maandag 18 juni 2007

Waarom Computer Graphics?

Soms wordt me wel eens gevraagd hoe ik geinteresseerd ben geraakt in computer graphics. In de jaren 80 toen ik student was, was het immers niet evident om met (3D) grafische technieken en algoritmen in contact te komen. Maar voor de nieuwsgierigen, hier mijn inspiratiebronnen die me aangezet hebben om de graphics-wereld te verkennen.

Cosmos

Cosmos is de legendarische documentaire-reeks die begin jaren 80 werd uitgezonden, en die gepresenteerd werd door prof. Carl Sagan (die trouwens prof was aan Cornell University). Ik denk dat vele jongeren die toen de serie gezien hebben (waaronder ikzelf), sterk geïnspireerd zijn geweest door Cosmos om een wetenschappelijke carriere te beginnen. Een van de aspecten aan Cosmos die me voornamelijk intrigeerde was het gebruik van grafische technieken, tot dan toe praktisch ongezien op televisie. Zo is er de evolutie-sequentie, die de evolutie van eencellige tot mens laat zijn d.m..v. naar hedendaagse normen primitieve key-frame animatie. Maar op mij maakte dat een geweldige indruk.



Knight Lore

Een andere invloed waren de computerspelletjes op hobby-computers zoals de ZX-Spectrum of Commodore-64. Alhoewel graphics toen natuurlijk al lang bestond als discipline (ray tracing dateert van 1981 ...), waren 3D graphics op dergelijke hobbymachines toch nog steeds iets speciaal. Vooral het spelletje Knight Lore, met een isometrisch 3D perspectief, sprak tot de verbeelding.



Newman & Sproull

Het boek dat me definitief op het pad van 3D graphics zette, was Principles of Interactive Computer Graphics, de 'bijbel' voor 3D graphics voor het boek van Foley & Van Dam. Vooral de zwart-wit prenten van volledig ingekleurde 3D objecten zoals de teapot of de VW beetle, of zoals hieronder de vrouw van Gouraud himself, spraken sterk tot de verbeelding.


Examenstress

Uit De Standaard, 18 juni 2007:

Meer ouders kampen met examenstress


Teleblok, de hulplijn voor blokkende studenten, krijgt dit jaar opvallend veel telefoontjes van ouders. 'Ze leven heel erg mee, maken zich zorgen over stimulerende medicatie en hebben vaak zelf last van examenstress', zegt Veerle Aerts, coördinator bij Teleblok.
'We noteerden een echte piek nadat kranten geschreven hadden dat drie procent van de studenten stimulerende medicatie gebruikt', zegt Aerts. 'Ouders waren toen behoorlijk ongerust. Mijn zoon zit op kot, hoe kan ik achterhalen of hij iets gebruikt? Of: welke vitamines kunnen we onze kinderen wél geven?' (aeg)

Dit doet me een beetje denken aan de indruk die we op de unief ook hebben dat ouders meer begaan zijn met de studies van hun studerende kinderen dan de studenten zelf.

Op info-dagen bijvoorbeeld is een duidelijke toename in de aanwezigheid van ouders te zien de laatste jaren. Vaak zonder de laatstejaars uit het middelbaar, want die werden verwacht op een kamp, een festival, of een ander event. Dus stellen de ouders maar de vragen i.v.m. studiekeuze i.p.v. de toekomstige student.

Een ander fenomeen is de toenemende vraag van ouders naar uitleg over de behaalde studieresultaten. Regelmatig krijg ik telefoontjes van bezorgde ouders die wensen te weten waarom zoon of dochter gebuisd is. Dergelijke telefoontjes wijs ik echter resoluut af. Studenten ouder dan 18 zijn juridisch volwassen, en dus is het niet aan mij om uitleg aan derden te verschaffen, ook niet als die derden hun ouders zijn. Ook in de studieresultaten geldt er de privacy-wetgeving ;-)

donderdag 14 juni 2007

Mondelinge examens revisited

Gedurende de januari-zittijd had ik reeds enkele bedenkingen over mondelinge examens gepost. Sinds ongeveer een week zijn we terug bezig, en alhoewel ik weliswaar nog maar een beperkt aantal studenten ondervraagd heb, toch reeds een aantal vaststellingen:
  1. Het valt me op hoe weinig moeite studenten doen om een antwoord goed te stofferen. Een vraag die gemakkelijk zou kunnen resulteren in enkele pagina's schriftelijk antwoord, wordt beantwoord op een halve pagina met enkele lijntjes: geen enkele wiskundige uitwerking, geen nuances, geen details ... zelfs bij het mondeling deel komt er dan dikwijls niet meer uit. Mijn vermoeden is dat dit dan meestal studenten zijn die enkel de slides gestudeerd hebben, en niet eens de moeite gedaan hebben om het boek dat hoort bij het vak te lezen. Ik zeg bij het begin van elk vak dat slides er vooral niet zijn om te studeren, enkel om wat makkelijker les te kunnen geven (bvb. voor visuele hulpmiddelen) of als hulpmiddel om nota te nemen.

  2. Wat in les als leerstof mondeling vermeld wordt, daar schiet op het examen niets van over. Niemand neemt nog nota (heeft misschien iets te maken met het lesgeven a.d.h.v. slides?), en bijgevolg kent ook niemand de denkwijze, nuances, problemen die bepaalde technieken of algoritmes opduiken. Niet alles staat op de slides of het boek, er is ook veel relevante info die enkel door mezelf mondeling verteld wordt. Daarvoor dient een les toch?
    Je zou als tegenargument kunnen aanhalen dat je ook een vak moet kunnen blokken zonder naar de les te gaan. Dat is uiteraard waar, maar dan zeker mag je je niet beperken tot summiere informatie op slides, waarvan je de context niet kent. En in dat geval zoek je best ook informatie in meer dan 1 boek, kwestie van beide kanten van een verhaal te kennen, dat je in de les gemist hebt.

