zondag 24 december 2006

Eindejaarsreceptie

De laatste donderdag voor de kerstvakantie vond de eindejaarsreceptie van de universiteit plaats in de Universiteitshallen. Waar vroeger er aparte recepties waren voor ZAP/AAP en ATP, heeft rector Vervenne deze sinds zijn aantreden samengevogd, met als gevolg een overrompeling in de Universiteitshal. Tijdens de toespraak van de rector was de hal dan ook niet stil te krijgen, en gepaard met een zeer slechte akoestiek zorgde dit ervoor dat ik van de toespraak doorheen het geroezemoes amper iets gehoord heb. Bovendien werd ik tijdens de toespraak ook aangeklampt door de steeds sympathieke prof. em. Theo Vanderwaeteren, zodat mijn plan om toch iets van de woorden van de rector op te vangen meteen werd opgeborgen.

Dergelijke grote recepties zijn natuurlijk ook steeds goed om je 'social communication skills' wat aan te scherpen. Omdat ik in het verleden me niet altijd goed in mijn vel voelde in het aanspreken van mensen die je eigenlijk amper kent en het soort van smalltalk dat ermee gepaard gaat, heb ik ooit het volgende boekje gelezen: The Art of Mingling, geschreven door Jeanne Martinet. Ik heb er alleszins interessante weetjes uitgehaald, niet in eht minst dat de meeste mensen hetzelfde soort onzekerheid voelen.

woensdag 20 december 2006

P & O 3de jaar

De laatste 2 weken voor de kerstvakantie zijn in de Faculteit Ingenieurswetenschappen de zogenaamde lesluwe weken. Dit wil uiteraard niet zeggen dat dit reeds vakantieweken zijn, maar wel dat de lessen op hun einde lopen, en dat er dus tijd is om allerhande presentaties en demonstraties te plannen voor projecten die studenten dit semester gemaakt hebben.

Zo ook voor het vak 'Probleemoplossen & Ontwerpen' dat geprogrammeerd staat in het 3de bachelorjaar, en waarvan ik 1 van de 4 verantwoordelijke docenten ben voor de studenten die als hoofd- of nevenrichting computerwetenschappen volgen. Dit vak werd ingevoerd met de Bachelor-Master hervorming, en wordt dus voor de 2de maal georganiseerd.

Het project dat de studenten moeten uitwerken is om met een PDA, en aan de hand van WiFi signalen, de locatie van de PDA in een gebouw te bepalen. Vorig jaar liep een en ander moeilijk, ondermeer de constructiewerken in het gebouw van Computerwetenschappen en het relatief laag aantal WiFi zendstations. Door de aankoop van een aantal extra zendstations, en het uitvoeren van de experimenten in de relatief lege opstelling in de pC-klassen in Gebouw C200B, verloopt de plaatsbepaling dit jaar blijkbaar beter. Alleszins waren we bij een aantal groepen sterk onder de indruk van het reeds geleverde werk.

dinsdag 19 december 2006

Cars

Gisteren heb ik voor de eerste keer Cars gezien, de laatste animatiefilm van Pixar. Niet in de bioscoop, maarl wel op DVD thuis. Alle vorige Pixar films had ik al de eerste dag gezien toen ze uitkwamen, maar om een of andere reden was dat bij Cars dus niet het geval.

Waarom is dit relevant? Omdat de technologie waarmee animatiefilms zoals Cars gemaakt worden natuurlijk volledig steunt op computer graphics, het onderzoeksdomein waar ik zelf in actief ben, en ik een aantal van de researchers en software-developers bij Pixar persoonlijk ken (het doet nog steeds vreemd aan om namen van collega's te zien verschijnen in de aftiteling). In mijn vak 'Advanced Computer Graphics' tracht ik ook elk jaar een les te besteden aan de rendering-technologie van Pixar. Het afgelopen semester betekende dit dus dat een deel van de les gewijd was aan de algoritmen over hoe reflecties berekend worden in Cars. Immers, vermits de autootjes sterk spiegelend zijn, moeten ook de reflecties van de stadiumlampen, van henzelf, en van elkaar, perfect weerspiegelt worden in de carosserie van elk karakter. Speciale ray-tracing technieken werden hiervoor ontwikkeld, die in de les aan bod kwamen. En steeds zijn de mensen van Pixar zo vriendelijk om mij hun slides te laten gebruiken die ze voordien ook al op conferenties gebruikt hebben, waarvoor mijn dank.

Voor wie zelf het wetenschappelijk paper wil lezen, bezoek deze page van Per Christensen:
http://www.seanet.com/~myandper/abstract/rt06.htm

P.S. Voor de studenten die dit lezen: Het is wel degelijk leerstof voor het examen :-)

(Prentje van bovenstaande site en Copyright Disney/Pixar 2006)

zaterdag 16 december 2006

Xmas lecture

Op zaterdag 16 december organiseerde de Faculteit Wetenschappen haar jaarlijkse Christmas Lecture. Dit jaar was de spreker professor Alan Rowan, chemicus verbonden aan de universiteit van Nijmegen, en actief in het interdisciplinaire gebied van de biochemie en de organische chemie.

Rowan bestudeert onder meer individuele enzymen. Zo slaagde hij erin – samen met een onderzoeksgroep van de K.U.Leuven overigens – de werking van één enkel enzym zes uur lang te volgen: een vetoplosser in een wasmiddel. De informatie die daaruit voortkomt, leert ons veel over de structuur en de werking van enzymen, en toont aan dat ze niet altijd even werkzaam zijn. De vraag is dan ook of enzymen zodanig gewijzigd kunnen worden, dat ze permanent tot hogere prestaties in staat zijn. Hij is vooral ook gespecialiseerd in nanotechnologie. In 2003 ontwikkelde hij samen met zijn collega’s in Nijmegen een nanomachine, een kraalvormige molecule die chemische reacties tot stand kan brengen op polymeren die door de molecule heen lopen. Een van de toepassingen waarvoor nanomachines gebruikt kunnen worden is het aanbrengen van patronen en schakelingen op nanoschaal, om bijvoorbeeld computerchips te maken op moleculaire schaal.

Gedurende de lecture liet hij ook enkele spectaculaire filmpjes zien van de werking van een enkele molecule, alhoewel het publiek niet altijd het verschil merkte (denk ik) tussen feitelijke opnames met een elektronenmicroscoop en computeranimaties ;-)

Op het einde van de zeer goed gegeven lecture volgde er nog een uitspraak van Plutarchus over Archimedes, die de essentie van een goed wetenschapper treffend verwoord:

... being perpetually charmed by his familiar siren, that is, by his geometry, he neglected to eat and drink and took no care of his person; that he was often carried by force to the baths, and when there he would trace geometrical figures in the ashes of the fire, and with his finger draws lines upon his body when it was anointed with oil, being in a state of great ecstasy and divinely possessed by his science.


woensdag 13 december 2006

P & O 2de jaar

De studenten van het 2de bachelor-jaar burgerlijk ingenieur stelden vandaag hun projecten van P&O voor. Voluit is dit Probleemoplossen & Ontwerpen, een project-matig vak dat in alle 3 bachelorjaren aan bod komt. De achterliggende idee is steeds dat studenten op die manier veel beter met de ingenieurspraktijk in aanraking komen dan door de klassieke vakken het geval is.

Er waren enkele knappe dingen te zien, te veel om op te noemen, en Campuskrant heeft er deze week ook een artikel aan gewijd, waarin ingezoomd wordt op het afluisteren van een toetsenbord door karakteristieken op te meten die de aanslag van een toets maakt; waterzuivering a.d.h.v. lavastenen; en een treintje dat rijdt op zonne-energie.

Toch twee projecten die me opvielen: de ornithopters, die al enkele jaren meegaan, en er telkens vrij spectaculair uitzien, en een variant van het bordspel Scotland Yard, dat on-line gespeeld werd op een kaart van Leuven (zie foto's). Knap werk.

dinsdag 12 december 2006

Laatste les semester

Vandaag heb ik mijn laatste les van het semester gegeven. Nu ja, ik gaf slechts 1 vak dit semester, "Advanced Computer Graphics" (CG2), handelend over rendering algoritmen, met een sterke focus op global illumination, en dat gevolgd wordt door een 15-tal studenten uit het laatste jaar informatica of ir. computerwetenschappen.

Het is altijd afwachten of de studenten nu effectief het grootste deel van de behandelende topics ook grondig verwerkt en begrepen hebben. Dat komt uiteraard pas tot uiting op het examen. Echter, voor CG2 hanteer ik al enkele jaren een systeem waarbij er 4 'homeworks' uitgedeeld worden tijdens het semester, met een turnaround time (opgave, indienen, verbeteren en feedback) van 2 weken. In totaal zijn er met deze homeworks 30% van de punten van te verdienen, maar studenten hoeven ze niet in te dienen. Het enige nadeel dat ze hiervan ondervinden is dat ze de punten die ermee geassocieerd zijn niet kunnen verdienen. Ik meen dat dit een volwassen manier is om met practica om te gaan. Studenten kunnen zelf autonoom beslissen of de tijdsinvestering gedurende het semester de moeite loont.

Een zij-effect is ongetwijfeld dat de leerstof op deze manier beter verwerkt wordt. De homeworks vereisen dat er wat ge-experimenteerd wordt met software, en dat de studentne laten zien dat bepaalde aspecten op een voldoende kritische manier kunnen benaderen. Zeker in een laatste jaar moet dit kunnen.

Bovenstaande is natuurlijk de theorie vanuit mijn standpunt bekeken. Of de studenten dit ook zo ervaren is ook nog afwachten. Dit semester loopt er in de faculteit een proefproject in samenwerking met VTK waarbij studenten via een website hun commentaar op een bepaald vak kunnen ingeven. De studentenvertegenwoordigers in de POC zullen deze commentaar dan zuiveren van eventuele ongepaste opmerkingen, en nadien aan de docenten overmaken, die er dan op kunnen inspelen. Aan de ene kant is dit een goed initiatief, anderzijds laat het informeel karakter ervan niet echt toe om een grondige analyse van de kwaliteit van een vak te maken. Ik ben daarom ook sterk voorstander van een grondige bevraging elk jaar voor elk vak, zoals enkele jaren geleden geprobeerd is met het JADE-systeem. Maar blijkbaar ligt deze problematiek aan de K.U.Leuven nog steeds zeer gevoelig.

maandag 4 december 2006

Drie inspirerende video's

Youtube is altijd goed om leuke video's te ontdekken, zelfs filmpjes die academisch enige relevantie hebben.

Het eerste filmpje komt uit de documentaire Triumph of the Nerds uit 1996, en die op PBS is uitgezonden. Presentator was Robert Cringely, die nu nog steeds een column schrijft over het reilen en zeilen in Silicon Valley. Het fragment gaat over de grafische interface gebaseerd op vensters en besturing via een muis, die we nu allemaal kennen, maar die oorspronkelijk ontwikkeld werd door het Palo Alto Research Centre van Xerox, ook bekend als Xerox Parc. Steve Jobs, toenmalig CEO van Apple, wordt terecht opgevoerd als de visionair die de grafische interface naar de persoonlijke computer bracht. Een korte transcript, die Robert Cringely met zeer veel overgave brengt:
The most dangerous man in Silicon Valley sits in an office in this building. People love him and hate him. Often at the same time. For ten years by sheer force of will he made the personal computer industry follow his direction. With this guy we're not talking about someone driven by the profit motive in a desire for an opulent retirement at the age of forty, no we're talking holy war we're talking rivers of blood and fields of dead martyrs to the cause of greater computing. We're talking about a guy who sees the personal computer as his tool for changing the world. We're talking about Steve Jobs.
Een tweede filmpje gaat ook over Steve Jobs. Het is een speech die hij gaf tijdens de graduation op Stanford in 2005. Aan Amerikaanse universiteiten is het wel vaker de gewoonte dat op diploma-uitreikingen bekende sprekers worden uitgenodigd, en Stanford is natuurlijk geen uitzondering.
Sometimes life hits you in the head with a brick. Don't lose faith. I'm convinced that the only thing that kept me going was that I loved what I did. You've got to find what you love. And that is as true for your work as it is for your lovers. Your work is going to fill a large part of your life, and the only way to be truly satisfied is to do what you believe is great work. And the only way to do great work is to love what you do. If you haven't found it yet, keep looking. Don't settle. As with all matters of the heart, you'll know when you find it. And, like any great relationship, it just gets better and better as the years roll on. So keep looking until you find it. Don't settle.
Het laatste filmpje (niet on Youtube) , maar zeker niet het minste, is een portret van prof. Donald Greenberg, in wiens Program of Computer Graphics aan Cornell University ik werkte als postdoc van 1998 tot 2001. Don Greenberg is een legende op zichzelf in het computer graphics-wereldje. Een zeer inspirerend iemand, van hem heb ik zeer veel opgestoken over hoe je een succesvolle research groep moet leiden. Het filmpje schetst zijn carriere, startende van toen hij zelf ook student was aan Cornell in de jaren 50, en toen studeren nog een sociaal voorrecht was. All-American and definitely Ivy-League ...
Filmpje op http://ifup.cit.cornell.edu/

vrijdag 1 december 2006

Opiniestuk Rector Vervenne en Vice-rector Maex

Vrijdag 1 december verscheen volgend opiniestuk in De Standaard van rector Vervenne en vice-rector Maex a.g.v. de politieke kritiek die er gekomen was op het rapport van de energiecommissie onder voorzitterschap van William D'haeseleer. Ook bij mij persoonlijk zijn de uitspraken van Johan Vandelanotte (zelf verbonden als prof. aan de UGent), in een verkeerd keelgat geschoten. Door het rapport van de commissie als oplichterij af te doen, stelt hij de hele wetenschap in een slecht daglicht.

© 2006 Vlaamse Uitgeversmaatschappij NV
Vrijdag 1 december 2006

De wetenschap verdient ons vertrouwen

IN de discussie rond het voorlopige rapport van de commissie Energie 2030 is de voorbije weken nog maar eens de indruk gewekt dat niets is wat het lijkt. Wat tot stand is gekomen als het resultaat van streng wetenschappelijk onderzoek, wordt omschreven als een bevooroordeelde opinie' die ingegeven zou zijn door particulier belang. Het is zeker verstandig om kritisch te zijn, maar het is destructief de waarde van wetenschappelijk onderzoek te ondermijnen met argumenten die de man spelen. Academisch onderzoek wil immers wetenschappelijke bevindingen vrijwaren van vooringenomenheid, belangenverdediging, externe druk of irrationele emoties. In de discussie die nu gaande is over kernenergie wordt gesuggereerd dat dat een illusie is. Een nefaste suggestie.
Het is een wezenskenmerk van wetenschappelijk onderzoek dat het zich onderwerpt aan strenge procedures die de objectiviteit van de besluiten veilig stellen. En het is kenmerkend voor wetenschappelijk onderzoek dat het zich voortdurend onderwerpt aan het kritische oordeel van wetenschappers die in het vakgebied in kwestie bevoegd zijn. De voortgang van wetenschappelijk onderzoek berust op een voortdurend proces van bevestiging en weerlegging. Daarom laten we het beter aan vakgenoten over om de wetenschappelijke waarde van rapporten te beoordelen.
Het getuigt van weinig realiteitszin te veronderstellen dat wetenschappelijke procedures op zich subjectiviteit volledig uitsluiten. De overheid en de bedrijven die specifieke onderzoeksvragen voorleggen, kunnen belang hebben bij de uitkomst van dat onderzoek. Wetenschappers hebben al lang hun ivoren toren' verlaten. Het is duidelijk dat bij de maatschappelijke valorisatie van onderzoeksresultaten rechtstreekse of onrechtstreekse belangenvermenging kan ontstaan. We moeten dus wel degelijk alles in het werk stellen om het objectieve karakter van dat wetenschappelijk onderzoek tegenover de opdrachtgever te behouden.
Om de integriteit van het onderzoek te garanderen is wetenschappelijke openheid cruciaal. Die vereiste geldt onverkort voor onderzoek dat op bestelling' gebeurt. Alle vakgenoten moeten aan het proces van kennisontwikkeling kunnen deelnemen. Om iedere vooringenomenheid te neutraliseren die door bedrijfs- of overheidsfinanciering zou kunnen ontstaan, is het evenzeer gebruikelijk dat onderzoekers voldoende duidelijkheid verschaffen over de financieringsbronnen voor hun onderzoek. Tegelijk geven zij aan wat hun eventuele persoonlijke belangen zijn in het kader van het onderzoek.
Het is pas als die houding van openheid op een aantoonbare wijze ontbreekt dat de integriteit van de wetenschap en de wetenschapper in het gedrang komen. Pas dan mogen woorden als oplichterij' en stromannen' vallen.
De politieke overheid hecht terecht groot belang aan hoogstaand wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappelijke onderbouwdheid is de beste garantie voor de waarheidsgetrouwheid van bevindingen. Onderzoeksbevindingen die ingaan tegen de politieke agenda mogen echter geen aanleiding zijn om het onderzoek zelf onderuit te halen, om intimiderende commentaren te verspreiden of aan de onderzoeker nadelige financiële gevolgen in het vooruitzicht te stellen.
Hetzelfde geldt voor de industrie. Zij financiert een belangrijk deel van het academisch wetenschappelijk onderzoek. Bedrijven schakelen de wetenschap in om hun doelstellingen bij te sturen of nieuwe richtingen in te slaan. Zelfs al zouden ze bepaalde resultaten verhopen, dan nog moeten ze beseffen dat ze alleen echt gebaat zijn met onderzoek dat aan de strenge eisen van de objectiviteit voldoet. Dat geldt nog meer waar de resultaten van het onderzoek niet gunstig zijn voor de perspectieven van het bedrijf en tot heroriëntatie nopen.
Wij pleiten ervoor het vertrouwen in de wetenschap niet op een onverantwoorde manier te ondergraven. Als dat toch verder zou gebeuren, dreigt wat ons nog aan maatschappelijke dialoog over cruciale kwesties rest bij voorbaat het stempel van onbetrouwbaarheid te krijgen. Het is van groot publiek belang dat te verhinderen.

Marc Vervenne en Karen Maex(De auteurs zijn respectievelijk rector en vicerector exacte wetenschappen van de KU Leuven.)

woensdag 29 november 2006

Van Cauteren Leerstoel

Woensdag 29 november vond de jaarlijkse Van Cauteren leerstoel plaats, ditmaal rond het thema "China: wat zit erin voor Vlaamse ingenieurs ?".

Richard Van Cauteren was een legendarische professor in de ingenieursfaculteit. Om voormalig recotr Oosterlinck te citeren:
Van Cauteren, die intussen overleden is, was voor veel latere ingenieurs een soort vaderfiguur. Zijn sterkte was zijn gezond verstand. Wat hem onderscheidde van anderen was zijn wijsheid, eerder dan zijn kennis. Hij koppelde de fysica aan het echte leven. Dat is belangrijk voor ingenieurs, die toepassingen moeten maken. De rode draad doorheen zijn cursus waren zijn levenslessen. Zo leerden we problemen oplossen. Hij ging ervan uit dat als je een probleem honderd procent wil oplossen, er oneindig veel geld en tijd nodig is. Aangezien dat niet voorhanden is, kun je nooit een honderd procent oplossing bereiken. In deze onvolmaakte wereld moet je daar rekening mee houden.”

Als kind heb ik ongetwijfeld Van Cauteren een paar keer ontmoet, alhoewel ik het me niet meer herinner. De enige echte herinnering was toen ik ongeveer ene halfuurtje met hem gepraat heb tijdens een koffiepauze op het departement Werktuigkunde, waar ik in de zomer van 1986 een zomerstage vervulde. Hij was toen reeds lang met pensioen, maar het gesprek was toch zeer inspirerend.

Terug naar 2006. De lezingen waren vrij interessant, en zijn op bovenvermelde site te bekijken. Wat me wel tegen de borst stootte waren de obligate grapjes die sommige sprekers maakten over het eten met stokjes: "Op het einde van ons bezoek hadden we een master in de chopstickkunde". Dat is vrij beschamend t.a.v. de aanwezige Chinese deelnemers, en het straalt negatief af op de spreker. Alsof eten met stokjes nog steeds een exotisch iets is ...

dinsdag 28 november 2006

Boekenverkoop Bibliotheek

Elk jaar houdt de centrale bibliotheek uitverkoop van oude boeken en/of dubbels. Als bibliofiel is het altijd een buitenkans om eens te snuisteren of er koopjes te doen zijn, maar meestal valt dat wat tegen.

Toch 2 oude graphics-handleidingen uit de jaren 60 kunnen oppikken, en tevens spotte ik een exemplaar van "Van tamtam tot virtuele realiteit" (foto), een boekje dat werd uitgegeven in 1995 naar aanleiding van een tentoonstelling aan de K.U.Leuven, en waarvoor ik toen een hoofdstukje over computer graphics geschreven heb. Blijkbaar was virtuele realiteit toen nog een buzz-term met enige betekenis ;-)

maandag 27 november 2006

2 voordrachten

Twee voordrachten gevolgd vandaag:

De eerste om 19.00 uur in de grote aula, in het kader van de Microsoft Research Chair on Intelligent Environments. Spreker was Donald A. Norman van Northwestern University en de Nielsen Norman Group, met een seminarie over Cautious Cars & Cantankerous Kitchens. Zijn pleidooi ging voornamelijk over hoe allerlei apparaten intelligenter gemaakt kunnen worden door op een gepaste manier met mensen te communiceren. Dit werd geillustreerd met allerhande voorbeelden zoals autorijden in de file, intelligente keukens e.d. De hele voordracht deed me een beetje denken aan eentje die ik een aantal jaren geleden gehoord heb van Neil Gershenfeld toen ik nog aan Cornell University aan onderzoek deed. Beiden hebben trouwens ook gelijkaardige boeken over het topic geschreven. In elk geval interessante stof om over na te denken.

Rond 20.15 dan snel naar het Stuk cafe gegaan om daar het eerste Leuvense Science Cafe mee te maken. Verschillende collega's uit de faculteit wetenschappen gaven hun visie op wat toeval betekent in de wetenschap. Jammer genoeg kon ik niet blijven voor het debat en de vragen nadien, maar toch net lang genoeg om mezelf te zien verschijnen in het filmpje dat de organisatoren gemaakt hadden op basis van interviews in de Moete (zie redelijk onscherpe GSM foto ;-) ).

zondag 26 november 2006

Gaming Cultuur

Afgelopen donderdag was er de laatste les in de cursus Computergame Cultuur die ik dit semester gevolgd heb aan het STUK. De lessen werden gegeven door Jan Van Looy, die een doctoraat geschreven heeft over dit topic (The Promise of Perfection: A Cultural Perspective on the Shaping of Computer Simulation and Games, KULeuven, Februari 2006). Mijn oorspronkelijke bedoeling was een Stuk-cursus te volgen over iets wat buiten mijn onmiddelijk vakdomein lag, maar bloed kruipt waar het niet gaan kan, dus werd het iets over games.

De focus lag echter niet op die aspecten die ik zelf goed ken, namelijk de technologische aspecten zoals computer graphics en AI, maar wel op een benadering vanuit de sociale en communicatieve context. Ook de bredere plaatsing binnen cultuurgeschiedenis en parallellen met vroegere expressievormen kwam een beetje aan bod. Best interessant. De docent vertelde ons ook dat het STUK als kunstencentrum altijd graag vernieuwend en trendy wil zijn, en dat daarom deze cursus werd ingericht. Altijd leuk om te weten dat je bij de trendsettende crowd behoort :-)

Het Verkabelde Lichaam

Dit weekend op uitnodiging langsgeweest bij de tentoonstelling Het Verkabelde Lichaam in De Warande in Turnhout. Het is een expositie van werk van Eric Joris, die deel uitmaakt van Crew, een samengaan van kunstenaars en wetenschappers die performances brengen waarin interactieve kunst en technologie samenkomen. Het is een domein dat me steeds geintrigeerd heeft, om via technologie de grenzen van het menselijk lichaam en perceptie steeds verder te brengen. De performance U-Raging Standstill (die in februari ook in de Universiteitshallen in Leuven te zien was op het Artefact festival) brengt bvb. een immersant via een head-mounted display in een virtuele wereld, die zeer dicht aansluit bij de echte wereld waarin hij zich bevindt. Aldus denkt de immersant nog steeds zich in de echte wereld te bevinden, terwijl in werkelijkheid hij enkel virtuele waarnemingen voorgeschoteld krijgt.

Een klein (stukje) van de tentoonstelling liet ook enkele boeken en magazines zien die als inpiratiebron dienen. Groot was mijn verbazing toen mijn eigen boek Advanced Global Illumination onder zijn eigen glazen kubus lag (zie foto). Nu ja, het feit dat Philippe Bekaert meewerkt met Crew zal daar wel niet vreemd aan zijn ;-)

vrijdag 24 november 2006

Centrale Bibliotheek

Vanmorgen met twee doctoraatsstudenten zijn we de centrale bib op het Ladeuzeplein even gaan opzoeken. Ik moet bekennen dat de keren dat ik de centrale bib ben binnengestapt op 1 hand te tellen zijn, en ik kom er dan enkel als er een interessante tentoonstelling is of als we er effectief iets nodig hebben.

Dankzij de bereidwillige medwerking van enkele medewerkers van de bib hebben we vandaag een aantal foto's genomen in de Oost-Aziatische bibliotheek. Onze bedoeling is om een realistische scene te fotograferen, waar dan een aantal virtuele objecten aan zullen toegevoegd worden m.b.v. de differentiele rendering techniek ontwikkeld in de Graphics Group van het Institute for Creative Technologies van de University of Southern California (waar trouwens een ex-doctoraatsstudent van mijn groep nu zijn post-doc doet). Wat we er precies mee aanvangen blijft nog onderzoeksgeheim, maar als het geplande paper aanvaard is, zal ik een tipje van de sluier oplichten.

Wat me wel steeds treft is dat de centrale bib een prachtig gebouw is: statige traphallen, een fantastische leeszaal, het doet me steeds denken aan de Ivy League stijl van de befaamde Amerikaanse Universiteiten. Zeker een van de toeristische troeven van de universiteit.

(foto van de fotodatabank http://www.kuleuven.ac.be/fotodatabank/)

European Institute for Technology, bis

Op 23 november verscheen in De Morgen een stukje waarin Europees commisaris Jan Figel de oprichting van het EIT bepleit.

(uit De Morgen van 23 november 2006, © 2006 Uitgeverij De Morgen NV):

Bedrijfsinvesteringen cruciaal voor European Institute of Technology
Kim Herbots

EU-commissaris voor Onderwijs Jan Figel: Braindrain is een acuut probleem in Europa. We verliezen niet alleen onderzoekers aan de VS, maar ook aan het Oosten. Het antwoord van de Europese Commissie daarop is het European Institute of Technology.

Een omstreden beslissing, zo weet ook EU-commissaris voor Onderwijs Jan Figel. Door Kim Herbots Zodra de kogel enkele weken geleden door de kerk was, reageerden de Vlaamse universiteiten verontrust: hoewel ze niet anders zullen kunnen dan meedoen, zijn ze allesbehalve vragende partij voor het EIT. In een interview met De Morgen weerlegt Figel nu de kritiek.
Figel, die in Brussel was ter gelegenheid van een congres over innovatie van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid, verdedigt het nut van het EIT. "We hebben er lang genoeg over gediscussieerd of het er al dan niet moest komen. De beslissing is nu genomen en we gaan ervoor. Ik ben ervan overtuigd dat het EIT de braindrain een halt zal toeroepen. Het is niet zo dat we een hek rond Europa gaan bouwen, maar het moet mogelijk zijn om de beste brains hier te houden."

Een van de belangrijkste bezorgdheden omtrent het EIT is dat universiteiten vrezen hun topwetenschappers eraan te verliezen.

Jan Figel: "We moeten de besten uitdagen om meer te doen. De grootste talenten kunnen beide combineren. Daar ben ik van overtuigd. Ze zijn in staat om zich te verbinden aan zowel het EIT als hun eigen instelling. Het EIT zal overigens deels een virtueel instituut zijn. Er komt een administratieve zetel, maar de kern zal bestaan uit verschillende Knowledge and Innovation Communities, groepen waarbinnen de knapste knoppen van de universiteiten vanuit hun instelling op speerdomeinen werk zullen verrichten. We kiezen net voor die aanpak om de bestaande instellingen niet te amputeren."

Is zo'n virtueel instituut wel genoeg om de concurrentie aan te gaan met het wereldvermaarde Massachusetts Institute of Technology (MIT)?

"Maar het EIT mag niet vergeleken worden met het MIT! Europa is Amerika niet. Wij zijn niet een entiteit. Het was een denkpiste om daadwerkelijk een instituut te bouwen, maar die hebben we verlaten. Een instelling zoals het MIT zou hier niet werken. Het is in Europa ondenkbaar dat je alle topwetenschappers over een domein op een plaats zou kunnen samenbrengen. Er zijn al belangrijke kenniscentra zoals Oxford, Cambridge en Leuven."

Velen zeggen dat er niet genoeg fondsen zullen zijn om te concurreren met de VS.
"Naast overheidsgeld rekenen we ook op particuliere fondsen. Ik kan niet in hun plaats spreken, maar in september al had ik contacten met bedrijven zoals Nokia en Siemens die erg geïnteresseerd zijn om te investeren. De inbreng van bedrijven is ook erg belangrijk. Zij willen winst zien en zullen zo voor een belangrijke dynamiek zorgen waardoor de kennis naar de markt gebracht zal worden."

Het EIT en de aanpak van de braindrain vereist een grote internationale mobiliteit. Op het laagste niveau, het Erasmusprogramma, stagneert dat al een hele tijd in Vlaanderen.
"Mobilisatie is cruciaal. Aan de Luxemburgse universiteit is internationale ervaring verplicht. Ik kan dat niet opleggen, maar we moedigen lidstaten wel aan om dit soort zaken te promoten en om de voorwaarden zo studentvriendelijk te maken."

Bedrijven willen winst zien en zorgen voor dynamiek in 'knappekoppeninstituut'

Ik heb daarom mijn entry over het EIT van 18 oktober 2006 nog maar eens herlezen, en er is weinig nieuws wat mijn mening doet omslaan. Het EIT zal dus iets worden waar iedereen wil bij zijn, maar wat weinig zoden aan de dijk zal brengen.

donderdag 23 november 2006

Ph.D. Comic


De beste comic die de essentie van het leven van Ph.D. studenten, proffen en onderzoekers typeert is ongetwijfeld Piled Higher and Deeper. Mijn deur hangt er vol van.

(comic van http://www.phdcomics.com)

Composites on Tour

Gisterenavond woonde ik de opening bij van de tentoonstelling Xtra Strong/Light: Composites in de Campusbibliotheek Arenberg. Deze tentoonstelling kadert in de Europese Wetenschapsweek en kadert in het bredere Composites-On-Tour project. De tentoonstelling bestaat uit 2 delen: in een eerste wetenschappelijk deel wordt een beetje in Technopolis stijl de bezoeker uitleg gegeven over wat composietmaterialen precies zijn, en welke toepassingen ze hebben. In een tweede deel worden werken van designers getoond die met deze materialen aan de slag zijn gegaan. Er zijn o.a. stukken te zien van Wyers&Borms, Clem van Himbeeck en Ron Arad.

Na een openingsspeech van prof. Ignace Verpoest en Vice-rector prof. Karen Maex werd de tentoonstelling officieel geopend. Het was zeker de moeite waard om de kennis over composietmaterialen terug eens wat op te frissen en met de werken van de designers kennis te maken. Naar goede gewoonte aan de K.U.Leuven werd het geheel afgesloten met een receptie ;-)

(foto van http:///www.compositesontour-2.be/)

woensdag 22 november 2006

Campuskrant interview

Een kleine ego-tripper-achtige entry: voor het nieuwste nummer van de Campuskrant (nummer 22 november 2006) werd ik kort geinterviewd i.v.m. het lesgeven voor grote groepen. De volledige tekst vindt je hier.

Anderzijds is hetgeen ik in het interview zei nu ook weer niet zo vernieuwend als je het in een bredere pedagogische context plaatst, maar het is wel vernieuwend voor mij. De meeste proffen hebben immers nooit een lerarenopleiding gevolgd, en dus moeten ze zelf schaven aan hun didactische kwaliteiten. In die zin wordt af en toe wel eens hoog van de toren geblazen met alweer de uitvinding van het warm water :-) . Zie in dit verband ook de laatste paragraaf in het opinieartikel Taxi's kenny in de Veto van 13 november 2006.

maandag 20 november 2006

Ir.Reëel

Gedurende het academiejaar 1988-1989 maakte ik deel uit van het praesidium van VTK, de faculteitskring van de ingenieursstudenten. Ik zat ook op kot op Blok 5 (hernummerd enkele jaren terug naar Blok 6) op Cite, waar een groot deel van het praesidium op kot zat. Een van mijn taken was het volschrijven van de Ir.Reëel, het kringblaadje. Met primitieve PCs (naar huidige maatstaven) en DTP software schreven we zo'n 4 nummers per jaar, die dan in zwart-wit gedrukt werden bij toenmalige drukkerij De Raaf in de Ravenstraat.

Tegenwoordig verschijnt Ir.Reëel in kleur, en natuurlijk ook in pdf formaat. Waarom ik dit allemaal vermeld? Omdat ik in het eerste nummer van dit academiejaar voor Ir.Reëel geinterviewd werd samen met enkele collega's. Na in Herselt eventjes het karting-circuit verkend te hebben, werden ons alelrlei vragen gesteld over onze attitude over auto's en het verkeer. Leuke ervaring, en een soort van Full Circle Experience.

Lessen voor de XXI eeuw

Vandaag was er de eerste les in de reeks Lessen voor de XXI eeuw. Deze eerste sessie werd verzorgd door Christoffel Waelkens, verbonden aan het Instituut voor Sterrenkunde. Het topic ging voornamelijk over hoe planetenstelsels gevormd worden, en hoe onze kennis steeds maar bijgeschaafd wordt door nieuwe ontdekkingen ter zake, bvb. door de sinds 1995 ontdekte exo-planeten.

Wat me voornamelijk opviel was hoe enthoesiast de lesgever zijn onderwerp kon brengen. Het is altijd een probleem voor wetenschappers om hun vakdomein uit te leggen aan niet-specialisten, maar in dit geval scheen dat zeer goed lukken. Door allerlei analogieen te gebruiken werden de vormingsprocessen van planeten zeer aanschouwelijk gemaakt.
Bvb.: interstellair stof dat samenklit tot planeten werd vergelijken met stof dat samenklit in slierten in je huiskamer. De reden waarom planetenstelsels rond hun ster draaien in min of meer een vlak werd zeer goed uitgelegd door de wet van behoud van impulsmoment.

Ik heb echt van deze voordracht genoten. Nu maar hopen dat ik het zelf in februari even goed zal doen.

dinsdag 14 november 2006

Veto


Leuke cross-verwijzing: deze week wordt deze eigenste blog in Veto (nummer 13 november 2006) als een van de 'alternatieve 11 blogs'.

8. Net als Supertomaat, maakt professor Philip ‘Ph.D.’ Dutre gebruik van dezelfde originele paginalay-out. Bovendien vraagt de man zich op zijn blog af waarom studenten zich niet goed informeren over de data van de tweede zit. “Hebben we hier niet te maken met volwassen mensen die zelf verantwoordelijkheid moeten opnemen over het inwinnen van correcte informatie?” En nu maar hopen dat het iets uithaalt... phildutre.blogspot.com

... En net nu het hier de laatste 2 weken wat kalm was ;-)

maandag 13 november 2006

Interviews

Twee leuke interviews gehad de afgelopen dagen, het ene al wat ernstiger dan het andere.
  1. Campuskrant wil in een volgend nummer wat aandacht besteden aan het lesgeven voor grote groepen. Blijkbaar had DUO mijn naam doorgegeven, vermits ik in het verleden een workshop over dit onderwerp gevolgd had, en de 1ste bechelor burgerlijk ingenieur beschouwt wordt als een grote groep. Met als gevolg een telefonisch interview. Grappig detail: ik veronderstelde dat het interview op tape werd opgenomen, maar blijkbaar wordt dit nog gedaan op de ouderwetse manier: met de hand nota nemen.

  2. Op mijn weg naar de Moete voor een late lunch, werd ik staande gehouden door 2 studenten, bewapend met microfoon en camera, die het project Science Cafe uitwerken. De vraag was wat ik dacht over toeval in de wetenschap, en of toeval sowieso wel bestaat. Eerst wist ik niet goed wat antwoorden, dus babbelde ik maar wat over toevalsvariabelen, tot ik plots besefte dat het niet datw as wat ze waarschijnlijk bedoelden. Dan maar overgeschakeld op het toeval van het doen van een geniale ontdekking.

Rectoraat

Vandaag eventjes voor een informele vergadering met de vice-rector Exacte Wetenschappen naar het rectoraat gemoeten. Er wordt wel eens gezegd dat de kwaliteit van een instelling af te lezen is van de vertrekken waarin de directie huist. En ik meen dat dat voor onze universiteit zeker het geval is. Ik ben nog steeds onder de indruk als ik de Universiteitshallen binnenkom en de lift naar de tweede verdieping moet nemen, waar je door een kordate onthaalbediende gevraagd wordt 'eventjes plaats te nemen en te wachten ...'. Plots voelt men zich minder zelfzeker dan enkele minuten daarvoor.

Anyway, het gesprek dat handelde over de oprichting van een mogelijk expertisecentrum over Mens-Machine Communicatie verliep constructief. Volgende deadline is 1 maart ...

(foto uit fotodatabank K.U.Leuven)

maandag 30 oktober 2006

Boeken die je als (computer) researcher zou moeten lezen ...

Volgende boeken staan alleszins in mijn top lijstje van wat een beginnend researcher zou moeten lezen om de spirit van onderzoek te pakken te krijgen. In geen specifieke volgorde:
  1. The Double Helix - -James. D. Watson
    Het verhaal over hoe de structuur van DNA werd ontdekt door Watson, Crick en Franklin. Het is een zeer goed geschreven boek, en leest bijna als een detective-roman. Het boek onderwaardeert wel de rol die Rosalind Franklin gespeeld heeft, maar dat doet niets af van het vlotte verhaal.

  2. The Idea Factory -- Pepper White
    Het persoonlijk relaas van een student op de ingenieursschool bij uitstek, MIT. Het begint in Belgie, waarin de verteller op het von Karman insttituut werkte, en het hele boek schets op een goede manier hoe je als ingenieur en wetenschapper leert denken. Ik heb mijn copie trouwens zelf in de MIT bookshop gekocht in april 2005 toen ik daar vertoefde voor de Program Commitee Meeting voor SIGGRAPH 2005.

  3. Surely you're joking Mr. Feynman -- Richard Feynman
    Dit boekje illustreert perfect de spirit waarin wetenschappelijk onderzoek zou moeten gebeuren. Written by the master prankster en nobelprijswinnaar himself. Bovendien nog gevolgd door het eveneneens goede What do you care what other people think?

  4. A Ph.D. Is Not Enough -- Peter Feibelman
    Een boekje waarin wordt uitgelegd hoe je je eigen Ph.D. kan sturen en er het maximale uithalen. Denk niet dat je carriere binnen is eens je Ph.D. klaar is!

  5. The Soul of a New Machine -- Tracy Kidder
    Het ontwerp van de PDP-11 computer gepresenteerd als spannend verhaal. Vooral de proloog is prachtig: een party zit midden in de storm op de zeilboot. Iedereen in paniek, maar 1 man, Tom West, bewaart zijn kalmte en houdt de boot onder controle.
    The people who shared the journey remembered West. The following winter, describing the nasty northeaster over dinner, the captain remarked, "That fellow West is a good man in a storm.". The psychologist did not see West again, but remained curious about him. "He didn't sleep for four nights! Four whole nights." And if that trip has been his idea of a vacation, where, the psychologist wanted to know, did he work?
    Bleek nadien dat Tom West de ingenieur was die het team leidde dat de legendarische PDP-11 gedesigned heeft.

  6. Hackers -- Steven Levy
    Geschiedenis van de eerste dagen van personal computing, en de hacker-cultus die eruit gegroeid is. Je snuift praktisch de sfeer die op het AI-lab van MIT hangt als je het eerste derde van het boek leest. Mijn promotor Yves Willems vertelde me later dat hij een aantal personages uit het boek nog persoonlijk gekend heeft toen hij als doctoraatsstudent op MIT zat. Het laatste deel gaat over de opkomst de personal computer met o.a. Bill Gates en Steve Jobs.

  7. Godel, Escher, Bach -- Douglas Hofstadter
    Een must-read voor alle computerwetenschappers. Zelf gelezen toen in 18 of 19 was, en een echte verrijking over hoe je kan denken over het verband tussen wiskunde en informatica.

  8. Cosmos -- Carl Sagan
    Nu natuurlijk outdated, maar in 1981 was dit de tv-serie waardoor ik besloot exacte wetenschappen te studeren en onderzoeker te worden. Eerder een nostalgie-trip dus.

Vrouwen en Wetenschap

Regelmatig wordt er in onze faculteit nagedacht over waarom we er zo weinig in slagen meisjesstudenten aan te trekken die voor ingenieur willen studeren. Steeds worden er allerhande verklaringen verzonnen, maar eigenlijk wordt er weinig creatiefs aan gedaan. Onlangs stelde ik voor om een aparte sessie in te richten voor meisjes-abiturienten op de jaarlijkse infodag, en te proberen op die manier, met specifieke informatie, enkele misverstanden of vooroordelen weg te nemen. Deze maand starten de voorbereidingen van de infodagen voor 2007 (ik verzorg meestal het luikje voor computerwetenschappen), dus we zullen afwachten of we dit jaar meer succesvol zullen zijn in onze recruiting campagnes.

Interessant hierbij is dat uit onderzoek blijkt dat rolmodellen wel degelijk een belangrijke invloed kunnen hebben. Dit weekend heb ik 2 boeken gelezen van bekende Vlaamse vrouwelijke wetenschappers, Christine Van Broeckhoven (Brein en Branie, Houtekiet) en Catherine Verfaillie (Van Cellen tot Daden, Lannoo). Beiden beschrijven in hun respectievelijke boeken welke moeilijkheden ze hebben moeten overwinnen om tot de wetenschappelijke top te behoren, gemengd met uitleg over hun specifieke onderzoeksdomeinen (Alzheimer en Stamcellen). Het is zeker inspirerende literatuur voor jongere wetenschappers, en speciaal voor jonge vrouwelijke wetenschappers kan het een extra stimulans betekenen om in het nog te mannelijke bastion van de exacte wetenschappen hun plaats te veroveren. Aanraders!

Addendum: op de eerste vergadering m.b.t. het organiseren van de infodag voor toekomstige ingenieursstudenten die plaatsvond op het decanaat op 10 november, is beslist om geen aparte sessie op te zetten die zich specifiek zou richten op meisjesstudenten. De aanwezige vrouwelijke collega's vonden dat een dergelijke sessie een te sterk stigmatiserend karakter zou kunnen hebben en eerder tegengesteld zou kunnen werken dan wat de bedoeling is. Bij nader inzien ben ik akkoord met deze zienswijze.

vrijdag 27 oktober 2006

Skelet van een walvis

Gisteren, op de Dag van de Docent (zie onderstaande post), volgde ik een sessie in het Zoologisch Instituut. Ik was, denk ik, nog nooit eerder in het Koningscollege geweest. Groot was dan ook mijn verbazing toen ik plots het skelet van een walvis zag hangen (foto genomen met GSM). Zelfs na bijna 20 jaar aan de KUL rondgehangen te hebben zijn er dus nog steeds gebouwen waar je onverwachte dingen aantreft ...

donderdag 26 oktober 2006

Dag van de Docent

Op 26 oktober heb ik, net zoals 650 andere docenten, deelgenomen aan de Dag van de Docent van de associatie van de K.U.Leuven. De bedoeling van deze studiedag is voornamelijk om de associatie wat meer inhoud en gestalte te geven, en een gelegenheid te vormen om kennis te maken met collega's uit de geassocieerde hogescholen.

De dag begon met een plenaire zitting, waar, ingeleid door associatievoorzitter Andre Oosterlinck, minister Frank Vandenbroucke een toespraak hield (volledige tekst). Hij zoomde o.a. in op het financieringsmodel voor het hoger onderwijs, wat deels gebaseerd zal zijn op meetbare kwaliteit en andere criteria. Hij werd hiervoor geloofd door Oosterlinck en nadien ook door rector Vervenne. Tijdens de toespraak (tekst) van rector Vervenne stelde hij expliciet dat bij de bevordering van het ZAP er niet enkel gekeken wordt naar onderzoek, maar ook naar onderwijs-prestaties. Dit leidde tot enig gekuch in de zaal, en gelijktijdig met een collega naast mij moesten we beiden een grimlach onderdrukken. Dat is misschien wel zo op papier, maar de harde realiteit (of beter: de gepercipieerde realiteit onder het ZAP) is nog vaak anders.

Na de plenaire zitting was het de beurt aan enkele parallelle sessies, waarbij ik wat ging opsteken over inovatieve werkvormen. Uit geneeskunde kwam er een mooi voorbeeldje hoe ouderjaars-studenten ingeschakeld worden in het leerproces van jongere studenten, een praktijk die op Amerikaanse universiteiten reeds lang gebezigd wordt.

Al bij al een leuk initiatief, maar na de lunch in de universiteitshallen skipte ik het namiddagprogramma wegens nog redelijk wat werk op mijn eigen departement op de campus in Heverlee.

Addendum: In het nummer van 13 november 2006 komt Veto ook even terug op de Dag van de Docent. In de rubriek Taxi's Kenny wordt wat lacherig gedaan over proffen die anderen zeggen hoe ze les moeten geven, maar er zelf niet veel van bakken (volledige tekst). Spits geschreven stukje! De sessie die ik zelf bijwoonde over innovatieve werkvormen wordt ook even onder de loep genomen:
Professoren werden tot nog toe niet getoetst op hun vaardigheid om vakkennis aan studenten door te geven. Pijnlijk tekenend voor de leemte was de sessie ‘Innovatieve werkvormen’ op De dag van de docent. Enkele docenten kwamen overenthousiast uitleggen op welke originele wijze zíj hun lessen gaven en hoe zij hun studenten wisten te boeien. Het overgrote deel van de tips die ze met onverholen fierheid meegaven (“Kraak je studenten niet af!”) was terug te brengen tot zelfs maar de basisrichtlijnen die leerkrachten in spe meekrijgen tijdens elke Academische LerarenOpleiding (ALO) van pakweg de K.U.Leuven.
Er is nood, onder welke vorm dan ook, aan een soort ALO op maat van professoren. Doceren kan je leren.

(foto van http://associatie.kuleuven.be/bezoeker/fotos/fotos.htm#dvdd)

dinsdag 24 oktober 2006

Faculteitsraad Oktober

Vandaag, 23 oktober, was er de eerste faculteitsraad (FR) van FirW. De FR komt een 4 tot 5 maal per jaar samen, en tenzij ik andere dringender afspraken heb, ben ik meestal wel aanwezig.

Een aantal indrukken, sommige van anekdotische aard:
  1. Het is de gewoonte dat de departmentsvoorzitters vooraan plaatsnemen. Een departementsvoorzitter vond dat dit niet hoefde, en zocht een plaats achteraan in de vergaderzaal, zelfs na een opmerking van de decaan :-) .
  2. Weinig volk op de FR, de studenten waren bijna in de meerderheid, zeker op het moment dat de FR begon. Naarmate het later werd, daagde er meer en meer ZAP op.
  3. Er is tegenwoordig nog weinig echte discussie. De FR bestaat voornamelijk uit mededelingen (beslissingen en discussies op Acamdische Raad, Groepsraad, verscheidene POCS en didactische commissies, e.d.)
  4. Het enige echte moment waar er discussie was, was bij de voorstelling van het opzet van de Arenberg Doctoral School. Maar zelfs na toelichtingen van prof. Josse Debaerdemaker, die het initiatief kwam toelichten, was het de vergadering niet helemaal duidelijk wat het opzet was:
    1. Een nieuw doctoraatsreglement?
    2. Een aanzet om meer doctoraten te behalen? Een reden die hiervoor werd opgegeven is dat het allocatiemodel op niveau universiteit rekening houdt met aantallen doctoraten.
    3. Internationale recrutering van doctoraatsstudenten?
    4. Betere PR ivm doctoreren naar de industrie en grotere publiek (ondermeer naar aanleiding van vrij negatieve pers de voorbije maanden)?
Het is duidelijk, naar aanleiding van de vele vragen en opmerkingen, dat er nog redelijk wat over de Arenberg Doctoral School en het nieuwe doctoraatsreglement zal gediscussieerd worden -- tenzij de ingangsdatum van 1 januari 2007 absoluut moet gehaald worden.

vrijdag 20 oktober 2006

Eindwerken


Deze week was er een meeting van de Onderwijscel van het departement. Deze cel bespreekt regelmatig knelpunten ivm. onderwijs, en welke oplossingen we als docenten zullen voorstellen via de verschillende POCs waarin we actief zijn. Omdat Computerwetenschappen in verschillende POCS actief is, is enige coordinatie op voorhand wel aangewezen.

Een agendapunt dat ter sprake kwam is de vaststelling dat een groot aantal studenten uit de richting licentie informatica er niet in slagen hun thesis tijdig af te werken, zelfs niet voor de septemberzittijd. Vorig academiejaar is we een kleine enquete gehouden om te peilen waarom dat zo is. Het merendeel van de studenten gaf aan dat ze het werk dat met de thesis geassocieerd wordt, of de hoeveelheid werk die verwacht wordt, zwaar onderschat hebben, alsook te weinig tijd gespendeerd hebben als gevolg van 'andere activiteiten'. Bottom line, in beide gevallen, is dat studenten te weinig tijd spenderen aan hun eindwerk.

Dat laatste is iets wat ik eigenlijk niet goed begrijp. Een eindwerk zou toch het hoogtepunt moeten zijn van de studies, iets waar je kan bewijzen dat je al je opgedane kennis uit de voorbije jaren nuttig kan gebruiken en aanwenden. Het is meer dan gewoon een extra vak dat je opneemt omdat 'het moet'. Bovendien is een enidwerk bij utistek iets waar je je persoonlijke interesses in kwijt kan, en kan gebruiken als eigen resultaat om nadien voor bepaalde niche-jobs te laten zien dat je wat meer kan dan de gemiddelde student.

Maar blijkbaar is er toch een discrepantie tussen hoe docenten en studenten tegen eindwerken aankijken. Tot we dit wat meer in detail bekijken kunnen we enkel maar de druk op de ketel houden en studenten aanmoedigen om effectief de nodige tijd aan hun thesis te spenderen.

woensdag 18 oktober 2006

Rankings van Universiteiten

De laatste dagen is er, naar aanleiding van de speeches die gegeven werden bij de diverse openingen aan de universiteiten, weer redelijk wat discussie over rankings van universiteiten (o.a. lezersbrief in Veto). Blijkbaar herhalen discussies zich, want ook in 2002 vond dergelijke discussie plaats, waarbij Veto (nummer van 7 oktober 2002) een lezersbrief van mij opnam:

"De reakties van zowel rectoren en politici op de openingsspeech van rector Oosterlinck getuigen van weinig inzicht en zelfs enige afgunst ten aanzien van de KU Leuven.
Bijna allen verwerpen ze het idee om een ranking te maken van Europese universiteiten. "Ik geloof niet dat een ranking van universiteiten zelfs maar mogelijk is," zegt Luc Martens. Vreemd toch, dat deze zogenaamde onderwijsspecialisten blijkbaar nog nooit het Amerikaanse ranking-systeem van nabij hebben bestudeerd. In de jaarlijkse publikatie van U.S.News "America's Best Colleges, 2003 Edition" (vrij te verkrijgen in de handel voor slechts 8 dollar), wordt uitvoerig ingegaan op het rankingsysteem en hoe het tot stand komt. Elke universiteit wordt gerangschikt op basis van een gewogen gemiddelde van o.a. hoe anderen de universiteit inschatten, slaagsijfers, ratio studenten/professoren, kwaliteit van inkomende studenten e.d. Bovendien wordt er aangegeven welk percentage van de vakken gegeven wordt aan minder dan 20 studenten, hoeveel vakken aan meer dan 50 studenten en nog meer nuttige informatie. Ook vindt men terug voor welke disciplines welke universiteiten de beste zijn, omdat het inderdaad vrij logisch is dat een universiteit nooit de beste kan zijn in alles.
Uiteraard geven deze "droge" cijfers nooit een volledig overzicht van een universiteit, en is het belangrijk dat een student zich op meer manieren informeert om een universiteit te vinden die het beste bij hem past. Echter, beweren dat alle universiteiten "even goed" zijn, is toekomstige studenten en de buitenwereld een rad voor ogen draaien.
In het toekomstige Europese onderwijslandschap zal de naam van de instelling waar je afstudeert een belangrijke faktor zijn in de kwaliteitsbeoordeling van je diploma. De KU Leuven heeft er dan ook alle belang bij ervoor te zorgen dat ze bij de top van Europese universiteiten behoort. Als dat de afgunst van andere Vlaamse universiteiten opwekt, dan zij dat maar zo.

Philip Dutre

docent Toegepaste Wetenschappen, departement Computerwetenschappen"

European Institute of Technology

Op 18 oktober kondigde de EU de oprichting aan van het European Institute of Technology (tekst). Blijkbaar zal dit EIT voornamelijk de oprichting stimuleren van kennisgemeenschappen, die de inovatie in Europa moeten stimuleren: "Het instituut zal als vlaggenschip fungeren voor topprestaties op het gebied van innovatie, onderzoek en hoger onderwijs in Europa. Het zal een referentiemodel zijn in die zin dat het de academische en de onderzoekswereld en het bedrijfsleven bijeenbrengt zodat Europa slagvaardiger kan reageren op de uitdagingen van een globaliserende, op kennis gebaseerde wereldeconomie." In de pers werd tevens de vergelijking gemaakt met het befaamde Massachussets Institute of Technology (MIT) in de USA.

