dinsdag 26 februari 2008

Veto

Enkele markante passages uit een dubbelinterview van Veto met Rik Torfs en Klaas Keirse. Een aantal van de uitspraken van Rik Torfs verwoorden op een goede manier wat ik zelf ook over bepaalde aspecten van de universiteit denk ...

Torfs: «Ik denk dat we beiden dezelfde dichotomie zien, al weet ik niet goed hoe we eruit moeten geraken. Op dit moment heb ik het gevoel dat er een zekere instrumentalisering is van de universiteit om vooral de sociale toegang gemakkelijker te maken en dat de balans wat overslaat. Het theoretische concept van de universiteit als instrument om een bepaald opgelegd doel te bereiken lijkt me problematisch. De universiteit moet een doel op zich kunnen zijn. Ik zie parallellen met het cultuurbeleid, waar het er ook vooral om draait steeds grotere groepen te bereiken. Als je niet oplet ga je echter zo ver in allerlei interactieve spelletjes om meer volk aan te trekken dat je je eigenheid gaat verliezen en er kwalitatief op achteruit gaat. Daar moeten we erg voor opletten, want functieverlies van de universiteit kan betekenen dat andere groepen in de samenleving haar functie gaan overnemen. We moeten er immers altijd aan denken dat de universiteit slechts één van de vele actoren is in de samenleving waarvan de inhoud en plaats niet vastliggen.»

...
Torfs: «Ik ben het daar zeker niet mee oneens, maar we moeten wel zeer goed opletten. Want stel, hypothetisch, dat een te grote fixatie op emancipatie tot een lichte kwaliteitsdaling leidt, dan kan dat ertoe leiden dat de werkelijke selectie voor bijvoorbeeld de betere en interessantere jobs zal gaan gebeuren op basis van criteria die niet gedemocratiseerd zijn. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door bijkomende dure opleidingen in de VS, maar ook door selectiecriteria op sollicitaties zoals het vermogen zichzelf te presenteren. Mensen uit hogere milieus van thuis uit hebben hier vaak een voordeel in.»

...
«Een apart probleem dat momenteel vooral opspeelt in de faculteiten recht, economie, geneeskunde en bij de ingenieurs is dat de absolute top van de studenten eerder geneigd is voor de private sector te kiezen dan voor een academische carrière omdat ze daar meer kunnen verdienen. Je hoort me niet zeggen dat professoren te weinig verdienen, maar aan de andere kant kun je de marktwetten ook niet gaan ontkennen. Dus moet ervoor gezorgd worden dat de werkomstandigheden hier des te aangenamer zijn.»

maandag 25 februari 2008

We are Geeks!

Laten we onszelf even outen...

Onlangs las ik een commentaarstuk van Geert Stadeus in De Standaard (volledige tekst) dat handelde over het jongens-zijn bij vele mannen, wat zich volgens de column ondermeer uit in het verzamelen van allerlei prullaria gerelateerd tot Star Wars, Star Trek, en dies meer.

Nu wil het toeval dit soort jongens-achtig gedrag (een licht-obsessieve interesse voor alles wat zich in het cross-over wereldje van SciFi / Fantasy / Gaming bevindt) mij niet geheel vreemd is. Wat waarschijnlijk wel geen toeval is dat ditzelfde gedrag wel meer waar te nemen is in de studentenmiddens waar ik les aan geef. Om het in verstaanbaar nederlands uit te drukken: "Computerwetenschappers zijn geeks!" (of nerds, alhoewel er een duidelijk verschil is tussen een geek en een nerd, maar daarover later misschien meer).

Het grappige is dat je als prof aan de universiteit, wat uiteindelijk toch nog steeds een waardig ambt is, ik dit min of meer verborgen tracht te houden, maar ik denk niet dat ik daar aardig in luk. Als ik een 'random' getal nodig heb in mijn lessen informatica, gebruik ik dikwijls 42. Een en ander zal sommige studenten dus wel duidelijk zijn. Weliswaar is het gebruik van 42 slechts het topje van de ijsberg. Elke keer als ik in London ben wandel ik wel Forbidden Planet binnen. Ik heb als auteur meegewerkt aan nederlandstalige roleplaying games; heb zelfs lang geleden MtG tornooien in Leuven georganiseerd. Ph'nglui mglw'nafh Cthulhu Rl'yeh wgah'nagl fhtagn. Star Wars characters in Lego worden tot groot jolijt van mijn neefjes maar tot afschuw van mijn vriendin zonder probleem herkend. 20 autootjes uit Cars in mijn kantoor (alhoewel ik hier professionele belangen claim). Ik heb computergames in BASIC gepubliceerd. Godel-Escher-Bach is het meest openbarende boek dat ik ooit gelezen heb, na LOTR natuurlijk (Balrogs hebben geen vleugels, of wel?). Ik check regelmatig Slashdot en Wired. Misschien zie je me wel ooit op XBox live ... en alhoewel mijn drive wel begint af te nemen en alle recente trends niet allemaal meer gevolgd worden, zijn er nog steeds opflakkeringen :-)

Maar waarom dit alles verborgen houden? Onlangs vertelde een collega me dat hij het jammer vond dat er in onze studierichtingen zoveel 'nerds' aanwezig zijn. Waarom eigenlijk? De zogenaamde 'nerds' waarvan sprake zijn evengoed studenten, en als het historisch record aantoont dat dergelijke studenten meer geneigd zijn om richtingen te kiezen met een hoog wiskunde- en informatica gehalte, wat is daar in godsnaam mis mee? Het zijn de geeks die de IT-revolutie op gang houden door hun technologisch vernuft, dus we hebben een degelijk track-record, wat niet dadelijk van andere disciplines kan gezegd worden. Zijn de grootste geeks uiteindelijk niet Bill Gates en Steve Jobs zelf?

Misschien sociale conventie? Het is immers misschien niet dadelijk een wervende boodschap, wat een probleem is dat de richting computerwetenchappen bij de burgies al enkele decennia heeft, en wat meer 'normale' studenten afschrikt. Dat was zo toen ikzelf de studierichting CW koos, en is blijkbaar nog steeds het geval. Dat negatieve imago dat aan CW'ers kleeft gaat dus blijkbaar moelijk weg, ondanks het mainstream worden van vele van de typische dingen waarmee het 'geekdom' geassocieerd wordt. Wat uiteindelijk jammer is, want ik denk dat er vele goede informatici en computerspecialisten verloren gaan doordat sommigen zich door een aantal van deze vooroordelen laten leiden...

vrijdag 8 februari 2008

't Is ook nooit goed ...

Afgelopen week een kleine rel rond collega (en mediafiguur) Rik Torfs. In zijn column in De Standaard zou hij details over examens naar buiten gebracht hebben, waarop de studenten Kerkelijk Recht, aan wie Torfs doceert, een klacht indienen. "Deontologisch onverantwoord" wordt er geroepen. Ook in het discussieforum van De Standaard wordt er stevig op los geredeneerd. "Mondelinge examens zijn stresserend, dat een studente dan al eens vergeet dat Zwitserland aan Noorwegen grenst, is normaal". Verder nog wat platitudes over professoren en hun vermeende almachtige wijsheid ...

Het lijkt allemaal een beetje een storm in een glas water. Volgens Torfs in De Morgen: "Enkel het feit dat die studente Noorwegen als buurland van Zwitserland aanduidde en vervolgens tegen haar examinator zei dat het geen examen aardrijkskunde was, klopt. Al de rest heb ik verzonnen. Het is een column, hé. Het was zelfs niet tijdens een van mijn examens maar tijdens dat van een collega. Ik weet tot op de dag van vandaag niet wie de studente is en als ze er zelf niet mee naar buiten gekomen was, had niemand het ooit geweten. Mij leek het gewoon een goed voorbeeld om de discussie over welke kennis je nodig hebt in onze maatschappij aan te zwengelen. Ik weiger hiervoor mijn excuses aan te bieden. Aan vrije meningsuiting hecht ik heel veel belang, ook binnen een universiteit." En gelijk heeft hij.

De laatste jaren is het hoger onderwijs grondig hervormd. I.p.v. een jaarexamensysteem hebbben we een semesterexamensysteem gekregen. I.p.v. een deliberatie op basis van alle examenuitslagen wordt er gekeken naar vrijstellingen op een vak-per-vak basis. Studenten die ingeschreven zijn in een regulier jaar zijn dra in de minderheid. Allerlei vormen van 'vakken meenemen', 'cumul', 'aangepaste jaarprogramma's' geven meer flexibiliteit aan studenten om met succes hun studies af te ronden.

Al deze wijzigingen zijn op zich goed. Maar als geheel genomen hebben ze wel tot gevolg dat het niet meer zo duidelijk is wat een universitaire opleiding nog betekent. Is een universitaire opleiding enkel een verzameling vakken waarin je moet slagen, of is het meer? Heeft iemand die nooit naar een college gaat, maar thuis zelf de vakken blokt, en er per post (schriftelijk) examen van aflegt, gespreid over een periode van 10 jaar, eenzelfde opleiding als iemand die een regulier parcours volgt en diezelfde vakken verwerkt door naar colleges te gaan en dit alles in 5 jaar? Ik denk dat deze 2 opties niet gelijkwaardig zijn, en dat er wel degelijk een meerwaarde zit in een regulier gevolgde opleiding, die meer is dan enkel een som van individuele vakken.

Uiteraard verwerft een student in beide bovenstaande voorbeelden een diploma. Maar een diploma is iets heel anders dan een universitaire opleiding. Een universitaire opleiding die naam waardig is een geheel van vakken (uiteraard), maar niet enkel dat. Het gaat er ook om dat je in contact komt met mede-studenten en van elkaar dingen opsteekt. Dat je professoren aan het woord hoort, die in het onderzoek staan en die verbanden duidelijk maken die in je boeken niet zal lezen. Dat je, m.a.w. een aantal jaren doorbrengt in een intellectueel stimulerende omgeving. Die omgeving maakt het verschil tussen zomaar wat vakken enerzijds en een goed universitair kader anderzijds, en is precies de reden waarom iedereen naar de Harvards van deze wereld wil. Niet om de vakken te volgen, die grosso modo overal wel hetzelfde zijn, maar omdat je onder mensen zit die je intellectueel uitdagen en stimuleren. En dat soort mensen, of het nu professoren of mede-studenten zijn, vindt je in topuniversiteiten veel meer dan aan een gemiddelde doordeweekse universiteit die inderdaad niet meer aanbiedt dan een verzameling vakken.

Aan andere opmerking die in dit soort discussies wel eens valt is of de opgedane kennis nuttig is 'voor de job nadien'. Zo wordt wel eens geopperd of bepaalde vakken wel relevant zijn voor het beroep dat studenten later zullen uitoefenen. Ook dat raakt aan de essentie van een universitaire opleiding, die zeker niet verengt mag worden tot enkel praktische bruikbare kennis. Is het nuttig om bvb. de onvolledigheidsstelling van Godel te kennen? De kans dat je daar als computerwetenschapper in de praktijk mee in aanraking komt is praktisch nihil. Maar het geeft wel een intellectueel inzicht, dat je enkel maar aan de universiteit kan opdoen. Als je aan de unief nooit over de fameuze stelling van Godel hoort, of ooit eens een Bessel-functie hebt moeten neerschrijven, of een LISP interpreter in LISP schrijven, of wetenschapsfilosofie gestudeerd hebt, of zelf ooit eens Quicksort geimplementeerd hebt -- allemaal dingen die niet dadelijk praktisch nut hebben -- , waar zal je er dan wel van horen?

Een universitaire opleiding betekent inderdaad veel meer dan enkel je cursus kunnen opdreunen op een examen. Als een studente niet weet dat Noorwegen geen buurland is van Zwitserland, moet ze niet antwoorden dat het geen examen aardrijkskunde is, maar zou ze diep beschaamd moeten zijn.