk de vrij hoge prijs die studenten ervoor moeten betalen. Zeker in vergelijking met cursussen die uitgegeven worden door studentkringen als VTK of Wina ligt de prijs een tiental maal hoger. Sommige studenten hebben me hierover al eens aangesproken, en ik begrijp die bezorgdheid. Anderzijds is het zo dat er goede reden zijn om een boek als internationale uitgave te publiceren:
  • Als de K.U.Leuven zich wil profileren als topuniversiteit, moeten meer professoren cursussen als boek uitgeven voor de internationale markt. Als andere universiteiten deze gebruiken, maakt dat mee de reputatie van de K.U.Leuven.

  • Cursussen uitgegeven bij studentenkringen of zelfs ACCO zijn geen lang leven beschoren. Dergelijke cursussen, die al te vaak 1-to-1 mappen op wat de prof in de les zegt, bieden een onvoldoende breed perspectief voor de student nadat het vak is afgelopen. De meesten hebben ook geen trefwoordenlijst. Gevolg is dat ze meestal op zolder belanden nadat een student is afgestudeerd. Als ik terugkijk op mijn eigen studententijd, zijn de enige cursussen die ik nog steeds heb precies de boeken die we hebben moeten aankopen, niet de veredelde copies.

  • Last but not least, als ik een tekst schrijf als docent, wil ik daar ook de credits voor, en wil ik aantonen dat de kwaliteit van die tekst verder kan reiken dan enkel het handvol studenten dat in een gegeven jaar mijn vak volgt. Ik wil alten zien dat anderen buiten de K.U.Leuven dit ook een belangrijke tekst vinden. Zeker in de context van meer uitgebreide evaluaties voor ZAP voor benoemingen e.d. speelt dit mee. Om het cru te zeggen: het schrijven van een boek weegt voor je carriere zwaarder door dan het schrijven van een cursus.
Er blijft natuurlijk het financiele aspect, maar om het even niet-politiek correct te zeggen: eigenlijk is dat mijn probleem niet (wat niet wil zeggen dat ik het geen issue vindt). Dat is een probleem tussen de student en zijn financiers (ouders, studiebeurs ...). Als docent is het mijn opdracht om zo goed mogelijk onderwijs te verzorgen. En ik meen dat dat met goed geschreven, internationaal uitgegeven boeken, zeker gegarandeerd is.

Ik wens de studenten die dit jaar CG2 volgen veel graphics-fun toe!

vrijdag 6 oktober 2006

Translucente Stanford Dragon in Campuskrant


Laten we starten met wat schaamteloze zelf-promotie: Campuskrant rapporteerde in hun eerste 2006-2007 nummer over ons SIGGRAPH 2006 paper over translucente materialen. De volledige pdf-file van de Campuskrant vindt je hier.

Mijn bedoeling om dit te laten verschijnen in CK was voornamelijk om wat meer visibiliteit te creeeren voor het Department Computerwetenschappen, en mijn eigen graphics onderzoeksgroep in het bijzonder.

De techniek zelf is voornamelijk ontwikkeld door Pieter Peers en Karl Vomberge, 2 van mijn doctoraatsstudenten, in samenwerking met mensen van Princeton, Columbia en MERL. Onze prentjes zijn zelfs op de back-cover van de SIGGRAPH proceedings verschenen!

Vermeld worden in de pers kan nooit kwaad, en het hoeft niet altijd over nieuwe medicijnen te gaan die uit Gasthuisberg komen :-)

donderdag 5 oktober 2006

1st Post

I intend to use this blog to write a down some thoughts on my experiences during the academic year 2006-2007 at the K.U.Leuven, my Alma Mater, and where I'm currently employed as a professor at the Department of Computer Science. Therefore, this blog will only contain professional information. For stories within the realm of my personal life, you'll have to find some of my personal blogs.

I had the plan for keeping a blog during one year some while ago, but didn't find the time yet to set it up. So the first couple of posts will already have to cover the past 2 weeks, since the academic year started September 25.

Also, most of the posts will be in Dutch, since they most likely are of interest to 'locals' only.