Toch enkele bedenkingen:
  • Blijkbaar beseft de EU nog altijd niet dat vooruitgang in wetenschappelijk onderzoek niet ontstaat door telkens maar partners (universiteiten, bedrijven, ...) in grote netwerken samen te brengen. Huidige EU programma's trachten dit reeds, maar het resultaat is voornamelijk dat er mega-projecten ontstaan met 20+ partners, waarbij vlotte samenwerking niet meer mogelijk wordt. Veel geld gaat dan naar allerhande coordinatiemeetingen ipv naar feitelijk onderzoek. Het EIT lijkt nu dezelfde richting op te gaan.
  • De successtories zoals die komen uit MIT, Stanford of de Ivy League universiteiten zijn er voornamelijk omdat er ook zeer begaafde studenten zijn, omdat deze universiteiten een strikte selectie hanteren. Als je begaafde mensen elkaar laat ontmoeten, is de kans op creatieve en innovatieve ideeen groter dan als dat niet gebeurt. De politieke keuzes in Europa zijn dusdanig dat iedereen toegang heeft tot praktisch elke universiteit. Selectie bij de toelating van studenten, of minstens gedifferentieerde studieprogramma's zijn nodig om jong talent ten volle ten late ontwikkelenen te laten bijdragen tot de kenniseconomie in Europa.
Ik vrees dat het EIT, zoals het nu wordt voorgesteld, eerder een extra laag van overhead zal creeren om geld bestemd voor onderzoek, ontwikkeling en onderwijs tot bij de universiteiten te krijgen.

zaterdag 14 oktober 2006

BMGO


Vrijdag 13 oktober was er ook een kleine opendeurdag (met bijhorende receptie) in de afdeling Biomechanica en Grafisch Ontwerpen, naar aanleiding van de inrichting van hun nieuwe locatie. BMGO zat tot voorheen in gebouw C200A, maar omdat het departement Computerwetenschappen steeds op zoek is naar extra ruimte (de wet van Moore zet zich ook door in locatienoden voor IT-gebaseerde departementen :-)), en het departement Werktuigkunde extra ruimte had bijgebouwd, verhuisde de afdeling BMGO naar C300. Hun nieuwe locatie en labo's zagen er zeer goed uit, en dergelijke opendeurdagen zijn steeds een goede manier om wat te netwerken en tegelijkertijd iets bij te leren over onderzoek dat in andere afdelingen van onze faculteit gebeurt.

Leuk detail: een doctoraatsstudent die momenteel werkt op de afdeling Industrieel Beleid, maar die zijn master-thesis in mijn onderzoeksgroep heeft gemaakt, vertelde me tijdens de receptie dat de computergraphics groep een goede naam heeft, omdat we de studenten hard voor hun thesis leren werken. Noot aan de huidige studenten: zo hoor je ook eens van een ander dat al uw harde werk niet voor niets zal zijn! :-)

Commissie Examenregelingen

Vermits ik lid ben van de examencommissie van 1ste bachelor burgerlijk ingenieur, was ik op vrijdag 13 oktober uitgenodigd voor de Commissie Examenregelingen van de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Deze commissie komt slechts eenmaal per jaar samen, en overloopt o.a. de rapporten van ombudspersonen van de afgelopen zittijden, en stelt de kalender op voor de zittijden van het huidige academiejaar 2006-2007.

Een aantal aspecten die aan bod kwamen gedurende de verslagen van de ombudsen vond ik interessant genoeg om even te vermelden:
  • Blijkbaar zijn er studenten die zich niet informeren wanneer de examenzittijden precies beginnen, en nog op vakantie zijn als de examens al begonnen zijn. Met alle gevolgen vandien, zoals vragen om bepaalde examens toch nog opnieuw te mogen doen. Misschien een domme opmerking, maar hebben we hier niet te maken met volwassen mensen die zelf verantwoordelijkheid moeten opnemen over het inwinnen van correcte informatie?
  • Een aantal studenten dagen op 'willekeurige' data op op mondelinge examens, omdat hen dat beter uitkomt voor hun examenregeling. Fair enough, maar sommige proffen werden dan geconfronteerd met een tiental extra studenten op een halve dag, wat de kwaliteit van de ondervraging dan ook niet ten goede komt. Dit wordt natuurlijk in de hand gewerkt door allerlei individuele programma's, waarbij centrale regeling van examenroosters niet evident is, en initiatief aan individuele studenten wordt overgelaten. Maar even checken of er wel plaats is op de dag dat je graag examen zou doen, lijkt met toch evident?
Er was dan ook even discussie of de regeling van de examenroosters niet vroeger op het jaar kan gebeuren. Immers, juni en juli zijn conferentiemaanden bij uitstek, en het is minder en minder vanzelfsprekend dat docenten 6 ononderbroken weken in hun agenda kunnen vrijhouden tot eind april. Het faculteitsbestuur zal zich verder beraden over wat er kan gedaan worden -- waarschijnlijk wordt er een werkgroep opgericht die een en ander in detail zal bekijken.

woensdag 11 oktober 2006

Multi Agent Systems

Vandaag woonde ik een symposium bij over "Engineering Decentralized Multiagent Systems". Ik probeer regelmatig dergelijke symposia bij te wonen, als een manier om op de hoogte te blijven van evolutues in computer science die niet dadelijk in de sfeer van computer graphics liggen.

Er kwamen 3 sprekers aan bod, die elk een verschillend aspect over multi-agent systemen toelichten:
  • "Polyagents: Rationale, Results, and Recommendations", Van Parunak, Chief Scientist NewVectors LLC, USA
  • "Delegate MAS: Beliefs, Desires and Intentions Through the Environment", Tom Holvoet, Professor Katholieke Universiteit Leuven, Belgium
  • "Autonomic Communication Services for Browsing the World", Franco Zambonelli, Professor University of Modena and Reggio Emilia, Italia
Het topic van de drie talks was best interessant, maar het blijft moeilijk om de contributies in te schatten voor een domein dat buiten je eigen specialisatie ligt. Zo was ik helemaal niet overtuigd door de eerste spreker over zijn poly-agents. Het leek me eerder een gimmick dan wel een fundamenteel nieuw inzicht. Bovendien leek het me dat hij een aantal technieken uit numerieke optimizatie duidelijk niet kende, zoals bijvoorbeeld problemen duaal formuleren, wat leidt tot bidirectionele oplossingen van een probleem. Dat zou mijn insziens alleszins al een betere oplossing produceren voor de voorbeeldjes die hij aanhaalde.

An sich zijn agent-systemen interessant, maar het blijft gissen in welke mate ze nu beter zijn dan andere methodes om het probleem op te lossen. Ergens wordt er impliciet de veronderstelling gemaakt dat vele autonome agenten een systeem maken dat intelligenter is, of zich beter gedraagt, dan een massief centraal gecontroleerd systeem. Of die stelling waar is, is onduidelijk. Alleszins is het een het topic in computer science research. Zo wordt deze week ook het Centre for Collective Intelligence op MIT geopend. Ik zal dan ook proberen evoluties in dit gebied te blijven volgen.

maandag 9 oktober 2006

SIGGRAPH mode

Every graphics researcher knows this dreadful period, in which you undergo a metamorphosis from a care-free person during the late summer to a nervous wreck by the end of January. It's known as SIGGRAPH-submission time! And slowly but surely we are starting to feel the changes around this time of the year.

For people outside of the graphics community this is something that's hard to imagine, but SIGGRAPH is the nec plus ultra in graphics land. Your professional career is often measured by the number of SIGGRAPH papers, and a good paper by a Ph.D. student can land him a good post-doc position. And, your face gets projected on a huge screen in front of thousands of computer graphics nerds, as shown here (that's me during the SIGGRAPH Papers fast forward in 2003). These are of course the goodies dealt out after your paper got accepted.

But in the mean time, you will go through a horrible time of cheap food, endless discussions, tuning colors for the ultimate video, and frantic paper-writing. Every year many vow not to do it again, or at least start sooner. But the whole process is so addictive it's hard to give it up. I guess that's what research is all about!

Opening in Gent

Vorige week was er uiteraard ook de opening aan de universiteit van Gent. In de openingstoespraak (volledige tekst) pleitte rector Van Cauwenberge een beetje verrassend voor de oprichting van een enkele Universiteit Vlaanderen. Als argumenten haalt hij o.a. aan dat de ranking van alle Vlaamse universiteiten er alleen maar wel bij kan varen, en vergelijkt met universiteiten zoals State University of New York, of de University of California, die ook meerdere vestigingen hebben.

Deze vergelijking met UC loopt natuurlijk mank. Alle UC universiteiten voeren een zeer verschillend beleid qua toelatingseisen, en hebben duidelijke verschillen in onderzoekskwaliteit. Zo is UC Berkeley helemaal niet hetzelfde als UC Stanislaus. Het enige wat ze gemeenschappelijk hebben is dat ze beide gefinancierd worden door de staat California. En dat gemeenschappelijke aspect hebben we in Vlaanderen al. Bovendien is de gepercipieerde toename in kwaliteit helemaal niet bewezen. Een belangrijke factor waarom Leuven zich alert houdt en de beste universiteit van Vlaanderen is, is de steeds terugkerende vergelijkingen die te pas en te onpas met Gent gemaakt wordt. Stijgen of dalen de studentenaantallen? Moeten we onze programma's zus of zo aanpassen? Wat kunnen we als inhoud van deze of gene cursus definieren? Hebben we meer of minder FWO projecten dan vorig jaar? De eerste reactie is steeds, wat is de situatie in Gent? Ik denk dat we sommige studieprogramma's van Gent al beter kennen dan mensen van Gent zelf :-) . Dit maar om te illustreren dat gezonde concurrentie een voordeel is, en geen nadeel.

Ook als reactie op de toespraak van rector Van Cauwenberge verscheen een opiniestuk van prof. Paul De Grauwe (artikel in De Standaard archief), die stelde dat grote universiteiten per definitie geen excellente universiteiten kunnen zijn. Kijk naar de top Amerikaanse universiteiten, en stuk voor stuk voeren ze een strenge selectiebeleid voor studenten en professoren, wat haaks staat op de gangbare praktijk in Vlaanderen. Natuurlijk is deze Angelsaksische (of Noord-Amerikaanse) manier om talent bij elkaar te plaatsen en daardoor excellentie te creeren een idee dat nog steeds ver staat van wat men in Vlaanderen en Europa als sociaal rechtvaardig acht. Zolang we dat niet veranderen, vrees ik dat we nooit een top-10 plaats in de fameuze rankings zullen behalen.

