dinsdag 27 april 2021

Tweede examenkans, of tweede studeerkans?

Met de regelmaat van de klok duiken er in universitaire discussies allerhande de herexamens op. Of het nu gaat over de praktische organisatie van het academiejaar, de verwachtingen van studenten over examens, de slaagpercentages in het algeheel ... herexamens maken deel uit van het Vlaamse universitaire landschap. Telkens de idee van herexamens bediscussieerd wordt, of onderhevig is aan "hervormingen", gaat dergelijke discussie vaak gepaard met sterk emotionele reacties. De voorbije jaren heb ik dergelijke discussies met wisselende intensiteit mogen meemaken.

In willekeurige volgorde, enkele bedenkingen ... 

  1. Een tweede examenkans is niet hetzelfde als een tweede studeerkans. Vaak worden beide begrippen door elkaar gehaald. De discussie kan vaak zuiverder gevoerd worden door deze twee benaderingen over herexamens uit elkaar te halen. Een tweede examenkans kan enkele dagen ná het vorige examen plaatsvinden, daar hoeft geen twee maand overheen te gaan. Herexamens moeten bedoeld zijn voor studenten die ingezet hebben op het leerproces, maar de eerste examenkans niet ten volle konden benutten.
  2. Waarom herexamens als we reeds toleranties hebben? Globaal gezien moet een student, in de weg naar een diploma, een slaagcijfer behalen op een aantal opleidingsonderdelen. Een student heeft nu per academiejaar 2 examenkansen. Vaak kan een opleidingsonderdeel het jaar nadien opnieuw opgenomen worden (en zijn er dus reeds 4 examenkansen). Mits een aantal voorwaarden ook nog een derde maal (6 examenkansen). Waarom zijn dan nog toleranties nodig (inzetten bij een cijfer < 10/20), als er reeds zovele examenkansen zijn? Of omgekeerd, waarom zovele examenkansen als er toleranties zijn?
  3. Herexamens mogen en kunnen niet structureel behoren tot het studieverwachtingspatroon.  In om het even welke instelling hoger onderwijs zou het de norm moeten zijn dat een student, mits de juiste studiehouding en studie-inspanningen, op alle opleidingsonderdelen een slaagcijfer behaalt bij een eerste examenkans. In het eerste jaar komt hier de voorwaarde 'mits een goede studiekeuze' bij. Het niet-slagen op opleidingsonderdelen (en dus ook herexamens) zouden uitzonderingen omwille van speciale omstandigheden moeten zijn.
  4. Studie-programma's moeten haalbaar zijn op 10 maand, niet op 12 maand of langer. Modeltrajecten moeten zodanig opgesteld zijn dat de gemiddelde student, opnieuw mits de juiste studie-inspanningen, perfect op alles kan slagen binnen de voorziene periode van 10 maand. Denkpistes waarbij zogenaamde "thesisjaren" tot de geplogendheden beginnen te horen, zijn uit den boze. Ook examens beoordelen mag niet gebeuren met in het achterhoofd 'er zijn nog steeds herexamens', en dit noch in positieve, noch in negatieve zin.
  5. Herexamens zullen steeds deel uitmaken van het onderwijslandschap, al is het maar om speciale situaties zoals langdurige ziekte of overmacht op te vangen. Maar dit is voorwaardelijk, niet onvoorwaardelijk.
  6. Maak onderscheid tussen het eerste jaar en hogere jaren. Omwille van de vrije studiekeuze zoals we die in Vlaanderen kennen, zal er steeds een significant deel van de studentenpopulatie een 'verkeerde' keuze maken, of het nu omwille van voorkennis, interesse of studie-aanpak is. Maar modaliteiten uitwerken voor eerstejaarsstudenten hoeven niet noodzakelijk te gelden voor hogerejaars.
  7. Herexamens zijn geen planningstool voor de student. Studenten moeten niet de vrijheid hebben om een examen af te leggen in diverse zittijden. Een herexamen is een herkansing, het is geen alternatieve eerste kans.
  8. Het leerproces is een gedeelde verantwoordelijkheid van docenten en studenten. Docenten mogen er van uitgaan dat studenten de beschikbare studietijd gedurende het reguliere semester ten volle benutten. Dit houdt in dat studenten actief bezig zijn met de leerstof, dat studenten zich inspannen voor opdrachten en gebruik maken van de aangeboden ondersteuning en facilteiten. Anderzijds is het de verantwoordelijkheid van de docenten en de opleiding dat de gevraagde inspanningen voor studie-activiteiten gedurende het semester doelgericht en haalbaar zijn, en dat er een redelijke spreiding van de studiebelasting is.
  9. Examenkansen kunnen losgekoppeld worden van examenperiodes. Waarom slechts één examenkans per examenperiode? Vaak immers worden discussie over 'herexamens' gekoppeld aan discussies over de kalender waarin deze herexamens gepland worden.
  10. Herexamens kunnen ondere modaliteiten georganiseerd worden: meer compacte roostering; of zelfs eventueel een gelimiteerde quotering, met het oog op het aanmoedigen van studenten om maximaal in te zetten op de eerste examenkans.

Telkens voer voor heel wat discussie :-)