  3. En om af te sluiten: blijkbaar werden de vorige tips goed opgevolgd. Tot nu toe heeft nog geen enkele student namen van personen of algoritmen hopeloos verkeerd uitgesproken :-)

dinsdag 12 juni 2007

Citaties

De beslissingen voor benoemingen voor het ZAP zijn voor dit jaar genomen, en vermoedelijk zijn de meeste collega's reeds voor een bespreking bij hun respectievelijke decanen langsgeweest. Een van de aspecten waar naar gekeken wordt in de beoordeling van dossiers is de wetenschappelijke output. Dat meet zich natuurlijk in aantallen papers in journals, conferenties e.d., maar evengoed in citaties (anderen die naar jouw papers refereren). Dit klinkt allemaal zeer aannemelijk, maar er zitten toch enkele adders onder het gras, die het niet makkelijk maken om verschillende dossiers met elkaar te vergelijken. Ik wil hier niet ingaan op het beslissingsproces zelf (het is niet gemakkelijk om appels met peren en met citroenen te vergelijken), maar wel op de manier waarop men nagaat hoeveel citaties behaald zijn.

Zo werd gevraagd aan kandidaten om citaties van hun eigen papers te geven die gerapporteerd worden via Citeseer. Citeseer is, ten minste voor computerwetenschappen, al enkele jaren niet meer ge-updeet. Mijn meest recente publicatie die door Citeseer gerapporteerd wordt dateert van 2003. Niet erg relevant voor een snel evoluerend domein als computerwetenschappen. Ik hoop dan ook dat de beoordelingscommissie de Citeseer resultaten met een grote korrel zout nemen.

Heel wat betrouwbaarder (en waar trouwens ook naar gevraagd werd), en zeker voor computer graphics waar ongeveer alle papers online beschikbaar zijn, is Google Scholar. Een goede tool om te zoeken a.d.h.v. data in Google Scholar is Publish or Perish. Niet enkel worden de aantallen citaties weergegeven, maar ook allerlei indicatoren zoals de h-factor of g-factor van een wetenschapper. Een h-factor die gelijk is aan x, betekent dat je x papers gepubliceerd hebt die elk tenminste x citaties halen. De achterliggende redenering is dat veel papers publiceren goed is, maar die moeten ook gerefereerd worden. Een boel papers die elk slechts eenmaal gerefereerd worden stellen weinig voor.

Het is vrij leuk om eens te spelen met de Publish or Perish tool en na te gaan hoeveel citaties collega's effectief halen. Perceptie en realiteit liggen soms ver van elkaar verwijderd ...

SIGGRAPH 2007

Binnenkort komen de grote graphics conferenties er weer aan. Voor computer graphics is het top-event ongetwijfeld SIGGRAPH. OP deze jaarlijkse conferentie komen vele aspecten die met graphics te maken hebben aan bod, maar de parel in de kroon is toch nog steeds het Papers Program. Hier worden de beste wetenschappelijke onderzoeksresultaten van het afgelopen jaar voorgesteld.

Dit jaar is er van onze groep 1 paper aanvaard: The Influence of Shape on the Perception of Material Reflectance. We stellen enkele resultaten voor waarbij we nagegaan hebben hoe de vorm van een object onze indruk van het materiaal waaruit dit object bestaat beinvloedt. Dit paper heeft reeds heel wat reactie losgeweekt in de academische wereld. Op een eerste voorstelling in april in Dagstuhl werd het vrij positief onthaald, en we mogen het zelfs als invited speaker voorstellen op het Symposium on Applied Perception in Graphics and Visualization, in Tuebingen deze zomer. Tegelijkertijd wordt er op SIGGRAPH ook een paper gepresenteerd door de graphics groep in Cornell (waar ik zelf een aantal jaren gewerkt heb) dat een gelijkaardige aanpak volgt: Visual Equivalence: Towards a New Standard for Image Fidelity. De moeite waard om beide papers eens uit te checken.

Wat ook leuk is, is dat ex-doctorandi van de groep in hun jobs als post-docs ook dit jaar papers hebben op SIGGRAPH. Pieter Peers (University Southern California) met Post-production Facial Performance Relighting using Reflectance Transfer; en Bart Adams (Stanford) met Adaptively Sampled Particle Fluids.

Leuven Graphics Rulez!

We're back

De vorige post op deze blog dateert van 22 februari 2007, dat betekent dus een hiaat van bijna 4 maand, en dit ondanks mijn voornemen om hier regelmatig wat ervaringen uit het leven aan de K.U.Leuven weer te geven.

Nu, er zijn wel enigszins verzachtende omstandigheden in te roepen. Het tweede semester is qua lesgeven meestal zeer druk, met 2 vrij omvangrijke vakken (Methodiek van de Informatica in 1ste bachelor burg. ir., en Computer Graphics, voor ir.cw. en bachelor informatica). Dat slorpt dus al een deel van de tijd op. Bovendien is de stroom van onderzoekspapers die moeten gereviewed worden voor de belangrijke conferenties in maart op zijn hoogtepunt. En last but not least, zijn er ook wel een aantal veranderingen in mijn prive-leven gebeurt die mijn tijdsbesteding min of meer grondig veranderd hebben.

Maar goed, nu alles een beetje op zijn pootjes gevallen is, zal ik proberen terug wat regelmatiger te posten, De examens zijn daar nu natuurlijk de geschikte tijd voor, met allerhande sappige verhalen van studenten die ofwel brilliant ofwel totaal ondermaats presteren.