(foto van http://www.beeldarchief.ugent.be/reportages/oa2006/)

zondag 8 oktober 2006

Doctoraat in de Kunsten & Multiperspectief beelden


Op vrijdag 29 september woonde ik de doctoraatsverdediging van Maarten Vanvolsem bij, het eerste doctoraat in de kunsten in Vlaanderen (artikel campuskrant). Zijn werk handelt over foto's die een tijdsopname weergeven, in tegenstelling tot snapshots, die een enkel moment in de tijd proberen vastleggen.

Dir gebeurt door gebruik te maken van een slit-camera, dezelfde techniek die ook bij een foto-finish gebruikt wordt. Op elk moment wordt slechts een verticale beeldlijn op de film belicht. Door de film voor de slit verder door te draaien, verkrijgt men een (lange) foto, waarbij elke verticale beeldlijn telkens een ander moment in de tijd voorstelt (zie foto). Door de snelheid van rotatie van de film aan te passen en/of de camera te bewegen, kunnen extra effecten verwezenlijkt worden. Tot 29 oktober loopt er nog een tentoonstelling in het STUK over zijn werk.

Het interessante is dat er redelijk wat parallellen zijn met werk dat gebeurt in Computer Graphics. Ook in CG wordt onderzoek verricht naar multi-perspectief beelden. Zie bijvoorbeeld de A Framework for Multiperspective Rendering papers General Linear Cameras, of Photographing Long Scenes with Multi-viewpoint Panoramas. In CG is er deels het extra voordeel dat de scene en de camera virtueel zijn, en dus nog meer controle over de beweging van de camera mogelijk is.

Dit sluit deels ook aan bij multi-perspectief mosaics zoals bvb. door David Hockney werden gemaakt (met Pearblossom Highway als bekendste voorbeeld). Het moet me dan ook mogelijk lijken om op een gegeven virtuele scene een Hockneyfication filter toe te passen, die dergelijke multi-perspectief mosaics automatisch zou kunnen genereren. Inspiratie in CG zou ondermeer kunnen komen van Stylized Video Cubes.

Breder bekeken lijkt het me interessant om de raakvlakken tussen de engineering wereld van computer graphics en de artistieke wereld die gebruikt maakt van digitale media verder te exploreren. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

(foto van http://associatie.kuleuven.be/ivok/docindekunsten.htm)

zaterdag 7 oktober 2006

Opendeurdag AVNET

Vrijdag 6 oktober woonde ik de openduerdag van AVNet en het bijhorende mini-symposium “Interactieve multimedia in het hoger onderwijs: presentatiemogelijkheden in auditoria” bij. Er werd ons wegwijs gemaakt in de verscheidene types van Audiovisuele en Multimedia ondersteuning in de diverse auditoria. Alhoewel ik al zelf een jaar lesgeef in een zogenaamd type 3 auditorium, is het toch nog altijd interessant om een globaal overzicht te krijgen.

Zelf geef ik al sinds mijn Cornell-dagen enkel nog les met powerpoint-presentaties, aangevuld met filmpjes e.d. Maar er zijn blijkbaar ook nog steeds collega's die enkel les geven op de klassieke manier, aan het bord met krijt. Dit verbaasde me wel. Blijkbaar is de IT-revolutie nog niet overal doorgedrongen ;-)

Opening van het academisch jaar.


Ook vorige week, woonde ik de opening van het academisch jaar bij. Normaal ben ik er altijd, en kon de speeches van rector Oosterlinck altijd wel best smaken. Vorig jaar kon ik er echter niet zijn, en was dus nu wel enigszins benieuwd naar wat rector Vervenne te vertellen had. Zijn speech (volledige tekst) vond ik zeer geslaagd, en zal hem zeker in detail nog wel opnieuw lezen en eventueel hier commentaar schrijven.

Het meest was ik onder de indruk van minister Moerman. Ik had haar nog nooit eerder horen spreken, maar ben wel onder de indruk geraakt van zowel de content als de manier waarop. Casual vermeldde ze dat Harvard haar 2de Alma Mater was. Klasse :-) .

(foto van http://www.kuleuven.be/openingacademiejaar/0607/fotos.htm)

Eerste les & boeken vs. cursussen

Afgelopen week heb ik mijn eerste les van dit academiejaar gegeven: Computer Graphics 2, vooral handelend over advanced rendering technieken en global illumination. De eerste les was vrij aangenaam; ik heb geprobeerd wat discussie uit te lokken bij studenten over de voordelen van ray tracing vs. rasterizatie, ik hoop dat ze er iets aan gehad hebben. Ik hoop nu enkel dat ze de volgende weken ook wat actief gaan deelnemen aan de lessen en niet enkel passief gaan luisteren.

Het handboek dat ik gebruik voor dit vak (Advanced Global illumination, geschreven door Kavita Bala, Philippe Bekaert en mezelf, en uitgegeven door A K Peters), is dit jaar aan zijn 2de editie toe. De eerste editie, gepubliceerd in 2003, is uitverkocht op 2000 examplaren. Dit succes is voornamelijk te danken aan het feit dat het boek ook gebruikt wordt als textbook aan een groot aantal buitenlandse universiteiten voor hun vakken over geavanceerde computer graphics.

Het nadeel van een cursus als boek uit te geven bij een internationale uitgever is natuurlijk de vrij hoge prijs die studenten ervoor moeten betalen. Zeker in vergelijking met cursussen die uitgegeven worden door studentkringen als VTK of Wina ligt de prijs een tiental maal hoger. Sommige studenten hebben me hierover al eens aangesproken, en ik begrijp die bezorgdheid. Anderzijds is het zo dat er goede reden zijn om een boek als internationale uitgave te publiceren:
  • Als de K.U.Leuven zich wil profileren als topuniversiteit, moeten meer professoren cursussen als boek uitgeven voor de internationale markt. Als andere universiteiten deze gebruiken, maakt dat mee de reputatie van de K.U.Leuven.

  • Cursussen uitgegeven bij studentenkringen of zelfs ACCO zijn geen lang leven beschoren. Dergelijke cursussen, die al te vaak 1-to-1 mappen op wat de prof in de les zegt, bieden een onvoldoende breed perspectief voor de student nadat het vak is afgelopen. De meesten hebben ook geen trefwoordenlijst. Gevolg is dat ze meestal op zolder belanden nadat een student is afgestudeerd. Als ik terugkijk op mijn eigen studententijd, zijn de enige cursussen die ik nog steeds heb precies de boeken die we hebben moeten aankopen, niet de veredelde copies.

  • Last but not least, als ik een tekst schrijf als docent, wil ik daar ook de credits voor, en wil ik aantonen dat de kwaliteit van die tekst verder kan reiken dan enkel het handvol studenten dat in een gegeven jaar mijn vak volgt. Ik wil alten zien dat anderen buiten de K.U.Leuven dit ook een belangrijke tekst vinden. Zeker in de context van meer uitgebreide evaluaties voor ZAP voor benoemingen e.d. speelt dit mee. Om het cru te zeggen: het schrijven van een boek weegt voor je carriere zwaarder door dan het schrijven van een cursus.
Er blijft natuurlijk het financiele aspect, maar om het even niet-politiek correct te zeggen: eigenlijk is dat mijn probleem niet (wat niet wil zeggen dat ik het geen issue vindt). Dat is een probleem tussen de student en zijn financiers (ouders, studiebeurs ...). Als docent is het mijn opdracht om zo goed mogelijk onderwijs te verzorgen. En ik meen dat dat met goed geschreven, internationaal uitgegeven boeken, zeker gegarandeerd is.

Ik wens de studenten die dit jaar CG2 volgen veel graphics-fun toe!

vrijdag 6 oktober 2006

Translucente Stanford Dragon in Campuskrant


Laten we starten met wat schaamteloze zelf-promotie: Campuskrant rapporteerde in hun eerste 2006-2007 nummer over ons SIGGRAPH 2006 paper over translucente materialen. De volledige pdf-file van de Campuskrant vindt je hier.

Mijn bedoeling om dit te laten verschijnen in CK was voornamelijk om wat meer visibiliteit te creeeren voor het Department Computerwetenschappen, en mijn eigen graphics onderzoeksgroep in het bijzonder.

De techniek zelf is voornamelijk ontwikkeld door Pieter Peers en Karl Vomberge, 2 van mijn doctoraatsstudenten, in samenwerking met mensen van Princeton, Columbia en MERL. Onze prentjes zijn zelfs op de back-cover van de SIGGRAPH proceedings verschenen!

Vermeld worden in de pers kan nooit kwaad, en het hoeft niet altijd over nieuwe medicijnen te gaan die uit Gasthuisberg komen :-)

donderdag 5 oktober 2006

1st Post

I intend to use this blog to write a down some thoughts on my experiences during the academic year 2006-2007 at the K.U.Leuven, my Alma Mater, and where I'm currently employed as a professor at the Department of Computer Science. Therefore, this blog will only contain professional information. For stories within the realm of my personal life, you'll have to find some of my personal blogs.

I had the plan for keeping a blog during one year some while ago, but didn't find the time yet to set it up. So the first couple of posts will already have to cover the past 2 weeks, since the academic year started September 25.

Also, most of the posts will be in Dutch, since they most likely are of interest to 'locals' only.