maandag 13 januari 2014

Examens door een professorenbril


Examens zijn een vreemde vorm van tijdsverdrijf, maar horen ontegensprekelijk bij het universitaire leven. In zekere zin zijn ze een noodzakelijk kwaad. Een vorm van evaluatie hoort nu éénmaal bij het hoger onderwijs, al was het maar opdat de student na 5 jaar kan bewijzen - papiertje in de hand - dat de tijd aan onze Alma Mater niet helemaal verprutst werd op kotfeestjes of in de fakbar

Dat examens de gemoederen dikwijls kunnen beroeren - niet enkel bij studenten maar ook bij professoren - mag blijken uit volgende uitspraak van de legendarische prof. R. Van Cauteren uit de faculteit ingenieurswetenschappen, anno 1956: “Er zijn, blijkens de ervaring, twee dingen die men het leven lang niet vergeet, dat is een bombardement en een universiteitsexamen. De sfeer waarin thans examens afgenomen worden, wordt bepaald door de confrontatie van twee wezens: één dat vol nerveuze en soms angstige overspanning aanbotst tegen een ander dat loom en lusteloos naar steeds nieuwe vragen zoekt en veel energie moet opbrengen om enige aandacht te behouden.

Zelf heb ik al vele honderden studenten de revue zien passeren. Alhoewel omwille van pragmatische redenen de laatste jaren meer en meer schriftelijke examens georganiseerd worden, blijven mondelinge examens toch een zekere voorkeur wegdragen, al was het maar omdat aan beide kanten nadien straffe verhalen kunnen verteld worden. Want bij de koffiemachine worden de grappige, triestige, geweldige, en idiote voorvallen gedurende de examens onder professoren natuurlijk gretig gedeeld, net zoals studenten dat doen.

Onderstaande “examentips” zijn allen gebaseerd op ware voorvallen die de laatste jaren mijn aandacht getrokken hebben, en die ik daarom even wil meegeven aan het studentenpubliek. Natuurlijk zijn deze gekleurd door de praktijken uit mijn eigen faculteit, en ik ben er me terdege van bewust dat de raadgevingen die ik hier geef misschien best worden afgetoetst tegenover de geplogendheden in de eigen studierichting …


  1. De kleren maken de man.
    Laten we beginnen bij het begin. Wat trek je aan voor een examen? Sommigen zweren bij driedelig maatpak (of een equivalente kledingstijl voor de dames), anderen verkiezen een meer casual outfit. Zelf betreur ik wel eens het heengaan van een striktere kledij-etiquette, maar om eerlijk te zijn: het zal me worst wezen welke kledij je draagt, zolang je maar netjes en niet aanstootgevend voor de dag komt. En dat kan in jeans en t-shirt zijn, waarom niet? Nochtans zijn er bepaalde normen die best niet overschreden worden. Een strandoutfit (Bermuda-broek, teenslippers) is er toch net ietsjes over, en vulgaire opschriften op je kledij laat je best ook achterwege. Ook komische effecten zoals een duidelijk te korte kostuumbroek die geleend is van je vader, of een zwart-witte oberoutfit zijn niet aan te raden. Af en toe begin ik net niet te lachen als er iemand zich op die manier aanbiedt, wat dan weer niet bevorderlijk is voor de concentratie. Maar vooral: neem een douche en poets je tanden!
  2.   Lees niet enkel het begin, ook het einde.
    Eens je de vragen in handen hebt, of het nu tijdens een schriftelijk of mondeling examen is, lijkt het mij essentieel dat je de vraag volledig leest. Vele studenten lezen slechts de helft van een vraag, waardoor de feitelijke vraagstelling soms gewoon over het hoofd gezien wordt. Vooral tijdens de mondelinge toelichting komt dan de confrontatie, waarop je als prof nogal verveeld moet zeggen: “En, waar is het tweede deel van uw antwoord?” Indien er tijd genoeg is, stuur ik dergelijke studenten wel terug naar hun plaats, maar bij schriftelijke examens is het kalf dan al verdronken.
  3. Orde, mijne dames en heren, orde en netheid!
    Dit is meer van toepassing op schriftelijke examens, maar het is ongelooflijk welke beduimelde hoopjes papier er moeten doorgaan voor een ingediend examen. Overvloedig gebruik van corrector, veelvuldige inktvlekken, amper leesbaar schrijven, allerhande flauwe excuses (“Geen tijd meer meneer”, “Indien verdere uitleg noodzakelijk, hier mijn GSM-nummer”), luie redeneringen waarvan zelfs de student moet zien dat die fout zijn ... de “propere” examens hebben subjectief al bijna een punt in het voordeel … Af en toe tref je nog wel een exemplaar aan in een loopy-lagere-school-meisjes-handschrift, wat dan weer een beetje soelaas kan bieden in deze barre tijden.
  4. Hanteer de juiste terminologie.
    Een aantal studenten zijn niet niet in staat om de juiste terminologie betreffende begrippen en definities te gebruiken. Nu weet ik wel dat een juiste benaming ondergeschikt is aan de onderliggende betekenis, maar het verkeerd gebruiken van vakterminologie werkt als een rood lampje in een kerncentrale: het is een symptoom van een onderliggend, ernstiger probleem. Misschien heeft de student de stof toch niet zo grondig geleerd? Begrijpt hij wel waar hij het over heeft? Als ondervrager heb je dan de reflex om dieper te gaan graven, niet altijd tot tevredenheid van de student in kwestie.
  5. Spreek namen correct uit.
    Aansluitend bij bovenstaande, behelst het correct gebruik van namen van personen. Niets zo vervelend als een Franse naam op Engelse wijze uit te spreken, of een Nederlandse naam te verduitsen. Op zich is dit wederom geen ramp, maar het toont twee dingen aan: Dat je waarschijnlijk niet naar de les geweest bent, en dat je het de moeite waard niet vindt om even bij medestudenten na te gaan wat wel een correcte uitspraak is. Dergelijke akkefietjes kosten je misschien niet direct punten, maar ze helpen alleszins niet om de ondervrager wat milder te stemmen bij die delen van het examen die er wel toe doen.
  6. Praat jezelf niet de grond in.
    "Sorry professor, maar ik ben halfweg de cursus gestopt met blokken” zei een student me ooit, als verantwoording waarom hij een antwoord op een vraag blanco liet. Eerlijkheid is een deugd, maar wat moet je hier als examinator mee? Misschien dat je als student hoopt dat een eerlijke toegeving enkele goodwill-credits kan opleveren, maar bij mij neemt het alleszins alle schuldgevoel weg om dergelijke student glansrijk te buizen. In dezelfde categorie: “Ik vind uw vak niet zo interessant, daarom heb ik het niet grondig gestudeerd.” Goed, hierover kunnen we een discussietje opstarten, maar het examen is de verkeerde plaats om op dat moment een onderwijshervorming op te starten.
  7. Blok niet het boek, maar blok de inhoud!
    In principe peilt een examen naar de kennis van een bepaald vakgebied dat aan bod is gekomen tijdens een vak. In de praktijk wordt er gebruik gemaakt van een bepaald handboek, of een bepaalde manier van aanpak voor bvb. praktische oefeningen. Studenten hebben dan de neiging om teveel die praktische invulling te studeren i.p.v. het vakgebied dat eronder verscholen zit. Daarom is mijn raad aan studenten altijd om even verder te kijken dan het specifieke cursusmateriaal en naar de inhoud te kijken, niet enkel naar hoe de inhoud op een specifieke manier werd aangebracht. Dat is niet altijd evident, en dat kost moeite, maar het laat wel zien dat je de stof beter beheerst.
  8. Zeg niet "Ik zou dit kunnen uitrekenen, maar ...", maar zeg wel "Ik heb dit uitgerekend, en ..."
    Bij wat meer oefening-gerichte vragen zit er dikwijls een rekencomponent aan verbonden. Vaak doen studenten niet de moeite het resultaat effectief uit te rekenen. Misschien uit intellectuele luiheid, maar misschien ook omdat ze de stof onvoldoende beheersen om het effectief te doen.  Sommigen voeren aan dat met de hand iets uitrekenen niet meer echt van deze tijd is, en het dikwijls uitdraait op idioot tijdsverlies. Misschien. Maar een resultaat al dan niet kunnen uitrekenen heeft ook weer een signaalfunctie. Er niet toe in staat zijn legt dikwijls een onderliggend probleem bloot. En vaak peilen rekenoefeningen naar een dieper begrijpen van de feitelijke leerstof.
  9. De consensus van 100 studenten is geen eigen mening.
    Soms wordt er bij een examen wel eens gepolst naar een eigen mening. Maar een eigen mening moet dan ook een eigen mening zijn, geen consensus die via een aantal studenten is bereikt via een wiki-platform waarop enkele examenvragen van voorgaande jaren bediscussieerd worden. Doe de moeite om zelf een originele gedachtengang te formuleren! Niets zo vervelend voor een examinator om op een halve dag 20 identieke “eigen meningen” te moeten aanhoren.
  10.  Triviaal
    Gewoon grondig het vak blokken is proefondervindelijk nog steeds de beste strategie om een goede kwotering te halen.

Geen opmerkingen: