dinsdag 29 januari 2008

Gauss is mijn voorvader

... maar niet in de biologische zin natuurlijk. Op het Mathematics Genealogy Project kan ja nagaan welke wiskundigen via hun doctoraatsthesis van welke ander wiskundigen 'afstammen'. Omdat computerwetenschappen dicht genoeg bij de wiskunde staat, zijn er significante verwantschappen.

En hier is dan mijn stamboom, met jaren van doctoraat:

Dutré (1996) -> Willems (1972) -> Lee (1966, *) -> Mason (1952) -> Guillemin (1926) -> Sommerfeld (1891) -> Lindemann (1873) -> Klein (1868, **) -> Plucker *1823) -> Gerling (1812) -> Gauss (1799) -> Pfaff (1786) -> Kastner (1739) -> Hausen (1713) -> Wichmannshausen (1685) -> Mencke (1666)

(*) Lee had 2 promotoren, dus hier de andere lijn:
Lee -> Halle

(**) Ook weer 2 promotoren voor Klein, de andere is Lipschitz:
Klein (1868) -> Lipschitz (1853 ***) -> Dirichlet (1827, ****) -> Poisson -> Lagrange -> Euler (1726) -> Bernouilli (1694) -> Bernouilli (1684) -> Leibniz (1666) -> Weigel

(***) Andere promotor van Lipschitz is Ohm:
Lipschitz (1853) -> Ohm (1811) -> von Langsdorf (1781)

(****) Andere promotor van Dirichlet is Fourier:
Dirichlet (1827, ****) -> Fourier -> en terug bij Lagrange

Toch wel verbazend dat vele bekende wiskundigen in je stamboom opduiken. Anderzijds moet iedereen wel teruggaan op enkele namen, dus misschien niet zo verbazend after all.

Iets gelijkaardig is het Erdös-getal, dat bepaalt hoe ver je afstaat via je publicatielijst van de wiskundige Paul Erdös. Mijn Erdös-getal is 3, via Leo Guibas, en dan via János Pach naar Erdös.

Allemaal spielerei natuurlijk, maar wel fun en goed voor het ego! :-) :-)

vrijdag 18 januari 2008

dinsdag 8 januari 2008

JAVA can be bad for you ...

Binnen enkele weken start het tweede semester, en dus ook weer het vak 'Methodiek van de Informatica' dat ik doceer aan de 1ste bachelor burgerlijk ingenieur. De bedoeling van dit vak is om enkele principes aan te leren over het ontwerpen van goede computerprogramma's en de manier van denken zoals die in de informatica gehanteerd wordt bij te brengen.

Noodzakelijkerwijze wordt hiervoor natuurlijk ook een programmeertaal gebruikt, zodat er praktische opgaven door de studenten kunnen uitgewerkt worden. Voor deze eerste cursus informatica is deze taal in de loop der jaren verschillende malen gewijzigd. Toen ik zelf een voorloper van dit vak voglde in het academiejaar 1984-1985 werd FORTRAN gebruikt (of eigenlijk een variant, WATFIV). Nadien zij ook nog Pascal en Scheme (een Lisp variant) aan bod gekomen. Ongeveer 10 jaar geleden werd een optie genomen om alle software-design cursussen die aan het dept. computerwetenschappen gedoceerd worden te ondersteunen met Java, en dat is dus nu nog steeds het geval.

Over Java als eerste programmeertaal in een computer science- of ingenieurs-curriculum worden soms eindeloze discussies gevoerd. Grosso modo gaat het dan over de tegenstelling tussen computer science enerzijds en software engineering anderzijds.

Een recente discussie op Slashdot vandaag (Professors Slam Java As "Damaging" To Students) levert weer wat ammunutie voor beide kampen.

P.S. Een goede site over (de theorie van) programmeertalen is Lambda The Ultimate.

Stam

In het laatste issue van Wired Magazine (16/1) is een interview met Jos Stam opgenomen, over zijn werk op Nucleus, nieuwe fysisch-gebaseerd animatiesoftware van Autodesk. Altijd leuk om graphics researchers in niet-specifieke graphics media te zien verschijnen. Zelf loop ik Jos regelmatig tegen het lijf op graphics-conferenties of Program Committee meetings, en wisselen we altijd wel enkele woorden in het Nederlands. Bovendien is hij een van de mensen binnen de graphics-research community die qua mathematisch inzicht ver boven de anderen uitsteken. Niet voor niets heeft hij de SIGGRAPH Computer Graphics Achievement Award in 2005 ontvangen.

(foto Wired Magazine)