Regelmatig wordt er in onze faculteit nagedacht over waarom we er zo weinig in slagen meisjesstudenten aan te trekken die voor ingenieur willen studeren. Steeds worden er allerhande verklaringen verzonnen, maar eigenlijk wordt er weinig creatiefs aan gedaan. Onlangs stelde ik voor om een aparte sessie in te richten voor meisjes-abiturienten op de jaarlijkse infodag, en te proberen op die manier, met specifieke informatie, enkele misverstanden of vooroordelen weg te nemen. Deze maand starten de voorbereidingen van de infodagen voor 2007 (ik verzorg meestal het luikje voor computerwetenschappen), dus we zullen afwachten of we dit jaar meer succesvol zullen zijn in onze recruiting campagnes.
Interessant hierbij is dat uit onderzoek blijkt dat rolmodellen wel degelijk een belangrijke invloed kunnen hebben. Dit weekend heb ik 2 boeken gelezen van bekende Vlaamse vrouwelijke wetenschappers, Christine Van Broeckhoven (Brein en Branie, Houtekiet) en Catherine Verfaillie (Van Cellen tot Daden, Lannoo). Beiden beschrijven in hun respectievelijke boeken welke moeilijkheden ze hebben moeten overwinnen om tot de wetenschappelijke top te behoren, gemengd met uitleg over hun specifieke onderzoeksdomeinen (Alzheimer en Stamcellen). Het is zeker inspirerende literatuur voor jongere wetenschappers, en speciaal voor jonge vrouwelijke wetenschappers kan het een extra stimulans betekenen om in het nog te mannelijke bastion van de exacte wetenschappen hun plaats te veroveren. Aanraders!
Addendum: op de eerste vergadering m.b.t. het organiseren van de infodag voor toekomstige ingenieursstudenten die plaatsvond op het decanaat op 10 november, is beslist om geen aparte sessie op te zetten die zich specifiek zou richten op meisjesstudenten. De aanwezige vrouwelijke collega's vonden dat een dergelijke sessie een te sterk stigmatiserend karakter zou kunnen hebben en eerder tegengesteld zou kunnen werken dan wat de bedoeling is. Bij nader inzien ben ik akkoord met deze zienswijze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten